lundi 24 décembre 2007

Barcelona1







In de lente van dit jaar hebben wij een citytrip van een kleine week gedaan naar Barcelona. Met Ryanair, of wat dacht je. Je komt er wel toen in Girona, 80 km meer naar het noorden. Maar bij het buitenkomen van de luchthaven staat de Barcelonabus je zo op te wachten. Wij namen wijselijk de eerste vlucht, om optimaal van ons verblijf te genieten. Of je nu op een bus stapt om 15 km te doen of 80 maakt helemaal niets uit: je doet je dutje.
De bus komt toe in het Estacion del Norte. Eigenlijk op loopafstand van de haven en van de oude stad. Maar wij hadden –ook via Ryanair – een jeugdhotel –lees: budgethotel- gereserveerd aan de rand van de Gracia-wijk en wij wilden daar eerst onze bagage afzetten. Dus prompt de metro ingedoken en met een tienrittenboekje naar ons hotel. Blijkbaar iets te vroeg, alhoewel daar iedere dag de Ryanair-reizigers aanbellen. Maar de kuismadam laat ons binnen en wij kunnen er onze bagage achterlaten. Om elf uur staan wij op de Avenida Diagonal voor ons eerste dagje Barcelona.
Barcelona = Gaudi? Begin met de twistappel!
Waarom gaat men naar Barcelona? Voor Gaudi en Miro? Toeristische propaganda is, zoals elke propaganda, erg reducerend. Zo ook met die twee namen.
Barcelona is ook tuinen, gothiek, een zeefront om U tegen te zeggen. Wij komen daar verder op terug.
Maar zelfs de Modernisten, of de Noucentisten, of de catalaanse Art Nouveau, zijn veel meer dan Gaudi. En bijna ongewild komen wij, op een boogscheut van ons budgethotelletje, op de plaats waar dit het duidelijkst is: de twistappel. Op de Passeig di Gracia staan drie gebouwen langs mekaar van drie verschillende Modernisten, in drie verschillende stijlen. De Illa de la Discòrdia: de tegenstellingen op een zakdoek. Eigenaardig genoeg zijn het alle drie verbouwingen van een bestaand gebouw. Op nr. 35 staat het Casa Lléo Morera (1902-1906) van Montaner met gebeeldhouwde gevel en koepeltoren. Aan de andere hoek vinden we het Casa Amatller (1898) van Puig i Cadafalch met Moorse en gotische ramen onder de trapgevel, en daarlangs het Casa Batllò (1904-1906) van Antoni Gaudi.
Lluis Domenech i Montaner kreeg de belangrijke officiële opdrachten zoals de Palau de la Musica et l’Hospital Sant Pau. Gaudi heeft geen enkele institutionnele belangrijke opdracht gekregen. Als wij dus zuiver economische criteria hanteren moeten wij zeggen dat Montaner de grootste architect was van het modernisme. Dit gezegd zijnde, het is niet omdat hij een poenschepper was dat die twee gebouwen niet de moeite waard zijn. Montaner en Gaudi; de poen en de kwezel; Mozart en Salieri. Wie de Sagrada Familia bezoekt moet het Hospital Sant Pau van Montaner gaan bekijken, op een boogscheut van de Tempel. Want noem de Sagrada Familia nooit een kathedraal. Dat is in Barcelona la Seu.
Cadafalch is meer neogotiek. Meer theoreticus ook: de Jdanov van het Catalaans nationalisme. Zoals in Brugge, waar ze de markt hebben gebouwd in neogothiek, zo bouwden de Catalanen rond de vorige eeuwwisseling in neogothiek, ten dele ook uit nostalgie naar het maatschappelijk model dat daarmee samenging. Het catalaans nationalisme combineert die neogothiek met de neomudejar, geinspireerd op de moorse stijl.
Zoals overal maken sommige artisten van een bepaalde stijl hun huismerk. Maar de grote artiesten experimenteren met die verschillende stijlen en slagen soms erin daar een gelukkige synthese van te maken. Ook Gaudi bouwt neogotisch en neomudejar. Of doen de torens van de Sagrada Familia niet denken aan de minaretten? Wie daaraan twijfelt moet dan maar eens zijn projekt voor een kathedraal in Tanger bekijken. Op papier: dit plan is nooit gerealiseerd geworden.
Een nieuwe gevel voor la Seu
Die neogothiek beperkt er zich trouwens niet toe nieuwe gebouwen neer te poten in retrostijl. De modernisten hebben de pretentie de echte gothiek te verbeteren. In Frankrijk verbouwt Viollet-le-duc zonder scrupules de Notre Dame van Parijs en de kathedraal van Vezelay. In Luik houdt Jean-Charles Delsaux zich met het prinsbisschoppelijk Paleis en de kathedraal Saint Paul bezig, en hoe! In Barcelona vindt de burgerij dat het geveltje van hun gothische kathedraal la Seu eigenlijk niet dat is. De jonge Gaudi tekent voor zijn vriend en collega Martorell een project voor een nieuwe voorgevel van de kathedraal. Dat belet de oudere Gaudi niet in steeds sterkere termen de gothiek af te breken. Volgens sommigen was in die periode de term gothiek synomiem voor barbaars…
Maar die nieuwe gevel van la Seu is NIET van Gaudi. Het is een ander project dat het haalt, dat van Auguste font y Carreras. Maar dat is bijkomstig. Het is belangrijk te weten dat veel van de gevels van de kathedralen die wij denken terug te gaan tot de diepste middeleeuwen, in feite een soort Disneyland avant la lettre zijn. Zo zijn bijvoorbeeld ook de gevels van de dom van Firenze et van Sienna eind negentiende-eeuws. Maar ook daar kunnen wij zeggen: si non é vero, é bella…
Maar nu ben ik vanop de Passeig di Gracia en de Illa de la Discòrdia terechtgekomen bij de prachtige gothische kathedraal in de Gothische Wijk, het middeleeuws centrum van Barcelona. Paula zal mij weer zeggen dat ik uitweid. Maar wat heeft dat voor jou, lezer, van belang te weten waar wij juist onze voeten gezet hebben, en in welke volgorde? Van hieraf zijn wij dus virtueel bezig. Op het eerste gezicht een beetje van de hak op de tak. Maar er zit wel degelijk een draad in dit verhaal….
La Seu is een kathedraal met tientallen rijk versierde altaren: je kan er heiligen ontdekken die al lang van de heiligenkalender zijn afgevoerd. En dan hadden ze nog geen plaats genoeg: een aantal heiligenaltaren staan rond het stemmige binnenplein. Daar zijn altijd 13 ganzen; dertien omdat de Heilige Eulalia (vandaar la Seu, maar dat had je al begrepen), patroonsheilige van de kerk en van de stad, in 304 stierf als martelares, dertien jaar oud. Weer zo’n gruwelverhaal waarbij de sprookjes van Grimm zachtgekkokte eitjes zijn…
In 1298 startte de bouw, en rond het midden van de vijftiende eeuw was de kathedraal grotendeels afgewerkt. Maar de voorgevel dateert van eind negentiende eeuw. Afbraak-restauratie door de modernisten. De drie torens aan de westzijde werden voltooid in 1913.
De kathedraal heeft echter zijn prachtig bewerkte vijftiende-eeuwse koorgestoelte behouden. Zoals dat nu nog het geval is in de byzantijnse ritus, was bij de katholieken ook wat er aan het altaar gebeurde voorbehouden aan de elite. Het Godsvolk had er het raden naar wat er achter het koorgestoelte gebeurde. Ik moet nog eens uitvissen waarom die schuttingen overal zijn afgevoerd. Onze vriend Gaudi heeft daar trouwens zijn deel in gedaan: hij demonteerde het koorgestoelte van de kathedraal van Mallorca…
Er is in la Seu ook een altaar opgedragen aan de Christus van Lepante. Zoals iedereen weet was de god van de Christenen sterker dan de god van de Turken. Hij hielp in 1571 de christenen dus een handje in de zeeslag bij Lepante, waar de Turkse vloot vernietigd werd. Deze slag werd trouwens ook in Antwerpen gevierd in het klooster der predikheren met een plechtige processie, de Keerskensprocessie genaamd.
Maar wij waren vertrokken van de twistappel waar wij drie noucento- stijlen “broederlijk” langs mekaar vonden. Die twistappel moet ons helpen onze ogen wijd open te houden voor wat niet Gaudi is. Als je Barcelona denkt, denk niet alleen Gaudi. Anders loop je prachtige gebouwen zomaar voorbij…
Met onze uitweiding over Lepante zijn wij zo bij de Museu maritim. Volg de gids…
Vanuit de Passeig de Gracia komen wij op de Plaça d'Espanya. Zowat de place de l’Etoile van Barcelona; de plaats waar alle grote lanen samenkomen. Een paar honderd meter van die plaats kan men op zomeravonden de Font Magica gaan bekijken, een attractie die wij spijtig genoeg gemist hebben maar die ik aan alle Barcelonatrippers wil aanraden. Fonteinen en watervallen komen in lagen naar beneden van het Palau Nacional. Gedurenden 2 uren, van 21 tot 23 uur, vormen de waterstralen een kleurige muziek- en lichtshow. Dit wonder van watertechniek werd gecreëerd door Carles Buigas voor de Internationale tentoonstelling van 1929.
Van daaruit kan men de Ramblas afwandelen: de Champs Elysées van Barcelona. Om de vijftig meter stoot je op een levend beeld. Ondertussen zie je die in andere steden ook opduiken in de straatanimatie. Ik versta echter nog altijd niet hoe ze het in Barcelona aan boord leggen om er zo een overweldigende hoeveelheid en kwaliteit bij elkaar te krijgen.
Langs de Ramblas ligt een overdekte markt en een aantal andere merkwaardige gebouwen waar ik niet verder over zal uitweiden om de simpele reden dat wij niet de tijd hebben gevonden om die op een min of meer geplande manier te bezoeken. Maar, hier ook, het exploreren waard!
Maar voor onze eerste dag wilden wij naar het waterfront; Christoffel Colombus troont er op een 60m hoge zuil; een soort scharnier tussen de Ramblas en de dijk. Colombus wordt niet overal op dezelfde manier geappreciëerd. Zo vernielden in Venezuela aanhangers van Chavez op 12 oktober 2004 een honderd jaar oud standbeeld van Columbus omdat hij zich volgens hen schuldig had gemaakt aan 'imperialistische genocide'. Ook bekladden zij beelden van Columbus met slogans als 'Columbus=Bush'. Chavez baseert zich daarvoor o.a. op Las Casas, die zelf overigens een vriend van Columbus was, de auteur van het “Zeer kort relaas van de vernietiging van de Indiën” (1552). Het is trouwens via een copie van Las Casas dat wij het relaas van de eerste reis van Colombus kennen: het oorspronkelijk logboek ging in een storm verloren… Maar we zullen verder zien hoe het Catalaans nationalisme helemaal geen probleem had met 'imperialistische genocide'; integendeel, rond 1900 nog betreurden zij de afschaffing van de slavernij…
Wij draaien dus Colombus de rug toe en stappen binnen in het scheepsmuzeum.

Aucun commentaire: