vendredi 11 septembre 2009

Ierland II: Famine museum, Titanic Troubles en authentieke Black Taxi Tours

De Ieren hebben de kunst om van ongelukken en rampen toeristische attracties te maken. Er zijn ontelbare Famine museums. Als ik morgen in Outremeuse met het voorstel op de proppen kom om een choleramuseum te openen word ik gek verklaard. In Ierland koesteren ze hun ongeluk.
In Belfast heb je de Titanic tour. Als in Zeebrugge de Herald of Free Entreprise kapseist, verandert de rederij Thowsend Thoresen haar naam in P&O. In Ierland roemen ze er zich op de Titanic te hebben gebouwd en in Derry kun je een Titanic Tour doen: een havenrondvaart met als hoogtepunt de werf waar deze schuit is gebouwd.
In 67 begon de zoveelste republikeinse opstand. Gedurende jaren lag alle openbare leven stil. Honderden huizen werden in brand gestoken en tientallen mensen gedood. De Ieren maken er een toeristische attractie van: je kunt in Belfast met de « black taxis » een Political Tour maken.
Deze black taxis waren oorspronkelijk “wilde” taxis die in elke wijk waren georganiseerd om het openbaar vervoer te vervangen: geen enkele bus reed nog wegens het bomgevaar. De taxichauffeurs waren ex politieke gevangenen van elke gemeenschap.
De huidige chauffeurs zijn natuurlijk in het beste geval de zonen van. Hoewel de meeste taximaatschappijen nog altijd de kerk in het midden houden: zo kregen wij voor onze Black Taxi Tour een republikein en een loyalist als chauffeur.
De “murals: fake or not fake?
De muurschilderingen (murals) die ze laten zien zijn ook al lang niet meer authentiek. Ze zijn een toeristenval geworden (op de kaart van Belfastaan te klikken): ze worden geleidelijk en planmatig overschilderd om een meer aantrekkelijk beeld van de streek te geven aan toeristen en investeerders.
In Newtownards was een mural met paramilitairen die met geweren zwaaien. Hun slogan, « Het is beter rechtop te sterven dan op je knieën te leven" hadden ze - zonder copyright – gejat van de Passionnaria Dolores Ibarruri. Vandaag is die overschilderd door het beeld van een beroemde stadsgenoot, soldaat Blair Mayne, groot rugbyspeler en SAS man in de woestijnoorlog tegen Rommel. De man had al een standbeeld in de stad…
Maar Belfast spant op dit gebied de kroon. Op de Newtownards Road, bij het binnenrijden van Belfast, passeren wij langs wat de locals spottend "Freedom corner" noemen, en waar veel toeristen op flippen. Een van de ruwste mural-sites van de stad. En wij hebben het hardste nog niet gezien: in 2007 waren vijf van die murals al overschilderd. Zo kan men op de kruising van Dee Street met Newtownards Road een prachtige mural zien van Captain Smith op de zinkende Titanic. Die mural is nu al als postkaart te verkrijgen.
Het overschilderen van die militaria maakt deel uit van een strategisch plan. Verhelderend daarvoor is het getuigenis van Hoey, ex-paramilitair van de UVF (Ulster Volunteer Force), vandaag als terroristische organisatie beschouwd door het Verenigd Koninkrijk. Hoey is geëngageerd door de 'Re-Imaging Communities Programme’ om manieren te vinden om murals en emblemen te vervangen door meer positieve beelden. De ‘dogs of war’, mannen in camouflage uniform en kalashnikovs, worden overschilderd door meer positieve 'zonen van Ulster', sportmannen, schrijvers en muzikanten. Paul Hoey legt uit: "als een investeerder naar Oost Belfast komt kan hij worden afgeschrikt door die militaristische murals." Hoey legt ook uit dat "die murals niet verloren zijn, we hebben ze gefotografeerd. Je kunt er een copies van kopen in de Union Jack shop hier vlakbij."
Dat overschilderen gebeurt heel professioneel. Die paramilitaire groepen contracteren een firma die de stelling komt zetten, verzekering tegen arbeidsongevallen incluis. Minder begaafde schilders doen het grof werk en alles wordt afgewerkt door artiest die soms met een projector om het beeld op de muur te scannen. Het overschilderen van een mural komt op £4,000.
In Belfast zagen wij, op een pleintje langs het protestantse Shankill Road, de voetballegende George Best. En onder het portret van Willem van Orange (Tavanagh Street) zit de mural 'The Grim Reaper' geschilderd in 1998. De wijk die wij bezochten wordt gecontroleerd door de Ulster Defence Association (UDA) met zijn gewapende arm de Ulster Freedom Fighters (UFF). In maart 2008 aanvaardt de UDA haar grimmige magere Hein te overschilderen.
Ook zij worden over de brug geholpen door geld van de Arts Council' 'Re-imaging programme'
Een andere ‘Grim Reaper’ van de Uda in Tullycarnet is overschilderd met een Noords Ierse oorlogsheld James Magennis, die het Victoria Cross kreeg. En, neusje van de zalm, een katholiek nog wel.
Wij zijn wel benieuwd over let lot van de « Mona Lisa » in Shankill: iedereen op het plein heeft de indruk in het vizier te zitten van die gemaskerde sluipschutter. Met een dergelijke bijnaam is er weinig kans dat hij in de volgende jaren overschilderd wordt: aan een Mona Lisa raakt men niet. En de toerist heeft graag wat koude rillingen…
Een 'Re-imaging’ programma
Deze initiatieven zijn geprogrammeerd. De 'Re-Imaging Communities Programme' engageert mensen van de wijken en ex-paramilitairen om manieren te vinden om die verscheurende murals te vervangen door meer positieve beelden.
Aan republikeinse (of katholieke) kant is het al niet veel beter. In Derry wordt de achterkant van de Free Derry Corner bijna iedere week overschilderd. De kop van Patrick Doherty die stierf aan Aids en 1990 heeft erop gestaan. In 1991 stond er een oproep voor de Internationale vrouwendag. Maar een mural ‘Beyond the Joke’ die huiselijk geweld tegen vrouwen aanklaagde werd door de lokale « gemeenschap » overtagd. In 2007 schoot ook een Gay Pride mural – waarbij ook de voorkant in het roze was geschilderd – in het verkeerde keelgat.
In Derry hebben drie gehaaide artiesten Kevin Hasson, Tom et William Kelly het laken naar zich toe gehaald. Zij noemen zich de Bogside Artists. Ze beweren dat ze onafhankelijk zijn van politieke en paramilitaire groepen. Maar hun financies komen grotendeels van Europese vredesfondsen, wat dat ook mag zijn. Ze hebben in de Bogside elf murals gemaakt, die zij The People’s Gallery noemen. Maar ze zijn die in feite beginnen schilderen in 1994, op een ogenblik waar de « Troubles » over het hoogtepunt waren, een half jaar na een zware fout van de IRA. Op 20 maart 1993 had de IRA een bom gelegd in Warrington, op de vooravond van Moedertjesdag, terwijl tientallen kinderen op straat waren om een cadeau te halen voor hun moeder. Twee kinderen werden gedood. Daardoor verloor het Republikeins Leger zijn statut van verdediger van de verdrukten, dat zij verworven had na Bloody Sunday, en wordt voor de publieke opinie een bende terroristen. Onder druk van President Clinton, verklaart het IRA een eerste wapenstilstand in 1994. Op 10 april 1998 wordt het Akkoord van Belfast getekend. Zijn er ook Clintondollars naar de Bogside Artists gegaan? In alle geval sliepen wij in Enniskellen in een jeugdherberg die door Clinton is betaald. Die ‘onafhankelijkheid’ van die Bogside Artists moet dus met een korreltje zout genomen worden. Hun glans moet het IRA doen verbleken. Dit gezegd zijnde, hun foto-murals geven wel goed weer wat de Bogside te verduren kreeg; Een van de sterkste beelden is Motorman: een Britse soldaat die een voordeur inslaat met een voorhamer tijdens de operatie Motorman.
Niet alleen de murals zijn fake. Zelfs de meest huizen zijn nieuw gebouwd. De historische
Divis flats in de Falls Road in Belfast, waar de gewonden van Bloody Sunday werden binnengedragen –en vanwaar de Britse Motorman-soldaten werden bekogeld met alles wat niet te heet of te zwaar was - zijn afgebroken in 1992. Er woonden 2400 mensen in 850 flats, waarvan 98 percent mensen die zich zelf Katholiek verklaarden. En het is niet dat zij bouwvallig waren: die flats waren ingehuldigd in 1972! Ze waren de top van eigentijdse architectuur: gedaan met de HLM’s en wat men de konijnenkoten van Le Corbusier noemde. Een gevarieerd grondplan, met terrassen van waarop men, zoals in de steegjes van een stad, toegang had tot de appartementen. Men had het over “walks,” “paths” en “rows.”Maar die moderne wirwar van straatjes waren ook ideaal voor de patrouilles van Britse soldaten. En de inwoners hadden de indruk dat elke voordeur zichtbaar was voor de Britse post in de Divis-toren. Alleen die toren is trouwens blijven staan, maar is sinds 2005 « gedemilitariseerd ».
Nu doet mij dat ook wel denken aan de Droixhebuildings in Luik, waarvan de helft ook binnenkort tegen de vlakte gaat.
De nieuwe huizen in Falls Road, en trouwens overal in Ierland, zijn gebouwd op het honderdjarige stramien van de werkmanshuisjes in een rij. Eigenaardig. Tenzij dat soort urbanisme aan de inwoners een gevoel heeft van samenhorigheid en bescherming.
De MUUR van de vrede
Het enige wat niet fake is is de MUUR, hoewel ook die opgesmukt is met pacifistische ceramiek en met witte muren waarop de toeristen hun hart kunnen luchten. De Black taxidrivers houden stiften ter beschikking van de toeristen. Beeld je echter niet in dat je een boodschap schrijft voor het nageslacht: ook die muurkranten worden om de zoveel weken overschilderd.
Men kan zich natuurlijk afvragen: waarom zouden die murals niet mogen worden weggemoffeld? Werd het niet tijd het blad van die verschrikkelijke periode om te slaan?
Het antwoord is die muur zelf. Geen enkele politieke kracht in Ierland of Groot Brittannië vraagt vandaag dat die zou worden afgebroken.
En net zoals in Cisjordanië zijn de koertjes van de huizen achter de muur afgeschermd met traliewerk, tegen eventuele projectielen.
fugitive art
Ik ga mij niet dik maken over het gebrek aan respect voor de artiesten die deze eerste murals hebben geschilderd. Hoewel ik vind dat die murals grote kunst zijn, in die mate dat die beelden wortelen in het onderbewustzijn van die verschillende gemeenschappen. Maar ook grote kunst kan heel vluchtig zijn. Veel wereldberoemde kunstenaars maken ‘fugitive art’; denken wij maar aan de grote emballeur Christo. Net zoals Christo leven die oorspronkelijke murals verder via Internet en via posters enz. En tenslotte worden een aantal van die artiesten vandaag goed betaald om die te overschilderen met andere onschuldiger thema’s.
En trouwens kunnen wij vragen stellen over de originaliteit van de meeste van onze grote meesterwerken. In Brugge liep in 2004 een tentoonstelling 'fake or not fake'. De grote Belgische restaurateur Jef Van der Veken « restaureerde » de Maagd met kanunnik Van der Paele van Jan van Eyck. Hij krabde 85% van de oorspronkelijke verf eraf. De Jan Van Eyck die wij zien is dus statistisch een Van der Veken. Dezelfde Van der Veken schilderde onder de tweede wereldoorlog een kopie van het Lam Gods, waarvan het origineel in 1934 gestolen was. Hij heeft trouwens een aantal valse Vlaamse Primitieven geschilderd op oude eiken planken…
Het Iers rampentoerisme presenteert, zoals elk toerisme, een mengeling van droom en werkelijkheid, van wat geweest is en van wat de mensen zich daarover inbeelden. Carcassonne is geen middeleeuws slot; architect Viollet Le Duc heeft het stadje heropgebouwd zoals hij vond dat ze het hadden moeten doen, zeshonderd jaar terug. Veel grote kathedralen zijn fameus verbouwd in het einde van de 19de eeuw, met de opkomst van het toerisme. En dan heb ik het nog niet over historische tuinen: wat schiet daar nog over van het oorspronkelijk concept?
De vraag « fake or not fake » is dus niet ter zake. De Political Tours doen ongetwijfeld nadenken over wat in Ierland gebeurd is en wat bij ons zou kunnen gebeuren, en zijn dus zinvol. Zelfs wanneer men morgen de « Mona Lisa » van de sluipschutters in Shankill overschildert, zal men nog geconfronteerd worden met die metershoge muur tussen die twee wijken. Men probeert die mooier te maken, met een aantal ceramieken die over vrede gaan. Maar tot op vandaag vraagt geen enkele politieke kracht in Ierland die vredesmuur af te breken. En vandaag heeft 95% van de mensen, aan de twee kanten, geen enkel contact met mensen van de andere gemeenschap.
Still Under siege
In Londonderry staat geen muur. Of liever: je ziet hem niet want je loopt erop. Op de stadswallen die in 1613 de eerste uitvalsbasis voor de kolonisering van Ierland moesten beschermen tegen de woede van de originals. Op het stadwapen prijkt een skelet, geen aandenken aan de Grote Hongersnood van de 19° eeuw, maar als aandenken aan de vijftien weken lange belegering in 1688 door de Ierse inboorlingen. Van boven op die wallen kijk je neer op de Bogside; een moeras waar de hongerige Ieren zich in de periode van de grote hongersnood kwamen vestigen, omdat het dichtbij een stad, zelfs in een moeras, nog beter was als op het platteland.
Op die stadwal, pal boven de Bogside, staat het voetstuk van de kolom waar tot in 1973 een standbeeld stond van de Reverend George Walker. Deze Eerwaarde was de man die Londonderry verdedigde tegen de Ieren in 1688. Op die stadwallen passeren nog altijd de Oranjemarsen. Als je daar staat versta je zo waarom de IRA dit standbeeld opblies. een lichtpunt wel: de kolom en het standbeeld zijn nooit terug opgebouwd.
Een beetje verder kijk je vanop de stadwal neer op de « West Bank Loyalist still under siege » met hun blauw wit rood Union Jack geschilderde trottoirs. Je kunt natuurlijk relativiseren: zijn die beschilderde trottoirs wat anders als de geelzwarte verkeerspalen in Vlaanderen? Maar dat is geen geruststelling.
En hiermee komen wij op het grootste probleem met het overschilderen van de murals. Het is zoals met de Spaanse griep: eenmaal het lichaam een weerstad heeft opgebouwd is er geen probleem meer. Maar zijn de problemen die aan de basis lagen van de « troubles » dan wel opgelost? Indien niet, zou het dan niet beter zijn de confrontatie te laten met die Kalashnikovs en andere ‘Grim Reapers’?
Oppervlakkig gezien is er vooruitgang. De huizen in de katholieke wijken zijn zelfs nieuwer en beter als die in de protestantse wijken. De Sinn Fein zit mee in de regering. Tony Blair heeft zelfs voor de tweede maal een Commissie http://www.bloody-sunday-inquiry.org.uk/ die zoekt naar de verantwoordelijken van de Bloody Sunday, in 1972. Op de website is de recentste boodschap: 12 augustus 2005: « Final Report. The report is currently in preparation. It has been necessary for the Tribunal to look at a very large quantity of material so that it is not possible at this stage to give any firm estimate of when the report is likely to be finished ». In 2008 verklaarde de Engelse Secretary of State dat de Commissie nog altijd £500,000 per maand kostte hoewel de laatste zittingen dateren 2005. Men verwacht nu het definitief rapport tegen begin 2010.
Sommige murals zijn overschilderd, maar de Ulstervlaggen, Union Jacks en vlaggen van paramilitaire organisaties zijn overal aanwezig in het landschap. De eerste dag zie je die vlaggen als decoratie. Als je Belfast bezocht hebt weet je dat dit niet onschuldig is.
Een eerste reactie is: 'Fuck Religion'? Protestanten? Katholieken? Vechten voor een godsdienst, in de XXI eeuw? De huizenrijen aan de twee kanten in Belfast zien er hetzelfde uit. Arme dompelaars tegen andere arme dompelaars. Heeft dat nog zin?
De Ieren zouden hun buik vol hebben van die steriele gevechten. Op het eerste zicht is dit een positieve basis om op verder te bouwen. Maar een beetje inzicht in de geschiedenis leert ons dat dit onvoldoende is.
In mijn volgende bijdrage zal ik proberen wat dieper in te gaan op de bronnen van dit conflict. Maar daarvoor moeten wij de teletijdsmachine in, vierhonderd jaar terug. Ik haal er zelfs de grote Spaanse Armada bij. Misschien een beetje vergezocht. Hoewel: een van de vlaggeschepen van die vloot, La Girona is gezonken aan de Giants Causeway, op een paar knopen van Lieve en Ross.

Aucun commentaire: