Wij reden in de zomer 2015 van Dresden naar Maagdenburg. Juist buiten Wittenberg (Piesteritz maakt deel uit van Wittenberg) ligt een interessante sociale woonwijk, in Piesteritz, Karl-Liebknecht-Platz 20. Een klein omwegje waard: de wijk ligt praktisch op de Elberadweg. Deze fabriekswijk uit 1916 werd in 1986 opgenomen op de Denkmalliste van de DDR en staat sindsdien onder Denkmalschutz. De Werkssiedlung Piesteritz werd als Expo-Projekt in 2000 volledig gerestaureerd. Het is de grootste autovrije woonwijk in Duitsland. 363 rijhuizen, een katholieke kerk, een stadhuis (nu het Lucas-Cranach-Gymnasium, met ooievaarsnesten op het dak). Het huidige Hotel Piesteritzer Hof was oorspronkelijk een winkel en is nog als gemeenschapshuis gebruikt. Am Dreieck werden een aantal huizen voor de kaders gebouwd(tot 160 m2). Voor de arbeiders was er 80 m2 voorzien, wat toch voor die tijd zeer royaal was. Er waren ook een school, en het Damenheim, waarin vroeger de ongetrouwde secretaressen woonden. Bij ons had je de phalanstères voor alleenstaande mannen (ongehuwd of met de vrouw nog in het thuisland.
Die Piesteritzer Werkssiedlung is van de hand van de urbanist Georg
Haberland en de architect Otto Rudolf Salvisberg. Haberland bouwde veel woonkazernes,
maar ook het grootwarenhuis Karstadt, vandaag nog altijd een van de hipste
winkels van Berlijn. Salvisberg bouwde ook de Weisse Stadt in Berlijn, vandaag UNESCO-
Werelderfgoed.
Deze tuinwijk is gebouwd in 1916, in volle
wereldoorlog. Hoe komt het dat op dat moment geld beschikbaar is voor eensociaal project van dergelijke omvang? In 1915 kreeg Duitsland door de blokkade geen salpeter
meer uit Chili. Men heeft dan op 9 maand een fabriek gebouwd om
kalkstikstof te produceren als meststof. Maar dan
moesten nog arbeiders gevonden worden, met veel mannen aan het front. Dus werd
van 1916 tot 1919 een wijk gebouwd voor 2000 personen. Vandaar ook die
katolieke kerk in een protestantse streek: het bedrijf trok ook veel Polen aan.
Het SKW Stickstoffwerke Piesteritz GmbH bestaat nog altijd, maar op de vrijgekomen terreinen
is sinds 2005 het Agro-Chemie Park Piesteritz geinstalleerd,
met meer dan 30 bedrijven.
Voorbij Piesteritz steken wij de Elbe over in
Coswitz via een gierveer.
Het worlitzer gartenreich
de Synagoge in Wörlitz |
5 Kilometer
verder komt men in het Worlitzer Gartenreich, ook weer Unesco werelderfgoed. Het
park is niet voor fietsers toegankelijk maar is een wandeling van een paar uur
meer dan waard.
En vlak
erlangs is een heus dorpje met verschillende pensions en restaurantjes. Een
interessante stopplaats.
Het Wörlitzer park is een van de eerste en
grootste Engelse landschapsparken op het Europese continent. Het is het werk
van de verlichte hertog Leopold III Frederik Frans van Anhalt-Dessau. Vandaar
het Rousseau-eiland, een kopie van het eiland Ermenonville waar Rousseau is
begraven.
In de tuin bevindt zich ook een synagoge, wat
in die periode zeker van tolerantie getuigde. Het interieur werd verwoest in
1938 tijdens de Kristalnacht. Het gebouw zelf werd gered door toedoen van de toenmalige
tuin directeur Hans Hallervorden. Dit kostte hem echter zijn baantje.
Het Slot Wörlitz is geïnspireerd door Britse voorbeelden als Claremont,
Stourhead en Stowe, maar vooral door geïnspireerd door Horace Walpole die in
1749 in Twickenham begon met de verbouwing van zijn Strawberry Hill. Walpole schreef
"On Modern Gardening", het Evangelie van de ‘Engelse’ tuin. Voor Walpole
was de Engelse tuin de perfectie: "Wij hebben aan de wereld het echt model
van tuinieren gegeven; en dan mogen andere landen ons imiteren of zelfs
verbasteren; onze stijl zal blijven domineren op zijn altijd groene troon,
origineel in zijn elegante eenvoud". Het beatlesliedje Strawberry Hill
refereert naar een deel van het New Yorkse Central park, dat waarschijnlijk
verwijst naar het Strawberry van Walpole.
Onze hertog haalde dus Johann Leopold Ludwig Schoch naar Wörlitz en die
maakte er wat nu de Schochs Garten is. De man is begraven in zijn park. Het
gebouw in het Schochspark heeft twee gezichten: de ene gevel is een imitatie
van de venetiaanse kerk Madonna del Orto. De parkgevel is Tudorgotik.
Er zijn
bruggen van alle soorten: een kopie van de Iron Bridge in Engeland
(Coalbrookdale) uit 1779, een kettingbrug, (met erlangs twee pontonbrugjes voor bezoekers die niet
over de kettingbrug durfden), een Chinese witte brug die het leven uitbeeldt dat
uit treden bestaat die in het midden steeds vlakker worden en op het einde
steeds steiler. En er zijn ook twee pontjes (betalend: 0.5 €)
De tuin
staat vol bouwsels waar men ook binnenkan via tunnelachtige gangen waarvan het
dak soms ingelegd is met brandglas. Zo geraakt men vanuit de Luisenklippe in de
Venustempel, met een afgietsel van de Venus van Medici. Het rotseilandje Steinmet de Villa Hamilton heeft ook een kunstmatige vulkaan, een imitatie van de
Vesuvius. De Hertog liet die tijdens zijn tuinfeesten vuur spuwen. In 2005 en 2006
heeft men nog zo’n vulkaanuitbarsting uitgevoerd.
In het noorden is het park beschermd door de Hochwasserschutzdeich: niet
vergeten af en toe wat hoogte te nemen: vanop die dijk heeft men prachtige
gezichten op het park. .
Deze tuin
staat niet alleen: heel het Parklandschap Dessau-Wörlitz is in 2000 op de
werelderfgoedlijst van de UNESCO geplaatst, 142 km2 langs de oevers van de
Elbe.
Bevers in het Auenhaus
13 kilometer verder is Dessau. Onderweg radelen
wij door het Biosphärenreservat Mittelelbe, een van de oudste UNESCO-Reservaten in Duitsland.
En wie geluk heeft kan de zeearend spotten. Wij hadden niet de tijd om er het Auenhaus
te bezoeken. Er moet o.a. een beverhut te zien zijn achter glas, een
Biberfreianlage en een Biberkino. De bever was praktisch verdwenen in West
Europa – alleen aan de Elbe telde men in de 19° eeuw nog 190 bevers, en dat was
het dan. In de middeleeuwen stond de bever op het menu van adel en abten: de
kerk beschouwde hem als vis (hij kan ook 20 minuten onder water blijven en met
zijn 25 kilo is daar wat aan te eten. Later kwam de mode van de pelsen mutsen
(per vierkante centimeter pels heeft hij 700 maal meer haren als op onze kop).
Rond 1890
begon een zekere Behr een campagne voor de bescherming van de bever. Vandaar
zijn titel van de bevervader. Maar de echte doorbraak voor het behoud van de
bever kwam van de DDR, met de Arbeitskreis Biberfreunde van Dessau. Daarop
volgde in 1954 een natuurbeschermingswet en in 1957 werden de belangrijkste
woongebieden onder bescherming geplaatst. Alle bevers die vandaag in Europa
leven zouden genen van de Elbebever hebben.
De Staatshoutvesterij uit Tornau leverde in
de DDR periode bijvoorbeeld bevers aan de Biesbosch. De bevers moesten met
harde westerse valuta worden betaald en kosten gemiddeld ruim DM 1000 per stuk.
Nu floreert de bever in de Biesbosch, met 100 actieve burchten en 300 bevers. De
Biesbosch Natuurprijs ging in 2013 naar de Castor fiber albicus, de Elbebever
en de daaraan verbonden sculptuur.
Bevers in de Hemlot |
Op een vijf
kilometer van mijn thuis, in Hermalle, leven ook bevers in een dode Maasarm, de
Hemlot. Zie daarover mijn blog http://hachhachhh.blogspot.be/2014/04/balade-au-hemlot-des-castors-des.html
Hermalle heeft er niet voor betaald: ze zouden - weliswaar met een beetje
mensenhulp – alleen zijn afgezakt van de Elbe.
De
beverdammen hebben weliswaar een positief effect op het overstromingsgevaar,
maar als het water zijn burcht onder water zet verhuist hij en graaft een nest
in de dijken waardoor deze moeten beveiligd worden met matten uit gegalvaniseerd
staal, stenen of damplanken, of ook nog kunstmatig aangelegde vluchtheuvels. Maïsvelden
moeten dan weer beschermd met een elektrische afsluiting.
Dessau en het Bauhaus
Dessau is
een historische stad, maar in maart 1945 werd de binnenstad voor 97 %
platgebombardeerd, en men heeft weinig historische gebouwen terug opgebouwd.
Men kan zich nog altijd afvragen waarom Churchill en ‘bomber’ Harris zoveel
steden aan de Elbe hebben platgebombardeerd: dit terrein was in Yalta
toegewezen aan de sovjets. Weliswaar had Dessau de Junkers-vliegtuigfabrieken.
Maar wij wilden in Dessau vooral het Bauhaus zien. Dit gebouw is een baanbrekend ontwerp van Walter Gropius. Het gebouw uit 1925
oogt nog altijd verrassend modern. Er is een restaurantje waar de fietstoerist
voor en schappelijk prijs kan eten en je kunt er zelfs in de historische
studentenkamers verblijven voor niet duurder dan een Zimmer. In de buurt van
het Bauhaus vind je ook de witte, in strakke kubusvormen gebouwde Meisterhäuser
van Gropius (net als het Bauhaus Unesco-werelderfgoed). Deze villa's, waarin
kunstenaars als Klee en Kandinsky ooit werkten en die in WOII deels verwoest
werden, zijn inmiddels gereconstrueerd. Het Bauhaus werd door de nazi’s
gesloten. In 1975 gerestaureerd Unesco werelderfgoed
Dessau
probeert weliswaar het beeld op te hangen van een hippe stad. Maar van de
103.000 inwoners van Dessau zijn er vandaag nog 75.000 over en men rekent voor
2025 op een verder verlies van 13.000 inwoners.
Wij sliepen
een paar kilometer verder in Groszkünau waar ook een interessante wandeling te
maken is in de Elbepolders. Het kasteel ligt op aanvraag van de huidige
eigenaar, het Kulturstiftung Dessau-Wörlitz, buiten de dijk om het Kuhnaupark, dat ook deel
uitmaakt van het Dessau-Wörlitzer Gartenreiches, niet te schenden. Het wordt
bij hoogwater met zandzakjes beschermd.
Een beetje
voorbij Kunau passeren wij door Aken. Het stadje zou is door Vlamingen zijn gesticht.
Rond het eerste millenium zou een zekere Albrecht de Beer
hen naar daar gehaald hebben om de Elbe polders te ontginnen.
Ze zouden er hun dialect hebben achtergelaten.
De Duitsers lachen als ze het Akener dialect horen (Akener Mundart): “Ik bin om zwee im jarden un trekke dit aole
Unjeraut aus de erre. Den jewe ik de olle Hond och een bitche zu pitschern dat
der nich vor Dorscht sterven dut. In dezem dialekt jibbets och keen g sonder j.
Wir jehen jegen de Storm, da hebmer dolle jraft nödich“. Als het al Flamen
waren, dan waren het geen West-Vlamingen… Aken is
later uitgegroeid tot de grootste schippersstad langs de Elbe, met 4000
Elbkähne – Elbeboten - als thuishaven.
In Steckby passeren
wij nog eens voorbij een radfahrerkirche.
Het Pretziener Wehrtijdens hoogwater |
verbleven in een pension – restaurant- café in Pretzien. Vlakbij een
wereldwonder waar kop nog staart is aan te krijgen, zo ingewikkeld is het. Op
het eerste zicht een dam die helemaal droog staat en dus voor niets dient. In 1869 werd deze dam gebouwd op een dode arm van de Elbe. Het is het grootste
grootste Schützentafelwehr – een dam met planken die kunnen worden opgehaald - in
Europa Op de wereldtentoonstelling van Parijs in 1889 kreeg het bouwwerk een
gouden medaille. In de Middeleeuwen had de Elbe tussen Maagdenburg en Dornburg twee armen,
de huidige Stromelbe en de Oude Elbe. Het 3000 ha grote eiland tussen die twee
Elbearmen noemde men de den Elbenauer Werder. De oude Elbearm verzandde en werd
ingedijkt maar overstroomde regelmatig omdat die dijkjes van bedenkelijke
kwaliteit waren. In 1865 braken de dijken op 18 plaatsen door. Men besloot na
die ramp een overloop van 18 kilometer graven met stevige dijken en 7500 ha
polders samen te voegen.
Bij
hoogwater opent men die dam. Dit gebeurt nog altijd manueel: de basisstructuur
van 1869 werd behouden. Het openen duurt 5 uur met 16 man. Bij een waterhoogte
van zes meter kan daarlangs een derde van het Elbedebiet worden omgeleid. Zo
bleef in 2002 Maagdenburg, Schönebeck en die polders voor overstromingen
beschermd. In 2010 is het daarom gerestaureerd. Sinds 1869 is de dam al 63 keer
gebruikt.
Van
Pretzien is het prachtig rijden door de polders tot Maagdenburg waar men
binnenrijdt via een aantal fiets-en voetgangersbrugjes. Mijn volgende blog gaat
dus over die stad waar ons eerste bezoek de Wallonenkirche wordt. On est Wallon
ou on ne l’est pas….
Zie ook
Zie ook
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire