lundi 17 août 2015

Elbefietsroute – van Wittenberg naar Maagdenburg


Wij reden in de zomer 2015 van Dresden naar Maagdenburg. Juist buiten Wittenberg (Piesteritz maakt deel uit van Wittenberg) ligt een interessante sociale woonwijk, in Piesteritz, Karl-Liebknecht-Platz 20. Een klein omwegje waard: de wijk ligt praktisch op de Elberadweg. Deze fabriekswijk uit 1916 werd in 1986 opgenomen op de Denkmalliste van de DDR en staat sindsdien onder Denkmalschutz. De Werkssiedlung Piesteritz werd als Expo-Projekt in 2000 volledig gerestaureerd. Het is de grootste autovrije woonwijk in Duitsland. 363 rijhuizen, een katholieke kerk, een stadhuis (nu het Lucas-Cranach-Gymnasium, met ooievaarsnesten op het dak). Het huidige Hotel Piesteritzer Hof was oorspronkelijk een winkel en is nog als gemeenschapshuis gebruikt. Am Dreieck werden een aantal huizen voor de kaders gebouwd(tot 160 m2). Voor de arbeiders was er 80 m2 voorzien, wat toch voor die tijd zeer royaal was. Er waren ook een school, en het Damenheim, waarin vroeger de ongetrouwde secretaressen woonden. Bij ons had je de phalanstères voor alleenstaande mannen (ongehuwd of met de vrouw nog in het thuisland.
Die Piesteritzer Werkssiedlung is van de hand van de urbanist Georg Haberland en de architect Otto Rudolf Salvisberg. Haberland bouwde veel woonkazernes, maar ook het grootwarenhuis Karstadt, vandaag nog altijd een van de hipste winkels van Berlijn. Salvisberg bouwde ook de Weisse Stadt in Berlijn, vandaag UNESCO- Werelderfgoed.
Deze tuinwijk is gebouwd in 1916, in volle wereldoorlog. Hoe komt het dat op dat moment geld beschikbaar is voor eensociaal project van dergelijke omvang? In 1915 kreeg Duitsland door de blokkade geen salpeter meer uit Chili. Men heeft dan op 9 maand een fabriek gebouwd om kalkstikstof te produceren als meststof. Maar dan moesten nog arbeiders gevonden worden, met veel mannen aan het front. Dus werd van 1916 tot 1919 een wijk gebouwd voor 2000 personen. Vandaar ook die katolieke kerk in een protestantse streek: het bedrijf trok ook veel Polen aan.
Het SKW Stickstoffwerke Piesteritz GmbH bestaat nog altijd, maar op de vrijgekomen terreinen is sinds 2005 het Agro-Chemie Park Piesteritz geinstalleerd, met meer dan 30 bedrijven.
Voorbij Piesteritz steken wij de Elbe over in Coswitz via een gierveer.

Het worlitzer gartenreich

de Synagoge in Wörlitz
5 Kilometer verder komt men in het Worlitzer Gartenreich, ook weer Unesco werelderfgoed. Het park is niet voor fietsers toegankelijk maar is een wandeling van een paar uur meer dan waard.
En vlak erlangs is een heus dorpje met verschillende pensions en restaurantjes. Een interessante stopplaats.
Het Wörlitzer park is een van de eerste en grootste Engelse landschapsparken op het Europese continent. Het is het werk van de verlichte hertog Leopold III Frederik Frans van Anhalt-Dessau. Vandaar het Rousseau-eiland, een kopie van het eiland Ermenonville waar Rousseau is begraven. 
In de tuin bevindt zich ook een synagoge, wat in die periode zeker van tolerantie getuigde. Het interieur werd verwoest in 1938 tijdens de Kristalnacht. Het gebouw zelf werd gered door toedoen van de toenmalige tuin directeur Hans Hallervorden. Dit kostte hem echter zijn baantje.
Het Slot Wörlitz is geïnspireerd door Britse voorbeelden als Claremont, Stourhead en Stowe, maar vooral door geïnspireerd door Horace Walpole die in 1749 in Twickenham begon met de verbouwing van zijn Strawberry Hill. Walpole schreef "On Modern Gardening", het Evangelie van de ‘Engelse’ tuin. Voor Walpole was de Engelse tuin de perfectie: "Wij hebben aan de wereld het echt model van tuinieren gegeven; en dan mogen andere landen ons imiteren of zelfs verbasteren; onze stijl zal blijven domineren op zijn altijd groene troon, origineel in zijn elegante eenvoud". Het beatlesliedje Strawberry Hill refereert naar een deel van het New Yorkse Central park, dat waarschijnlijk verwijst naar het Strawberry van Walpole.
Onze hertog haalde dus Johann Leopold Ludwig Schoch naar Wörlitz en die maakte er wat nu de Schochs Garten is. De man is begraven in zijn park. Het gebouw in het Schochspark heeft twee gezichten: de ene gevel is een imitatie van de venetiaanse kerk Madonna del Orto. De parkgevel is Tudorgotik.
Er zijn bruggen van alle soorten: een kopie van de Iron Bridge in Engeland (Coalbrookdale) uit 1779, een kettingbrug, (met erlangs twee pontonbrugjes voor bezoekers die niet over de kettingbrug durfden), een Chinese witte brug die het leven uitbeeldt dat uit treden bestaat die in het midden steeds vlakker worden en op het einde steeds steiler. En er zijn ook twee pontjes (betalend: 0.5 €)
De tuin staat vol bouwsels waar men ook binnenkan via tunnelachtige gangen waarvan het dak soms ingelegd is met brandglas. Zo geraakt men vanuit de Luisenklippe in de Venustempel, met een afgietsel van de Venus van Medici. Het rotseilandje Steinmet de Villa Hamilton heeft ook een kunstmatige vulkaan, een imitatie van de Vesuvius. De Hertog liet die tijdens zijn tuinfeesten vuur spuwen. In 2005 en 2006 heeft men nog zo’n vulkaanuitbarsting uitgevoerd.
In het noorden is het park beschermd door de Hochwasserschutzdeich: niet vergeten af en toe wat hoogte te nemen: vanop die dijk heeft men prachtige gezichten op het park. .
Deze tuin staat niet alleen: heel het Parklandschap Dessau-Wörlitz is in 2000 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst, 142 km2 langs de oevers van de Elbe.

Bevers in het Auenhaus

13  kilometer verder is Dessau. Onderweg radelen wij door het Biosphärenreservat Mittelelbe, een van de oudste UNESCO-Reservaten in Duitsland. En wie geluk heeft kan de zeearend spotten. Wij hadden niet de tijd om er het Auenhaus te bezoeken. Er moet o.a. een beverhut te zien zijn achter glas, een Biberfreianlage en een Biberkino. De bever was praktisch verdwenen in West Europa – alleen aan de Elbe telde men in de 19° eeuw nog 190 bevers, en dat was het dan. In de middeleeuwen stond de bever op het menu van adel en abten: de kerk beschouwde hem als vis (hij kan ook 20 minuten onder water blijven en met zijn 25 kilo is daar wat aan te eten. Later kwam de mode van de pelsen mutsen (per vierkante centimeter pels heeft hij 700 maal meer haren als op onze kop).
Rond 1890 begon een zekere Behr een campagne voor de bescherming van de bever. Vandaar zijn titel van de bevervader. Maar de echte doorbraak voor het behoud van de bever kwam van de DDR, met de Arbeitskreis Biberfreunde van Dessau. Daarop volgde in 1954 een natuurbeschermingswet en in 1957 werden de belangrijkste woongebieden onder bescherming geplaatst. Alle bevers die vandaag in Europa leven zouden genen van de Elbebever hebben.
De Staatshoutvesterij uit Tornau leverde in de DDR periode bijvoorbeeld bevers aan de Biesbosch. De bevers moesten met harde westerse valuta worden betaald en kosten gemiddeld ruim DM 1000 per stuk. Nu floreert de bever in de Biesbosch, met 100 actieve burchten en 300 bevers. De Biesbosch Natuurprijs ging in 2013 naar de Castor fiber albicus, de Elbebever en de daaraan verbonden sculptuur.
Bevers in de Hemlot
Op een vijf kilometer van mijn thuis, in Hermalle, leven ook bevers in een dode Maasarm, de Hemlot. Zie daarover mijn blog http://hachhachhh.blogspot.be/2014/04/balade-au-hemlot-des-castors-des.html 
Hermalle heeft er niet voor betaald: ze zouden - weliswaar met een beetje mensenhulp – alleen zijn afgezakt van de Elbe.
De beverdammen hebben weliswaar een positief effect op het overstromingsgevaar, maar als het water zijn burcht onder water zet verhuist hij en graaft een nest in de dijken waardoor deze moeten beveiligd worden met matten uit gegalvaniseerd staal, stenen of damplanken, of ook nog kunstmatig aangelegde vluchtheuvels. Maïsvelden moeten dan weer beschermd met een elektrische afsluiting.

Dessau en het Bauhaus

Dessau is een historische stad, maar in maart 1945 werd de binnenstad voor 97 % platgebombardeerd, en men heeft weinig historische gebouwen terug opgebouwd. Men kan zich nog altijd afvragen waarom Churchill en ‘bomber’ Harris zoveel steden aan de Elbe hebben platgebombardeerd: dit terrein was in Yalta toegewezen aan de sovjets. Weliswaar had Dessau de Junkers-vliegtuigfabrieken. Maar wij wilden in Dessau vooral het Bauhaus zien. Dit gebouw is een baanbrekend ontwerp van Walter Gropius. Het gebouw uit 1925 oogt nog altijd verrassend modern. Er is een restaurantje waar de fietstoerist voor en schappelijk prijs kan eten en je kunt er zelfs in de historische studentenkamers verblijven voor niet duurder dan een Zimmer. In de buurt van het Bauhaus vind je ook de witte, in strakke kubusvormen gebouwde Meisterhäuser van Gropius (net als het Bauhaus Unesco-werelderfgoed). Deze villa's, waarin kunstenaars als Klee en Kandinsky ooit werkten en die in WOII deels verwoest werden, zijn inmiddels gereconstrueerd. Het Bauhaus werd door de nazi’s gesloten. In 1975 gerestaureerd Unesco werelderfgoed
Dessau probeert weliswaar het beeld op te hangen van een hippe stad. Maar van de 103.000 inwoners van Dessau zijn er vandaag nog 75.000 over en men rekent voor 2025 op een verder verlies van 13.000 inwoners.
Wij sliepen een paar kilometer verder in Groszkünau waar ook een interessante wandeling te maken is in de Elbepolders. Het kasteel ligt op aanvraag van de huidige eigenaar, het Kulturstiftung Dessau-Wörlitz,  buiten de dijk om het Kuhnaupark, dat ook deel uitmaakt van het Dessau-Wörlitzer Gartenreiches, niet te schenden. Het wordt bij hoogwater met zandzakjes beschermd.
Een beetje voorbij Kunau passeren wij door Aken. Het stadje zou is door Vlamingen zijn gesticht. Rond het eerste millenium zou een zekere Albrecht de Beer hen naar daar gehaald hebben om de Elbe polders te ontginnen. Ze zouden er hun dialect hebben achtergelaten. De Duitsers lachen als ze het Akener dialect horen (Akener Mundart): Ik bin om zwee im jarden un trekke dit aole Unjeraut aus de erre. Den jewe ik de olle Hond och een bitche zu pitschern dat der nich vor Dorscht sterven dut. In dezem dialekt jibbets och keen g sonder j. Wir jehen jegen de Storm, da hebmer dolle jraft nödich“. Als het al Flamen waren, dan waren het geen West-Vlamingen… Aken is later uitgegroeid tot de grootste schippersstad langs de Elbe, met 4000 Elbkähne – Elbeboten - als thuishaven.
In Steckby passeren wij nog eens voorbij een radfahrerkirche.
Het Pretziener Wehrtijdens hoogwater
verbleven in een pension – restaurant- café in Pretzien. Vlakbij een wereldwonder waar kop nog staart is aan te krijgen, zo ingewikkeld is het. Op het eerste zicht een dam die helemaal droog staat en dus voor niets dient. In 1869 werd deze dam gebouwd op een dode arm van de Elbe. Het is het grootste grootste Schützentafelwehr – een dam met planken die kunnen worden opgehaald - in Europa Op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1889 kreeg het bouwwerk een gouden medaille. In de Middeleeuwen had de Elbe tussen Maagdenburg en Dornburg twee armen, de huidige Stromelbe en de Oude Elbe. Het 3000 ha grote eiland tussen die twee Elbearmen noemde men de den Elbenauer Werder. De oude Elbearm verzandde en werd ingedijkt maar overstroomde regelmatig omdat die dijkjes van bedenkelijke kwaliteit waren. In 1865 braken de dijken op 18 plaatsen door. Men besloot na die ramp een overloop van 18 kilometer graven met stevige dijken en 7500 ha polders samen te voegen.
Bij hoogwater opent men die dam. Dit gebeurt nog altijd manueel: de basisstructuur van 1869 werd behouden. Het openen duurt 5 uur met 16 man. Bij een waterhoogte van zes meter kan daarlangs een derde van het Elbedebiet worden omgeleid. Zo bleef in 2002 Maagdenburg, Schönebeck en die polders voor overstromingen beschermd. In 2010 is het daarom gerestaureerd. Sinds 1869 is de dam al 63 keer gebruikt.
Van Pretzien is het prachtig rijden door de polders tot Maagdenburg waar men binnenrijdt via een aantal fiets-en voetgangersbrugjes. Mijn volgende blog gaat dus over die stad waar ons eerste bezoek de Wallonenkirche wordt. On est Wallon ou on ne l’est pas…. 
Zie ook

 


Aucun commentaire: