Na Riesa
gaat de Elberadweg over de - nieuwe - dijken van de Hochwasserschutz, door de
Elbauen. Hier vindt men in zowat elk dorp ooievaarsnesten die in de vele
Elbeplassen overvloedig aan de kost komen.
In
Duitsland sprak men in 2000 nog over een eventueel ‘jahrhunderthochwasser’, een
overstroming die je een keer per eeuw mocht verwachten. Dat eeuwwaterpeil was in
2013 al vier keer overschreden voor de Elbe: in 2002, 2006, 2011 en 2013. De
Elbe is vergelijkbaar met de Maas, maar dan in het kwadraat. In de zomer weinig
water (behalve dan in augustus 2002, waar het waterpeil tot 9,40 meter steeg,
met 4.500 m³ per seconde.
In de zomer
2015 was het juist het omgekeerde: men vreesde de overvaart door de veren niet
meer te kunnen garanderen, met 30 centimeter water.
In 2004 stelde
men als HQ100 objectief voor de dijken een Pegelstand van 9,24 Meter. Dit is al
16 cm onder de Höchststand van 17 augustus 2002. Toen liepen 24,8 km² van Dresden onder. Boven
de negen meter zijn de Semperoper en de Frauenkirche in Dresden bedreigd. In
2013 is men met 8,76 m onder dat HQ100 objectief gebleven maar de marge is klein. De investeringen
zijn natuurlijk enorm en 50 cm meer of minder maken heel wat verschil.
Na de
overstromingen van 2002 werd besloten 45 % van de bestaande dijken (548 km) te
saneren. Kostenplaatje 560 miljoen €. De Nederlanders zijn al lang bezig om hun
stromen hun natuurlijk overstromingsgebied terug te geven. In 2004 besloot men
aan de Elbe 2.700 ha overstromingsgebieden terug te geven door dijken te
verleggen (de Elberadweg passeert over die dijken en hier en daar is de weg nog
omgelegd omdat die werken nog niet voltooid zijn). Daarnaast creëert men op16
plaatsen nog overstroombare polders die 178 miljoen m3 kunnen opvangen. Men
overweegt de mogelijkheid dammen te maken op de bijrivieren Eger en Saale. En
verder is er een intense, maar complexe samenwerking mat Tsjechië dat dammen
heeft op de Moldau, een van de grootste
bijrivieren van de Elbe. Deze samenwerking verloopt vlot, ook al omdat Tsjechië
er alle belang bij heeft zijn hoofdstad Praag voor overstromingen te behoeden. Maar
de liberalisering van de elektriciteit maakt de zaken niet gemakkelijker:
hydraulische energie kan heel snel op spitsmomenten worden ingezet en is dus potentieel
heel duur. De stroomproducenten zouden dus compensaties kunnen vragen om het
water preventief te lozen wanneer hoogwater dreigt.
Muhlberg, een historisch stadje dat een oponthoud waard is
Wij overnachten in Muhlberg, een historisch
stadje waar Keizer Karel V de protestanten versloeg.
in1547. Titiaan
schilderde hem ten voeten uit na de slag. Maar dat was een Pyrhusoverwinning. In 1551 versloegen de protestantse vorsten onder
leiding van Maurits van Saksen (die van Moritzburg, zie mijn eerste Elbeblog) de keizer in Innsbruck. In 1555 sloot Ferdinand,
broer van Karel, de Godsdienstvrede van Augsburg met de protestantse vorsten.
Karel V zag Augsburg als een persoonlijke nederlaag en deed in Brussel
troonsafstand.
De verantwoordelijke voor het kleine muzeum van
Muhlberg werkte en België en spreekt goed Frans. Het stadje heeft ook een mooi
Elbehaventje. Dit dateert van 1883 toen de hoofdarm van de Elbe verlegd werd en
Mühlberg niet meer direct aan de stroom lag. Dat haventje wordt nu omgebouwd tot een marina en
een industriehaven. Een omstreden reconversieproject van 2,5 miljoen €. De Elbe
is slecht bevaarbaar: soms te weinig water, soms te veel. Daardoor vechten de haventjes
van Torgau, Riesa en Dresden al om te overleven. De enige klant voor de haven
in Mühlberg is een windmolenfabrikant die echter meestal zijn rotorbladen over
de weg vervoert.
Bij het uitrijden van Mühlberg rijden wij over
de mooiste Elbebrug. Bijna zo mooi als de Maasbrug van Wandre…
Torgau, waar maarschalk Koniev en Generaal Bradley mekaar ontmoetten in 1945
gevecht voor Berlijn |
Door de Elbepolders rijden wij naar Torgau. Op 15 april 1945 ontmoetten hier deAmerikaanse troepen en de Russen elkaar op een kapotgeschoten brug over de
Elbe. Twee verschillende monumenten herdenken dit: een van de Russen vlak na de
oorlog en een van de DDR 30 jaar later.
Roosevelt, Stalin en Churchill hadden inYalta een procedure vastgelegd voor contact tussen de twee legers: de yankees
zouden een groene vuurpijl afsteken en de Russen een rode. Maar de Amerikaanse patrouille vond dat de
beste manier om contact te krijgen de stars-and-stripes was en ze
improviseerden een vlag op karton. De Sovjetofficier. Alexander Sylvashko was sceptisch
en zond een soldaat met de naam Andreev naar een zekere Robertson die op de
brug stond over de Elbe. De twee mannen groetten met de “V for Victory.” De
volgende dag werd de ceremonie overgedaan met een paar dozijn soldaten van elk
kamp. Ze zwoeren een eed ter herinnering van al wie zo ver niet geraakt was: “In
de naam van wie op het slagveld gevallen is en die er hun leven hebben gelaten
en in naam van hun nakomelingen, moet de weg naar de oorlog geblokkeerd worden!”
Spijtig van hun dure eed: die soldaten gaven er zich geen rekenschap van dat de
koude oorlog voor de deur stond. Marschalk Ivan Konev gaf aan Omar Bradley een
prachtige hengst uit de Don; Bradley gaf hem het Legion of Merit – en ook een
jeep. Marschalk Zhukov, die de slag voor Berlijn leidde gaf aan de geallieerde opperbevelhebber
Eisenhower de hoogste onderscheiding van de Sovjet Unie, de Orde van de
Overwinning. Eisenhower gaf aan Zhukov het erelegioen.
Klik hier om op googlebooks de dagorde van Igor (Stalin) aan Konev te lezen over
het contact met de geallieerde legers.
Op andere
plaatsen van de Elbe zijn ook dergelijke contacten geweest.
Torgau is precies niet erg opgezet met die historische handdruk. Niet iedereen
in Duitsland spreekt over de bevrijding. Sommigen gebruiken de term ‘invasie’.
In alle geval maakt het stadje meer publiciteit rond een ander monument, het
Fort Zinna. In de folder over de tentoonstelling “Spuren des Unrechts” die in
Fort Zinna doorgaat hebben wij 5 lijnen gevonden over de weermachtgevangenis in
de naziperiode, een halve bladzijde over de ‘Sovjetische Speziallager’ die er werd ingericht na de
oorlog en vijf bladzijden over de DDR gevangenis die
er later kwam. En alsof het nog niet
genoeg is werd ook een museum gemaakt van een jeugdgevangenis, het Jugendwerkhof waar in de DDR periode jongeren die in
normale jeugdinstellingen onhandelbaar bleken werden samengebracht. Deze
gesloten instelling wordt voorgesteld als het summum van onmenselijkheid. De
bedoeling van dat museum is in te gaan tegen de heel verspreide mening dat de
opvoeding in de DDR goed was, en zelfs beter dan in het Westen. Dit museum is beslist in 1993 door de „Enquetekommission
des Bundestages Aufarbeitung von Geschichte und Folgen der SED-Diktatur in
Deutschland". Voor
die commissie moet dit gesloten jeugdopvangcentrum (Geschlossenen Jugendwerkhof)
voorgesteld worden als de "Bankrotterklärung des Systems", het
failliet dus, van de DDR. Ze lopen misschien wel een beetje hard van stapel
maar ze krijgen de middelen om dit in de hoofden van de mensen te stampen. Heeft
het ‚nieuwe‘ Duitsland dan geen gamins de merde meer? Ik vermeld wel dat
Duitsland weinig gesloten jeugdinstellingen heeft. Voor heel het land zijn er
minder als in België.
Na Torgau
radelen wij verder naar Döbern heeft een clevere dominee van zijn kerk een Radfahrerkirche
gemaakt heeft. Hij telt het aantal bezoekers door hen uit te nodigen een
kei in een soort plexibrievenbus te steken.
Lutherstad Wittenberg
De officiële
naam van Wittenberg is sedert 1938 Lutherstad Wittenberg, waarschijnlijk om de
verwarring met Wittenberge dat een beetje verder aan de Elbe ligt te vermijden.
Hier nagelde Luther zijn de 95 stellingen op de deur van de slotkerk: een
scherp protest tegen de handel in aflaten en tegen de wantoestanden in de
katholieke kerk.
Op de toren
van de slotkerk “Ein feste Burg ist unser
Gott”, titel van een psalm van Martin Luther. Friedrich Engels noemde die psalm
de „Marseillaise van de boerenoorlog van 1525”. 100.000 opstandige boeren stierven met dit lied op hun lippen. Een andere Martin Luther King schreef zijnversie. Ik heb wat moeten zoeken om
een strijdvaardige uitvoering te vinden en mijn prijs gaat naar een Poolse film.
Meer op
http://hachhachhh.blogspot.be/2012/12/la-marseillaise-de-la-guerre-des.html
Volgens Engels gaf Luther in Wittenberg “het sein tot de
beweging die alle standen in haar draaikolken zou meeslepen en het hele rijk op
zijn grondvesten zou doen schudden. Zijn stellingen werkten als een vonk in een
kruitvat. De talloze tegenstrijdige doeleinden, zowel van de ridders als van de
burgers, van de boeren en de plebejers, van de op macht beluste vorsten en de
lagere geestelijkheid, werden daarin vóór alles op een gemeenschappelijke wijze
tot uitdrukking gebracht en zij schaarden er zich met een verbazingwekkende
snelheid achter. Adel en burgerij schaarden zich zonder voorbehoud om Luther;
boeren en plebejers vormden, zonder nog in Luther een directe vijand te zien,
een afzonderlijke revolutionaire oppositiepartij, onder leiding van Thomas
Munzer. Luther en Münzer bestreden elkaar zowel in de pers als vanaf de kansel,
zoals ook de grotendeels uit lutherse elementen bestaande legers van de
vorsten, ridders en steden de troepen van de boeren en plebejers versloegen”.
Voor meer uitleg over Thomas Münzer moet je wachten op mijn blog over het
panorama van die Boerenoorlog in Frankenhausen, die wij op onze weg naar de
Elbe bezochten.
Luther probeerde
de doos van Pandora die hij opende terug te sluiten en veroordeelde de
boerenopstand: «men moet ze in stukken
kappen, hen verstikken, hen kelen zoals dolle honden! ".
Ook de Nederlandse
communist Theun de Vries schreef mooie pagina’s over Luther. “Marx noemt Luther zelfs ‘de eerste
Duitse econoom’. Luther was streng over de gilden. De onvrijheid van de kleine
ambachtslui in de Duitse steden had het gilde-apparaat uitgehold en van zijn
zin beroofd. Luther, de zoon van een mijnwerker, heeft het als grote onrechtmatigheid
gevoeld dat de gildemeesters tegenover hun minderen een onwrikbaar monopolie
uitoefenden, en dit bestreden. Hij eiste in verschillende preken uit de jaren
1524 en 1525 toelating tot ieder handwerk ook voor de laaggeborenen, zelfs voor
bastaarden, en stond vooral op de rechten van de gezellen. Tegelijk heeft hij
zich verzet tegen het andere uiterste: volledige ambachtsvrijheid. Hij voorzag
terecht dat de rijken hun macht in het gilde en hun dienovereenkomstige invloed
ten nadele van de zwakken zouden misbruiken. Dit soort meningen van Luther
omtrent arbeid en beroep worden in de geschiedenis van de staathuishoudkunde
wel beschouwd als fundamenten voor wat men later de theorie van de
arbeidswaarde zou noemen. In dit opzicht heeft Marx aan Luther de lof gegund
die hem toekwam: Calvijn juichte het winstprincipe toe; zijn volgelingen in
Genève, de Nederlanden, Engeland en later Noord-Amerika waren onbezweken
bouwmeesters van het moderne kapitalisme”.
Voor het
opdoeken van die gilden zal men moeten wachten tot de Franse revolutie. In de
19de eeuw probeert de katholieke kerk het gildeidee terug op te
peppen met ‘Rerum Novarum’. Maar het gildeidee wordt – terecht – geassociëerd
met Mussolini en de laatste Gildehuizen in Vlaanderen zinken weg met het
Arco-schandaal.
Wij leren bij
de Vries ook dat “het stadsbestuur van
Wittenberg, onder leiding van burgemeester Lukas Cranach, een nieuwe
stadsordening schiep. Volkstumulten tegen priesters die aan de oude Kerk
vasthielden en beeldenstormen begeleidden de ommekeer en de vernieuwing. Luther
zelf daalde van de Wartburg af en keerde naar Wittenberg terug om er de orde te
herstellen. Hij joeg de radicalen wegens hun extreem-reformatorische propaganda
onder de laagste klassen uit de stad.
In de Hervorming bestond bijna van het begin
een ‘linkervleugel’ met Thomas Müntzer, een ‘volkstheoloog’ van ongemene
sociaal-religieuze geestdrift”. (Theun
de Vries, Ketters. Veertien eeuwen kettergeloof, volksbeweging en
kettergericht. Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam 1982 ).
Over vader
en zoon Cranach liepen er juist verschillende tentoonstellingen in Wittenberg. Zij
waren namelijk ook verdienstelijke schilders. Vader Cranach heeft een stijl die
gelijkloopt met Dürer. Het altaar in de Stadtkirche St. Marien waar Luther
predikte is van Lucas Cranach. Verder heeft Wittenberg naast het Lutherhaus de CRANACHHÄUSER en de CRANACHHÖFE.
Die burgemeester Cranach moet een interessante persoonlijkheid zijn geweest, niet
alleen als schilder, maar ook op het vlak van stadbestuur.
Voor Luther
gaat het crescendo tot 2017, het Lutherjaar. In afwachting was 2015 het
Cranach-jaar met een tentoonstelling over Cranach de Jongere.
Maar ook de
‘Lutherin’ Katharina van Bora wordt niet vergeten. Katharina
van Bora heeft haar standbeeld voor het Lutherhaus. En Cranach portretteerde
haar verschillende keren. In 1515 had zij haar geloften als non afgelegd. Bij
de ontdekking van de eerste geschriften van Luther besloot ze samen met andere
nonnen uit het klooster te treden. Ze vroegen Luther om hulp, en die stuurde op
Goede Vrijdag 1523 een wagen waarin Katharina von Bora en twaalf andere nonnen,
verstopt achter visvaten, ontsnapten. Luther vond een man voor elf van de
nonnen, maar met Katharina van Bora was
het moeilijker. Toen zij het voorstel van Luther om te trouwen met een zekere Kaspar Glatz weigerde,
omdat zij »keine Lust und Neigung zu ihm«
had, schimpte Luther: »Welke duivel wil
je dan wel hebben!« Maar ze viel juist op hem, en hij erbarmde zich over de
laatst overgebleven non en trouwde in het huis van zijn vriend en medestrijder Cranach.
Later zei Luther: »Käthe is het beste wat
God mij kon geven!« De Lutherin heeft in het brandpunt van de
godsdiensstrijd gestaan. De katholieken vielen Luther aan die met een ex-non
samenleefde. De protestanten voerden een ideologisch tegenoffensief waarbij zij
de liefde tussen die twee naar voor schoven. En het moet gezegd dat de
verhouding tussen die twee voor hun tijd zeer modern en open was. Katharina was
ook een ondernemende vrouw: ze wist een boerderij, een brouwerij en een
viskwekerij in een Elbe-arm te combineren met een talrijk nageslacht.
De Hundertwasserschule
Wittenberg roemt zich op zijn Atheneum, dat – hoe kon
het ook anders – naar Luther genoemd is. Maar dat is de reden niet: het is een van de
laatste projecten van de extravagante architect Hundertwasser. Wij kwamen die
al tegen in Wenen. Zie hiervoor mijn blog.
Wij bezochten ook het Hundertwasserhaus in Magdeburg; dit is voor een volgende
blog.
De artiest
heeft de opening van de school niet meer meegemaakt: hij stierf in februari
1999. Zijn ‘Hundertwasserschule’
heropende een paar maand later in mei.
In het
gebouw bevonden zich oorspronkelijk twee polytechnische secondaire scholen, de Erich Weinert en de Hans Lorbeer school. Na de
Wende werden die opgedoekt en vervangen door het Martin-Luther-Gymnasium. Deze
scholen waren een Plattenbau van het type Erfurt 2. De DDR heeft 2500 scholen nieuw moeten bouwen. Einde 1988 waren er in de DDR
5900 scholen. Heel snel werd de bouw ervan gestandardiseerd. Vanaf half de
jaren zestig werden van het Type Erfurt TS in H-vorm 500 scholen gebouwd: het
Baukombinat Erfurt was voor de scholenbouwplanung in de hele DDR verantwoordelijk.
Die gebouwen hadden grote vensters, die veel licht binnenlieten, maar in de
zomer te warm en in de winter te koud waren. Ze waren slecht geisoleerd, maar dat kan men
van veel Europese gebouwen uit die tijd zeggen.
Na de Wende
zei men dat de twee vroegere polytechnische secondaire scholen op niets
trokken. Men viseerde met de kritiek op de Plattenbau eigenlijk heel het DDR systeem,
wat toch een beetje kort door de bocht was.
In april
1993 besliste het schoolparlement van het toenmalige ‘Martin-Luther-Gymnasium’ om Hundertwasser te contacteren. Die
artiest is met zijn kritiek op de ‘rechte lijn’ natuurlijk de ideale kapstok om
de kritiek op de DDR Plattenbau aan op te hangen. Zelden wordt vermeld dat Friedensreich
Regentag Dunkelbunt (dat waren zijn voornamen) ook Loos kritikeert, en die Loos
was dan toch de grondlegger van de Sezession in Wenen, beter gekend bij ons als
Jugendstil. Onze artiest reageert
entoesiast en voor de verbouwing wordt een vereniging ‘Förderverein Hundertwasser des Martin-Luther-Gymnasium’ opgericht,
die lobbyt om het project te doen aannemen. De vereniging verzamelt ook
gedurende vijf jaar de nodige fondsen, want de stad Wittenberg had het geld
niet. De Förderverein haalt een half miljoen € op bij sponsors en particulieren,
een twintigste van het totaal budget van 10 miljoen €. Het Land Sachsen-Anhalt
heeft het grootste deel opgehoest en zag duidelijk heel het opzet als een
city-merchandising operatie. Hundertwasser zelf drukte 5.000 stuks
van een "Baustein" eenkunstdruk die aan 150 DM verkocht werd.
Die
associatieve dynamiek aan de basis van de school is er nog. Men wordt er
rondgeleid door twee leerlingen die om beurten het onthaal doen. Het was
moeilijk uit te maken als die associatieve dynamiek ook parallel is gegaan met
de ontwikkeling van een zeker elitisme…
In zijn
welkomstwoord bij de lancering van het project in 1995 zei Hundertwasser: ‘de kinderen verbrengen hun kostbaarste tijd,
hun jeugd en ontwikkelingsjaren, in gebouwen die gelijken op gevangenissen of
op elkaar gestapelde kippenhokken, waarin de ziel van het kind ten onder gaat
met alle slechte nevenwerkingen voor onze maatschappij: eigen dromen en
scheppingskracht worden in die autoritaire gevoelskoude opvoedingsinstellingen
in de kiem gesmoord’. Men interpreteerde dat natuurlijk als een kritiek op
de ‘typische DDR ideeënloze Plattenbau’, die in feite een functionele
architectuur is zoals overal in West Europa.
Maar de
clou is dat die ‘kippenhokken’ van binnen gebleven zijn wat ze waren. Aan de
binnenstructuur is niets veranderd. Eerst en vooral omdat het budget te klein was
om binnen veel te veranderen. Maar ook omdat Hundertwasser zonder schroom erkende
dat hij aan "verkleedarchitectuur"deed.
Men begint vandaag het ‘façadisme’ te kritikeren: van een gebouw alleen de
façade houden en erachter iets helemaal nieuws optrekken. Hundertwasser deed
veel omgekeerd façadisme: de buitenkant van een gebouw aankleden maar aan de
structuur niets veranderen.
Onze
artiest heeft dus niets veranderd aan de structuur van het gebouw. Hij brak
een paar verdiepen gedeeltelijk af, om de balkvorm visueel te breken; hij
imiteerde daarin de franse architect Roland Castro die over heel Frankrijk zo HLM’s heeft ‘gerehabiliteerd’.
En hij
verbouwde een beetje de trappen, om ze een uitgesleten uitzicht te geven. Deze
trappen maakten deel uit van zijn trukkendoos.
Toen het
gebouw bijna af was stelde een van de sponsors vast dat dit niet kon: binnen
was niets veranderd! “Auszen hui, innen
pfui”. Er was geen geld voor de binneninrichting? Hij gaat er sponsors voor
zoeken, zoals Alkor Draka van Solvay of
Resopal of Alligatorverf. Die sponsors hebben natuurlijk overal hun naamplaatje
achtergelaten. Maar vooral: wat men van binnen ziet is geen Hundertwasser, maar
een samenraapsel van gesponsoriseerde projectjes.
Hundertwasser
sprak over de ‘Bewaldung’ of
bebossing van de daken maar de paar bomen die er groeien zijn berken,
pionniersbomen met heel oppervlakkige wortels. Het grootste deel zijn
vetplanten die kunnen overleven in de extreme droogte op een laag humus van een
paar centimeter. Hij voorzag ook hier onder zijn vensters ruimte voor zijn
"Baummieter", boomhuurders,
"een geschenk van het huis aan de
buitenwereld. De mens geeft vrijwillig een territorium van zijn woonruimte aan
de natuur terug, als compensatie voor de grote ruimten die aan de natuur
onttrokken zijn", zei hij in 1985. Ik moet erkennen dat die boompjes
in goede gezondheid zijn, wat niet overal het geval is. En de bakken waarin ze
geplant zijn tonen geen spoor van schimmel of vochtplekken, wat voor de auteur
van het ‘schimmelmanifest’ atypisch
is. Schimmels waren voor hem een teken van leven.
Voor de
rest is het gebouw een mooi staal van zijn trukken, zoals zijn bonte gevels met
veel hoeken en bogen en zijn vergulde ajuintorentjes. Veel pilaren heeft hij
niet kunnen gebruiken: die ceramiek was waarschijnlijk te duur voor het magere
budget. Waar hij kon maakte hij zijn vensters kleiner naarmate ze hoger stonden
om een perspectief te scheppen. Hier heeft hij wat moeten spelen met de
bestaande vensteropeningen want de structuur veranderen was te duur. Functionnaliteit
mag je hem niet vragen. Hij zegt dat hij daartegen is. Zijn terras dat hij
voorzien had om les te geven kan voor die functie niet gebruikt wegens het
verkeerslawaai. En zijn begroeide daken waar hij hoopte biologieklassen te
laten werken zijn om veiligheidsredenen niet toegankelijk.
De
ecologische impact van Hundertwasser beperkt zich tot een bont en spectaculair
uitzicht: warmteverbruik en isolatie, sanitair, interesseerde hem niet. Zijn persoonlijke
ecologische voetafdruk was trouwens enorm groot.
In de zeventiger jaren kocht hij in Nieuw Zeeland 372 ha, een hele vallei. Zijn
dood echter was ecologisch perfect: hij is gestorven aan een hartaanval in
februari 2000 op de "Queen Elizabeth 2" en in Nieuw Zeeland begraven zonder doodskist,
naakt in zijn "Koruflagge", een vlag waarmee hij de Nieuw-Zeelandse
vlag wilde vervangen. Hij zou slechts
schulden nagelaten… Als er al een ecologische voetafdruk was is die daarmee
uitgewist…
Voor de
rest heeft onze artiest wel sympathieke stellingen, zoals "Hatelijkheid is het gevaarlijkste gif voor
het milieu, want het vernietigt de ziel van de mensen.»
Luther-Melanchthon-Gymnasium of Hundertwasserschule?
In 2006 werd het Martin-Luther-Gymnasium samengevoegd met het Melanchthon-Gymnasium
dat zich in het historisch hart van de stad bevond.Het heet nu dus officiëel Luther-Melanchthon-Gymnasium of LuMe. Maar heel
dikwijls gebruikt men de term Hundertwasserschule. Wat in de communicatie een
beetje verwarrend is. De school blijft ook uiterst discreet over de twee
vroegere polytechnische secondaire scholen waar zij de opvolger van is, de Erich Weinert en de Hans Lorbeer school. Op
internet vindt men nog een paar referenties naar groepen van oud-leerlingen,
maar voor de Hundertwasserschoool is het alsof die niet hebben bestaan. Wie zijn verleden negeert heeft geen
toekomst?
Die
weigering om het verleden onder ogen te zien is een algemeen verschijnsel. Op het eerste gezicht is er nietsgebeurd: 53 Hochschulen in de DDR, 50 vandaag in de nieuwe Länder. Maar slechts
23 Hochschulen zijn verder gegaan in het nieuwe systeem, 30 hebben de Wende niet
overleefd, en zijn nieuw opgericht, meestal als Fachhochschulen, die men in de der
DDR niet kende. En die beslissingen werden genomen door een Wessie uit Keulen. Een
aantal zijn privé scholen. "Eine kritiklose Kopie angelsächsischer
Hochschulen", wierpen een aantal studenten die Wessie onlangs voor de
voeten.
Ik heb wel teruggevonden hoe het Melanchthon gymnasium bijvoorbeeld in de DDR tijd georganiseerd was. Er waren zes tot zeven uur les per dag, ook op
zaterdag. De leerlingen werden ook ‚in de productie gebracht. Twee maal per
week stond een uur „Inleiding in de socialistische productie“ op het leerplan.
Om de 14 dagen was een „Unterrichtstag in der Produktion“ waar de leerlingen in kleine
groepen in een bedrijf een aantal uren werkten. Vanaf de elfde klas werd die
dag vervangen door „Wissenschaftlich-Produktive Arbeit“ eenmaal per week, vier tot
zes uur, in verschillende bedrijven. Deze fabrieken hadden „Patenbrigaden“ per
klas. Deze waren aanwezig op feestelijkheden in de school en bepaalde geëngageerde
brigaden organiseerden groepennamiddagen, steunden financieel klasfeestjes of
zorgen voor begeleiders bij schoolreizen. In de zomer was het FDJ-Hemd (Freie
Deutsche Jugend) verplicht. In iedere klas was een FDJ-Gruppe, Op een appel
voor de hele school legde de directeur de politieke situatie uit, en vermelde
ook soms scholieren die niet meer naar school kwamen omdat hun familie in de Bondsrepubliek
naar de ‚Klassenvijand’ was overgelopen.
Hundertwasser en de volkstuincultuur
In 1981
verheerlijkte Hundertwasser de Schrebergarten-Kultur (volkstuinen), waarin
dezelfde persoon bouwheer, bouwmeester, metser, tuinman en bewoner is. Schreber
ijverde in de 19de eeuw om in elke school een tuintje te hebben. De
volkstuinbeweging heeft zijn naam overgenomen. Rond Wittenberg zijn 3.000 volkstuintjes, op verschillende plaatsen. Het is niet altijd
gemakkelijk om als niet-lid binnen te geraken, maar vlak achter ons hotel zijn
een aantal tuintjes gemakkelijk te zien ‘Am Stadtgraben’ in de Weserstrasse.
In mijn
volgende blog bezoeken wij de Piesteritzer Werkssiedlung, een sociale woonwijk
gebouwd in 1916, in volle oorlog. En verder bezoeken wij het worlitzer gartenreich,
een prachttuin. Het Parklandschap Dessau-Wörlitz is in 2000 op de
werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst, 142 km2 langs de oevers van de Elbe
in het natuurgebied Mittelelbe. En tenslotte bezochten wij in Dessau het Bauhaus een baanbrekend ontwerp van Walter
Gropius. Het gebouw uit 1925 oogt nog altijd verrassend modern.
Zie ook
mijn eerste twee blogs over de Elberadweg http://huberthedebouw.blogspot.be/2015/07/radebeul-een-goed-vertrekpunt-voor-de.html
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire