Op onze city
trip naar Milaan in oktober 2016 logeerden wij op een paar honderd meter van de
dom. Wij kennen het Domplein dan ook als onze broekzak. En wij gingen niet
alleen op het dak, maar keken ook achter het decor.
Het plein
voor de Dom lijkt alsof het sinds eeuwen zo is. Iedere generatie heeft er iets
aan toegevoegd en het plein lijkt vandaag perfect. Maar in feite is heel die
omgeving, dom incluis, anderhalve eeuw oud. En hiermee zit ik op een
gemeenschappelijk stokpaardje met mijn broer Jozef: vele grote stadsgezichten
die wij kennen zijn het Disneyland van
het opkomende kapitalisme van het eind van de 19de eeuw. Brugge is
daarvoor natuurlijk een schoolvoorbeeld, maar ook Sienna, Keulen en Milaan zijn
van dat.
Ik
inspireerde mij hiervoor op een verbluffende blog van Emanuela Pulvirenti: “Il vero e il
falso in architettura”. Wat is er vreemd aan de gevel van de dom? Boven deuren
en vensters hebben wij driehoekige classicistische frontons en niet de ogieven
van de gotiek. Cardinale Carlo Borromeo vroeg aan zijn architect in ‘romeinse’ stijl te werken, en niet in de
gotiek van het protestantse Noorden. En die romeinse stijl was de barok van de
Contra-reformatie. Op het einde van de 19de eeuw discuteerde men nog
altijd over hoe de gevel van de dom er moest uit zien: gotiek of Lombardisch. Het
is geen neogotiek geworden, maar het blijft neo.
Ik kende
wel iets van die discussie over (neo)gothiek, maar die tegenstelling tussen de ‘romeinse’
Lombardische stijl en Noordse protestantse gotiek was voor mij iets nieuws.
Hoe hoog wordt onze Dom?
![]() |
Ajouter une légende |
De bouw van de Dom van Milaan in zijn huidige vorm is begonnen in 1386 door Giangaleazo Visconti (vicomte: burggraaf). Hij begon niet van een tabula rasa: Milaan had
een dubbel-kathedraal: Santa Maria Maggiore in de zomer, en de basiliek Santa
Tecla in de winter. De nieuwe dom van Visconti gebruikte trouwens de gevel van
Santa Tecla. Die is slechts afgebroken in 1683! En die twee kerken hadden elk
hun kapittel. De discussie over welke kannuniken de belangrijkste waren – die
van Tecla of Maria maggiore- was eeuwen later nog niet opgelost!
Visconti
wilde het gebouw in marmer van Candoglia: iedere blok voor de Duomo kreeg het
merkteken AUF (Ad Usum Fabricae): er mocht geen tol op worden geheven. Nu nog
wil « a ufo » zeggen: gratis.
In 1391
wordt de wiskundige Gabriele Stornaloco geraadpleegd over de hoogte van het
gebouw.
Men was dus aan die kathedraal begonnen zonder te weten hoe hoog ze zou
worden. Stornaloco gebruikte hiervoor de principes ‘ad triangulum’ of ‘ad
quadratum’. Hij ging uit van de maten van de grondvesten en kadert het geheel
in een patroon van vierkanten en gelijkzijdige driehoeken. De hoogte van het
middenschip bijvoorbeeld komt overeen met de hoogte van de grootste driehoek
ABC; vervolgens wordt deze hoogte de maat voor de hoogte van de gewelven.
![]() |
Gabriele Stornaloco, schema Dom( volgens Beltrami 1895) |
Volgens Steven
Surdèl is die middeleeuwse bouwgeometrie een mythe, en is Stornaloco's
‘triangulatuur’ niet meer als een schets in de vorm van een gelijkzijdige
driehoek. De vader van de mythe is de Milanese bouwmeester Cesare Cesariano die
in 1521 De architectura libri X van Vitruvius vertaald had (geschreven rond 25
v.Chr.; de man van Vitruvius is van hem. Da Vinci moet hem copyright).
Alleen
heeft Vitruvius in zijn tien boeken niets geschreven wat van ver of van bij op
triangulatuur trekt, maar Cesariano publiceerde een houtsnede van de Milanese
Dom, zoals die naar zijn mening volgens de triangulatuur moest zijn gebouwd.
![]() | |
Cesare Cesariano, triangulatuurschema | Dom |
Voor de
rest heeft Cesariano aan de Dom niet veel gedaan. Deze tekening uit 1391 is
tijdens de renaissance ten onrechte geïnterpreteerd als een authentiek
voorbeeld van middeleeuwse triangulatuur. Cesariano was trouwens grotendeels vergeten
tot Luca Beltrami in 1887 opnieuw het debat over het schema van Stornaloco oprakelde.
![]() |
Luca Beltrami: Milaan, Domkerk. |
Over die triangulatuur zie ‘Met passer en winkelhout’.
De “facciata a capanna“ van Buzzi
![]() |
project Tibaldi |
De heilige
aartsbischop Carlo Boromeo vroeg in
1580 een nieuw project aan Pellegrino Tibaldi maar deze bouwmeester stierf in
1584 en dit stopte alles. Wij zijn nog ver van de vorm van de gevel die wij nu
kennen maar de romeinse elementen zijn dominerend met onder andere de
classicistische driehoekige frontons boven deuren en vensters..
In 1638
werd Carlo Buzzi architect van de Fabbrica del Duomo. In 1647 werkt hij twee
projecten uit, waarvan één met torens aan weerszijden van de gevel. Zes jaar
later presenteerde Buzzi een nieuw project, met de hulp van Bernini, die de
vorm benadert die wij nu kennen.
Wij vinden
hier de typische “facciata a capanna“ terug, die zo typisch is voor de gevels
in Lombardije. A capanna is eigenlijk een hut. Maar die gevel bestond enkel op
papier, de kerk was nog altijd onaf,
incompiuta. Ik vind
In 1683, vijftig jaar later, werd begonnen
met de sloop van de oude gevel van de romaanse Santa Tecla.
De Madonina: aiming point voor Bomber Harris
Tussen 1765
en 1769 werkt Francesco Croce de viering- of lantaarntoren uit, met de «
Madonina » er boven op. In 1944 werd die vergulde Madonina met vodden afgedekt
om de geallieerde bommenwerpers geen doelwit te bieden. Zonder veel succes. Eind
1942 begon Sir Arthur Harris van het Bomber Command tapijtbombardementen tegen
de “industriële driehoek Milan, Turijn, en Genua. Harris had de dom aangeduid als
‘aiming point’. Hij begon op 24 oktober 1942 met 73 Lancasters die 135 ton
bommen smeten waaronder 30.000 brandbommen. Op 14 februari 1943 dropten 142
Lancasters 110 ton explosieve bommen and 166 ton brandbommen o.a. op de Alfa Romeo
fabrieken en het koninklijk paleis. In augustus 1943, na de val van Mussolini, verhoogde
Harris de druk om de Badoglio-regering te doen plooien. 600 gebouwen gingen plat
en ook de Pirelli fabriek. Midden augustus werd vier nachten na elkaar gebombardeerd
met onder andere 245 blockbusters en 500.000 brandbommen waardoor een vuurstorm
ontstond. Er waren ‘maar’ 700 doden omdat 900.000 van de 1,15 miljoen inwoners de
stad hadden verlaten. De helft van de huizen was beschadigd, en 15% vernietigd met
250.000 daklozen…
Napoleon en Sint Napoleon
Na de
Madonina vielen de werken terug stil. Er was iemand als Napoleon nodig voor de
afwerking. Hij deed daarvoor beroep op Felice Soave die teruggreep naar het
project van Carlo Buzzi.
In juni
1805 decreteerde Bonaparte dat de gevel moest af zijn voor zijn kroning als
koning van Italië. Let wel: hij betaalde niet uit eigen zak maar beval het geld
uit de kerkkas te nemen. Hij zou het later terugstorten maar dat geld heeft de
kerkfabriek nooit gezien. Na de dood van Soave werkten Amati en Zanoia het
project min of meer af. In 1813 zette Napoleon als bekroning het standbeeld van
St. Napoleon op een van de gevelspitsen aan de zuidkant van deterrassen. Na de val van Napoleon werd er op een laag pitje
verder gewerkt, tot 1884.
De internationale prijsvraag van 1884
Een erfenis
van Aristide De Togni van ongeveer 900.000 pond was de aanzet om een
internationale prijsvraag te organiseren voor de gevel, onder de nu welig
tierende historicistische impuls in heel Europa. Honderdtwintig architecten uit
de hele wereld schreven daarvoor in. En terug laaide het debat over de stijl
van de gevel op: gotisch, met twee zijtorens, of Lombardisch romaans. De
winnaar werd Giuseppe Brentano. Ook Brentano ging terug naar Carlo Buzzi. Brentano
had goede contacten met de zoon van Viollet-le-Duc. Hij zag door zijn
vroegtijdige dood de voltooiing niet. Hij kreeg wel een gedenkplaat in de dom waarop
een maquette van zijn ontwerp is te zien.
De falconatura
In de
twintigste eeuw werd verder gewerkt aan de falconatura, de versiering. 2500
beelden in totaal. En binnen nog 1000 beelden, waaronder de gevilde
Bartolomeus, die zijn eigen huid draagt.
![]() |
Pugile |
![]() |
Duce met tulband? |
Het is de
moeite waard om die van dichtbij te gaan bekijken. Men kan het dak van de dom zien
vanop de terrassen van de restaurants op de dakverdieping van het winkelcomplex
La Rinascente (via een lift in de winkelgalerij). Maar er is ook een lift die
je direct op het dak van de dom brengt (ietsje goedkoper te voet); daar zijn
ook lange files maar als met op het einde van de dag gaat, op minder drukke
dagen, is men op een kwartier boven.
Bij die
2000 beelden staan Dante Alighieri, maar ook een pak beelden van recente
makelij. Men heeft blijkbaar bij iedere restauratie de beeldhouwers laten doen.
De dirigent Arturo Toscanini staat er bijvoorbeeld tussen (+1957) en Verdi en Vittorio
Emanuele, de afgezette koning die in ballingschap stierf in 1947.
We zien er
ook tennisraketten, materiaal voor bergklimmen en rugby ballen.
Met zijn
rug naar de Madonina staat Primo Carnera, de eerste Italiaanse wereldkampioen boksen,
in 1933. Mussolini zou er ook ergens tussengestaan hebben, en sommigen zien in de 'Duce met de tulband’ de kop van Mussolini. Hij heeft er waarschijnlijk
tussen gestaan, maar men heeft zijn beeld weggehaald na de oorlog. De fasces
heeft men gelaten.
In 2015 was op dat dak een tentoonstelling met beelden van Tony Cragg, waarvan
wij in Wuppertal een beeldenpark bezochten.
Het beeldenkerkhof in Candoglia
Voor de
oorspronkelijke beelden moet je naar Candoglia,
de marmergroeve waar vanaf het begin de stenen gehaald werden, aan het Lago
Maggiore, op honderd kilometer van Milaan. Dit marmer is zeven eeuwen gebruikt voor de Dom, vanwege zijn roze en grijze aders, en zijn mooie
korrel die het licht weerkaatst. Maar dit marmer is het slachtoffer van zijn
kwaliteiten: het is poreus en gevoelig voor vervuiling.
Men heeft
bij die steengroeve het marmeren leger van de dom opgesteld. Mark, de evangelist, is zijn handen kwijt, maar heeft nog steeds een alerte
leeuw aan zijn voeten. En rondom staan honderden heiligen in het gelid, en
dieren, en groteske gezichten, en engelen en engeltjes.
Longh comm la fabbrica del Domm
Wij hebben
gezien hoe de Veneranda fabbrica del Duomo eeuwen heeft nodig gehad om zijn
gebouw af te werken. Vandaar ‘Longh comm la fabbrica del Domm’. En
waarschijnlijk had dit nog wat aangesleept waren er niet de plannen gekomen voor
de aanleg van een groot plein voor de dom, met een enorme winkelgalerij. Die
gevel van de Dom was alleen het decor. Een
hele stadswijk werd gesloopt voor de galerij Emmanuel II. Deze galerij was het
sluitstuk van een ‘saneringsoperatie’. Maar dat is voor een volgende blog.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire