Innsa hostel c/baja |
Net terug
van een kleine citytrip van vijf dagen in Valencia. Paula
had het budgethotel Innsa opgesnord, calle Baja. Ik groeide ook op in de
Leegtestraat… Een budgethotel in een paleis van de achttiende eeuw. Een
monument met hetzelfde niveau 1 van bescherming als de kathedraal van Valencia
! En met de achttiende eeuw doen de eigenaars Juan en Teresa een
understatement: we logeerden in het huis van de schilder Juan de Juanes, de Raphael van Valencia . En hiermee
zijn we in 1550 ! De straat noemde op dat moment wel de calle Caldedería.
Juan de Juanes inspireerde Dan Brown voor zijn
Da Vinci code. Op zijn
Laatste avondmaal (afkomstig van een kerk in Valencia en nu op een ereplaats in
het Prado) staat de heilige graal (trouwens nog altijd te bezichtigen in de
schatkamer van de katedraal). À propos: merk ook de rosse Judas (Juan de Juanes
is niet de enige die rostekoppen naar de hel verwees).
Santa Cena con María Magdalena? |
Maar een
paar Dan Brownfanaten hebben er zelfs een Maria Magdalena bij gefotoshopt. Let wel: de
vervalsing is heel handig opgezet. Ze situeren het werk in de Kerk van SintPietersmartelaar (Iglesia Parroquial de San Pedro Mártir y San Nicolás Obispo)
waar effectief vier schilderijen van Juan hangen.
Het hotel hangt
trouwens vol met schilderijen (hedendaagse) .
Tot in 2011
was er de Casa Insa gehuisvest (het hotel noemt Innsa, met twee n). Het gebouw
moet voor animatie gezorgd hebben in de wijk; klik hier voor het laatste concert. Er moet een tentoonstellingsruimte
geweest zijn en een
ropería die kostuums verhuurde voor de Fallas en het
feest van Corpus Christi. In het museum van de Rocas, juist
achter de hoek, c/
Roteros, 8, kan men een aantal reuzen en processiewagens zien, de moeite waard
(evenals het galliciaans restaurant l’Aplec vlakover N°9).
Op de
binnenplaats van het hotel staat een schild en een rok die men kan aantrekken
voor een foto. Een knipoogje naar de roperia waarvan de klerencollectie na desluiting gedeponeerd zijn in het Museu Valencià d'Etnologia.
Rocas muzeum |
In de Calle
Museo, vijftig meter van ons hotel, toont onze gastvrouw Teresa ons "La Gatera”
of “Casa de los Gatos ", het kattenhuis. Dit huisje
is een Calatrava waard. Een (kleine) azulejos ” A la memoria dels cuatre gats que quedaren al Barri del Carme l’any
MXCIV. Mai se les va a sentir un mia mes alt que altre”. Ik vertaal dat als volgt : " Ter nagedachtenis van de enige vier katten
die in 1094 in de Karmelietwijk overbleven. Nooit hoorden wij een miauw hoger dan de andere. " Een model kattengezin? In 1094 zouden volgens Teresa door een plaag alle
katten van Valencia omgekomen zijn, behalve vier. Met als
gevolg een
echte muizenplaag. Sedert 1094 zouden de buurtbewoners die vier
katten verzorgd hebben. Een mooi verhaal, en een mooie azulejos. Maar wat
gebeurde er in het jaar 1094? Googelman leert mij dat 1094 het jaar is van het beleg van Valencia door
el Cid Campeador! Dat beleg duurde negen maanden, en de honger was zo erg dat
bijna alle katten werden opgegeten (behalve dus die vier).
Deze
azulejo is geen duizend jaar oud. Wat kan die mens bezield hebben die dit tegeltje
heeft laten maken, om daarin een verwijzing na te laten aan het beleg van de
stad? Het is trouwens de enige toeristische referentie – als men dit monumentje
van een halve meter hoog waar men als toerist zo voorbijloopt zo mag
noemen- naar El Cid in Valencia, en dan moet
je nog weten waarnaar dat jaartal verwijst! Over de Cid is in 1961 een film gemaakt die onze generatie
begeesterde, met Sophia Loren et
Charlton Heston. In het duizendjarige historische epos CANTAR DE MIO CID van
1140 staan 130 referenties naar Valencia.
Je hebt
Sophia Loren als de mooie Ximena waar je als toeristische dienst de hoofden op
hol kunt laten slaan; je hebt een epos van de wereldliteratuur waar je stad
honderddertig keer vernoemd wordt. En dan doe je daar niets mee. Integendeel,
je steekt je tot over de oren in de schulden om aan een scheve architect totaal
onfunctionele bouwsels neer te plaatsen, die op de koop toe bij de minste regen
onder water lopen.
De dochters van El Cid |
Om volledig
te zijn vermeld ik het schilderij Las Hijas del Cid, in 1879 geschilderd door de lokale schilder Ignacio Pinazo. Maar ik heb nog niet kunnen uitvissen waar hetzou kunnen hangen. Dus men doet daar ook niets mee. Wat trouwens geen enkel
belang heeft aangezien het onderwerp « dochters van de Cid » enkel
een aanleiding was om in het puriteinse Spanje twee naakten te schilderen.
Zou het dan
kunnen dat Spanje problemen heeft met zijn verleden? Zou het kunnen dat El Cid
Campeador na een milennium nog altijd geweerd wordt omdat hij in de feiten (en
dat is natuurlijk niet wat de film vertelt), een collabo van de Moren was? Wat
voor mij niets negatiefs heeft: al Andaluz was veel multicultureler dan vele huidige
landen. Hij veroverde Valencia met de hulp van de emir van Zaragossa en de
walis van Jàtiva, Murviedro et Denia. Hij bleef er
aan de macht dank zij akkoorden met de taifas, de Moorse koninkrijken. En el Cid komt van de naam sidi die de
muzelmannen hem gaven! Het is een wonder dat de Inquisitie zijn knoken
niet heeft opgegraven om ze op een brandstapel te gooien. Ze hebben het met
anderen voor veel minder gedaan.
Wat er ook
van zij: deze situatie is hiermee rechtgezet; al wie MXCIV op de azulejos van
het casa del Gats weet hiermee dat dit
het hongerjaar is van het beleg door el Cid Campeador. Ik besluit deze blog met
de laatste verzen van “el cantar del mio cid »:
Pasó de este mundo el Cid, el que a Valencia ganó:
Pasó de este mundo el Cid, el que a Valencia ganó:
en días
de Pascua ha muerto, Cristo le dé su perdón.
También
perdone a nosotros, al justo y al pecador.
Éstas
fueron las hazañas de Mío Cid Campeador:
en
llegando a este lugar se ha acabado esta canción.
Zo verliet de Cid, die Valencia veroverde, deze wereld:
hij stierf op Pasen, moge Christus hem vergeven.
Zoals hij aan ons vergeeft en aan de rechtvaardige en
aan de zondaar.
Dit zijn de heldendaden van el Cid Campeador:
En om hier uit te komen ben ik dit epos begonnen.
En zo ben ook ik, met mijn casa del gats,
uitgekomen op el Cid Campeador, alias Rodrigo Díaz de Vivar . En ik wens hem zoals een kat negen
levens toe.
in het fallasmuzeum |
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire