In october 2016 waren wij een weekje in Milaan. Wij
hadden een Rb&b op een paar honderd meter van de piazza del Duomo. Die
plaats lijkt volmaakt; men kan zich bijna niet voorstellen dat er iets anders
is geweest. En toch is die geen twee eeuwen oud. En om die plaats te creêren is
een halve stadswijk afgebroken. In mijn vorige blog beschreef ik hoe de
voorgevel van de Dom het resultaat is van een prijsvraag van 1884. In feite is
de prijsvraag een uitloper van de bouw van de grote winkelgalerij Victor
Emmanuel en de aanleg van de piazza twintig jaar ervoor. Milaan had geen enkele
grote plaats die naam waardig. Luik heeft dit ook gedaan: daar heeft men plaats
gemaakt door de kathedraal van Saint Lambert af te breken. In Milaan is de
gevel van de Duomo het decor geworden van een nieuwe tempel van de
consumptiemaatschappij.
In maart 1861 wordt Victor Emanuel II, koning van Sardinië
en Piemonte, tot koning van Italië uitgeroepen. De Italiaanse eenmaking is een
boost voor het jonge kapitalisme. Verschillende steden willen de hoofdstad
worden. Rome is uitgesloten, want nog van de Paus. Turijn en Firenze zijn een
aantal maanden de hoofdstad. De Milanese burgerij heeft ook ambities, en drukte
die uit in een winkelgalerij.
Milaan wil de grootste hebben. De koepel moet zo groot
worden als Sint Pieter in Rome. En de Milanezen gaan inspiratie zoeken bij de
Belgische architect Cluysenaar, die juist de ‘Galeries royales Saint-Hubert’ in
Brussel voltooid had. De Unesco beschouwt die als een ‘Valeur UniverselleExceptionelle’. Onder andere omdat die Koninklijke Galerijen in het hartje
Brussel in 1847 als eerste monumentale winkelgalerijen zijn gebouwd door een
openbaar initiatief. Er was zelfs een galerij van de koning en een van de
koningin. Saint-Hubert was 8,30 meter breed, 213 meter lang en 18 m hoog, met
een glazen dak.
Giuseppe Mengoni
won de prijsvraag voor de galerij in Milaan en ging direct zijn licht
opsteken bij Cluysenaer. Zijn Galleria
Vittorio Emanuele II wordt twaalf meter breed en zeven verdiepen hoog. Ze
krijgt een kruisvorm: de langste arm is 196 meter en de kortste 105,5. De
ingang van de Piazza is een monumentale triomfboog. Kwestie van materialen zijn
we ver van het mooie marmer van de Duomo. Deze galerij wordt een triomf voor de
nieuwe Portlandcement die in Milaan een okerkleur krijgt.
De bouw krijgt een dramatisch einde: in 1877 kruipt
Giuseppe Mengoni nog even op het dak voor een laatste inspectie en valt van een
stelling. Ook de koning die zijn naam heeft gegeven aan het bouwwerk sterft
even later.
Het einde van de Coperto dei Figini
Maar om die galerij te bouwen is een hele wijk afgebroken, met onder andere de Coperto dei Figini, een eeuwenoude winkelgalerij waarvan de bouw terug gaat tot Giangaleazo
Visconti die met de Dom begon. De architect van de Coperto was Giunoforte
Solari van de Veneranda Fabbrica del Duomo di Milano. Deze Coperto is 400 jaar
een trekpleister geweest voor de Milanezen.
Een van de grote namen is, vandaag nog, het « café
Campari ». Dat café bestond al in de «Coperto dei Figini ». David Campari die
het fameuze aperitief uitvond is zelfs geboren in een van de appartementen van
de galerij. Een halve eeuw later krijgt de galerij een plaatsje in de
Pinacoteca di Brera, via het schilderij ‘Rissa in galleria’ van de futuristische
schilder Umberto Boccioni. Het tafereel speelt zich af voor de buvette van Gaspare Campari.
Ook andere historische gebouwen zoals de Rebecchino
uit de XVde eeuw vallen onder de
sloophamer.
De galerij wordt en is nog altijd een groot succes.
Vandaag vind je er nog altijd de grote merken als Armani, Borsalino, et Tod's.
Miuccia Prada, de oprichtster van Prada, was in de jaren zeventig
communistische militante. Dit verklaarde ze toch in Newsweek in 1978. En ze zei
erbij dat het haar jaren gekost heeft om die drang tot bezit van zich af te
zetten. Ondertussen heeft ze volgens Forbes een fortuin van 2.7 miljard dollar.
Ik veronderstel dat men tot het eerste miljard zich wat ongemakkelijk voelt. Daarna
wordt dit een abstract cijfer dat niets meer oproept. Let wel: ze begon niet
met nul. Haar grootvader zat al in de confectie. Miumiu voelde zich in 2000 twintig
jaar jonger toen ze de tempel van het Frans communisme – de vergaderplaats van
het Centraal comité van de PCF op de Place du Colonel-Fabien, een werk van
Oscar Niemeyer - afhuurde voor een modedefilé.
Aan de andere kant van de galerij kun je op de Piazza della
Scala Leonardo Da Vinci groeten.
Een castrerende oefening op een arme stier?
De mozaïeken op de vloer zijn ook de moeite waard, met
onder andere het blazoen van de koninklijke familie van Savoye . Daar zou men
zijn voeten moeten aan afvegen. Victor Emanuel III heeft in 1938 de
rassenwetten van Mussolini medeondertekend. Hij deed in mei 1946
troonsafstand en zijn zoon Umberto II volgde hem op, maar in juni van datzelfde
jaar maakte een volksraadpleging een einde aan de monarchie. De mannelijke
erfgenamen van de Italiaanse koninklijke familie werden tot ballingschap
veroordeeld. De familie, die zich in de jaren vijftig in Zwitserland had
gevestigd, mocht naar Italië terugkeren toen men in 2002 de clausule over
ballingschap uit de grondwet verwijderde.
Maar het meeste succes bij de toeristen is een uit de
kluiten gewassen stier. Wie met zijn rechterhiel een volledige draai kan maken op
zijn teelballen mag een wens doen. Door deze castrerende oefening sleten de
mozaïeken te snel en men heeft er een
soort trechtertje gemaakt. Op het eerste gezicht gaat het dus om een folklore
voor toeristen. De Luikenaar in mij ziet een link met de stier van Jupiler (bij
een goed geschonken Jupiler komt het schuim tot aan de kloten).
Maar in feite gaat het om veel meer, als men weet dat
die galerij er kwam in de periode van de eenmaking van Italië. Die stier staat
in het blazoen van Turijn, concurrent van Milaan voor de titel van hoofdstad. Al tijdens de grote
opstanden van 1848, met de vijf revolutionaire dagen van Milan, twijfelt de
Constituante die zich boog over de eenmaking van Lombardije met Piemont tussen
Turijn of Milaan als nieuwe hoofdstad. En in 1864 nog stellen drie
volksvertegenwoordigers Petrucelli,
Sineo en Tecchio Genua, Milaan en zelfs Brescia voor als de nieuwe hoofdstad.
Die mozaïek is dus niet zo onschuldig als ze lijkt: het is een vorm van
negatieve citymerchandising. De Milanezen willen Turijn een kloot aftrekken!
De poortersloge van Mussolini
De Milanese burgerij van de risorgimento brak dus een
hele stadwijk af voor zijn monumentale winkelgalerij et de plaats voor de Dom.
Mussolini wilde natuurlijk ook zijn duit in dat zakje doen. Hij lanceerde het
project van de hoogste campanile ter wereld: 164 meter (de madonina is er
108).
Hij herneemt hierbij een project van 1888 dat
weliswaar heel wat discreter was. Toen dit niet haalbaar leek besloot hij in
1936 een vleugel van het Palazzo Reale af te breken voor zijn Palazzo
dell'Arengario, dat ik het best kan vertalen door de Poortersloge. 29 projecten
werden ervoor ingediend. Vier architecten, Enrico Agostino Griffini, Pier
Giulio Magistretti, Giovanni Muzio en Piero Portaluppi ontwierpen vijf
varianten. Het balkon moest dienen voor de toespraken van Mussolini. Deze heeft
het niet meer mogen meemaken. De bouw begon in 1939 en werd stopgezet met de
oorlog. Het gebouw werd beschadigd tijdens het bombardement van Milaan in de
Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd er eerst niets mee gedaan, want het
gebouw was te sterk verbonden met Mussolini en de architecten rond hem. In 1956
werkte men het toch af: de Provinciale Dienst voor Turismo kreeg een vleugel,
het Consiglio di Zona de andere.
In 2008 slechts kreeg het gebouw een definitieve
bestemming met een prestigieus project: het Novecentomuzeum waar zo’n 400
topwerken uit de Milanese collecties van de twintigste eeuw werden
samengebracht. Het grootste deel kwam uit de Koninklijke Villa: een residentie
in 1790 gebouwd voor graaf Lodovico Barbiano di Belgiojoso, later gebruikt door
Napoleon, vandaar zijn naam « Villa Bonaparte ». In 1921 werd dit het museum
voor moderne kunst. De Ottocento bleef
in de villa Bonaparte, die daarmee een beetje verweesd achterbleef. En de
Novecento ging naar de Arengario van Mussolini. De architect Italo Rotta heeft in
dat neoklassiek gebouw een spiraal gebouwd die aan Guggenheim doet denken.
Waarschijnlijk wegens plaatsgebrek bouwde men op het zevende verdiep nog een
loopbrug naar wat er overbleef van het Palazzo Reale. Daar zijn de meest
recente kunstwerken tentoongesteld, waaronder lichtsculpturen met verbluffende
visuele aspecten. Aan de ingang het schilderij dat iedereen het Novecento
noemt, naar de gelijknamige film die er zijn affiche van maakte. In feite heet
het schilderwerk van 1901 van Giuseppe Pellizza ‘Quarto Stato’, de vierde stand.
Maar dit wordt het onderwerp van mijn volgende blog. Zie ook http://huberthedebouw.blogspot.be/2016/10/de-dom-van-milaan-de-triomf-van-de-neo.html
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire