lundi 24 décembre 2007

barcelona2 Museu maritim

Het schitterende Museu maritim is ingericht in de Drassanes Reials, de enorme scheepswerven van Barcelona die in de periode 13e-18e eeuw zijn gebouwd. Het pronkstuk van dit museum is de levensgrote replica van de Galera Real.
De scheepswerven van Barcelona waren gespecialiseerd in galeien. Dergelijke met roeispanen aangedreven boten hebben eeuwen lang een sleutelrol gespeeld in de militaire strategie. Om te beginnen bij de Romeinen. Waarom is Hannibal met zijn olifanten de Alpen moeten overtrekken? Omdat de Romeinse galeien hem de kortste weg – over zee- verboden.
Ik had het over het altaar van de Christus van Lepante in la Seu. De paus, de italiaanse staten, Malta en Spanje brachten in 1571 voor Lepante 207 galeien samen. In de tijd van die slag bij Lepante kwamen de kanonnen op. Het probleem was om met die kanonnen tussen de roeiers door te schieten. En van de andere kant waren de roeiers ook heel kwetsbaar door vijandelijk vuur. In Lepante heeft de “christen” coalitie de Turken verrast door die kanonnen op een soort platform te zetten dat door galeien op zijn plaats werd getrokken. Vijftig Turkse galeien zonken en 117 op 208 veroverd. Miguel de Cervantes verloor in dit gevecht zijn linkerhand. «Voor de glorie van mijn rechter! » zei hij.
Die overwinning is de spaanse koning Filips II naar het hoofd gestegen. In 1588 stuurde hij een enorme vloot, de Armada genaamd, voor een andere kruistocht – met kerkelijke goedkeuring: Paus Pius V had Elisabeth van Engeland geexcommuniceerd- naar Engeland. In de Armada waren ook verschillende galeien. Maar dit keer was er geen Christus van Lepante. Drake en zijn kapiteins gebruikten het kanon op een nieuwe manier, en schoten de Spaanse schepen aan flarden.
Deze nederlaag betekende echter nog niet het einde van de galeien. In 1662 nog richtte Lodewijk XIV zijn Galeienkorps op, met 40 galeien et 12.000 roeiers; dit heeft bestaan tot in 1748.
Dit alles om het pronkstuk van dit muzeum, die koninklijke galei, wat in de verf te zetten. Maar voor de rest is het ook een museum met de meest moderne presentatietechnieken, en – niet te verwaarlozen, een prachtig cafetaria met een terrasje. En, zoals wij zeiden, Gaudi is nooit ver weg. Wij komen in dit muzeum ook de graaf Guëll tegen; deze broodheer van Gaudi was o.a. ook een groot reder.
Een prachtige uitvalsbasis naar het zeefront. Een uitlopertje van de Olympische spelen van 1992. Wie (van ver) rich piepel wil bespionneren komt daar aan zijn trekken: een kaai is practisch hermetisch afgesloten met dranghekken voor al te nieuwgierige toeristen. Een elegant staketsel Rambla del Mar (het middenstuk kan opendraaien om schepen te laten passeren).
Aan het einde van de Moll d'Espanya staat El Cap de Barcelona (het hoofd van Barcelona), een kleurrijk zuilvormig 20m hoog beeld van de Amerikaanse popart-kunstenaar Roy Lichtenstein.
Maar aan de rambla del mar houden we het voor gezien. Wij zakken stilletjes af naar ons hotelletje. Daar raden ze ons aan een restaurantje op te zoeken in de wijk Gracia, juist achter het hotel. En, inderdaad, een aanrader. Het dorp Gracia is rond 1900 opgeslorpt door de stad, maar heeft nog al zijn nauwe straatjes, dorpspleintjes en zelfs een prachtig overdekt marktje behouden. De wagens moeten natuurlijk ook door die straatjes, wat het wandelen niet altijd aangenaam maakt. Maar dat is de prijs die moet betaald worden om die wijk te ontdekken. Op een van die pleintjes komen wij in een tapasbar terecht die ons zeer aanstond. De volgende dag winden wij die bar terug in onze Trotter… Een snaren van de Trotter en wij in perfecte harmonie….

Aucun commentaire: