lundi 28 juillet 2014

Donauradweg II: Linz, orgels, Bruckner en Führerstad

Paula heeft op de eerste dag van onze rit langs de Donauradweg haar persoonlijk record gebroken: 70km per dag. Op haar vijfenzestigste. Waardoor wij de tweede dag maar 24 km te doen hadden tot Linz. We nemen de linkeroever, waar het fietspad de laatste tien kilometer langs een drukke verkeersweg loopt. Achteraf gezien was het interessanter geweest is over te steken in Wilhering met zijn abdij en zijn Fischlehrpfad. Wel moet gezegd dat op die weg geen fietspad is. Linz overweegt er een te installeren.
Linz is duur. Probeer daarom een Zimmer te vinden langs de Donauradweg. Wij sliepen in  het Gasthaus Cantinetta Gli Amici: absoluut af te raden. We werden er bedrogen waar we bijstonden. Zo vroegen wij een grune veltliner en diende men ons een soort sprankelende fruitwijn op. Een paar wijnbouwers maken een Veltliner met bubbels, maar wat wij kregen was voor mij eerder een spumante van laag allooi. En onze kamer was van hetzelfde niveau. Voor de rest heeft het Gasthaus nog Life gehaald: in 1903 stierf Hitlers vader er op de sofa die nog altijd bestaat en die werd tentoongesteld in 2009. Spijtig genoeg na Adolf op de wereld gezet te hebben.
Ik had eigenlijk voorzien maar een paar uren door te brengen in Linz. Ik had niets voorbereid en het weer was kwakkelachtig. Waardoor wij veel gemist hebben. Zoals een uitstapje naar de Pöstlingberg via het bijna steilste tandradspoor in Europa, 11.6%, voor nog steiler moet je naar Lissabon. Gebouwd in 1898 en gerestaureerd in 2008.

De Alter Dom en het ‘originele’ Bruckner Orgel


Zowat iedere barokkerk van Passau tot Wenen beweert iets te maken hebben met de romantische componist Bruckner. In de Alter Dom, alias Ignatiuskirche because Jesuitenkirche kan men dagelijks een recital beluisteren op het ‘originele’ Bruckner Orgel. Wat eigenlijk een leugentje is met een lange staart. De Jezuïeten bouwden die kerk in 1669, vijf jaar voor de ontbinding van hun Orde, in 1773, door Paus Clemens XIII op aandringen van de keizer-koster Joseph II. Die profiteerde daarvan om de vroegere Jezuïetenkerk kathedraal te maken van het door hem - zonder toestemming van Rome  - opgerichte bisdom Linz. Jozef had er trouwens zelf de bisschop had benoemd. En als kers op de taart plaatste hij in ‘zijn’ nieuwe kathedraal het orgel van Engelhartszell, een trappistenklooster dat hij had onteigend, zoals alle contemplatieve orden die niets opbrachten voor de staat.
het zogezegde  Brucknerorgel
De paus talmde tot in 1785 voor de benoeming en zelfs tot in 1841 voor de zegening van de kathedraal. Bruckner was er orgelmeester van 1856 tot 1868 en liet aan het orgel een en ander veranderen. Het ‘originele’ Bruckner Orgel is dus ‘zwart goed’ waaraan Bruckner liet sleutelen. Ieder jaar is er een Bruckner Festival. Het orgel in Engelhartszell is een kopie van het geconfisqueerde orgel in de Alter Dom, betaald in 1996 door een aantal sponsors.
Maar de katholieken van Linz – uit reactie tegen het jozefisme? -  begonnen in 1862 met de bouw van een nieuwe kathedraal, de grootste kerk van Oostenrijk. De toren is een paar meter lager dan de Wiener Stephansdom, maar er kunnen 20.000 personen binnen. De enige kwaliteit ook die men ze kan toewijzen: groot. En donker door de vele brandglasramen. De N eue Dom werd ingewijd in 1909, het jaar waarin de Jezuïeten terugkwamen en hun kerk recupereerden.
Brandglas neue dom
Voor de rest heeft Linz veel met Luik gemeen: een mooie Altstadt met een staalfabriek in de buitenwijken. Een tram die waarschijnlijk gelegd is in het kader van Linz cultuurhoofdstad en waarvan men nu nog altijd discuteert hoe de mobiliteit kan verbeteren (Linz is helemaal geen fietsvriendelijke stad en heeft maar vijf % fietsers tegen 16 voor Graz 16 en 20 voor Salzburg). Voor het projet cultuurhoofdstad zijn een nieuwe opera, Ars Electronica Center en het kunstencentrum Lentos gebouwd die het historisch Schlossmuseum concurrentie aandoen. Zoals ook VoestAlpine Stahlwelt – in de buitenwijken -  waarschijnlijk doet met het Ars Electronica Center. Men kan zich afvragen hoe een kleine stad zoveel projecten kan in leven houden na een blingblinginitiatief cultuurhoofdstad van 2009. In 2009 verklaarde Luik zich de « vitrine des capitales européennes de la Culture ». Een ronkende nietszeggende titel. Linz was terecht gekozen voor zijn gelijkenissen met Luik. In het kader van “Liège Linz 09” organiseerden les Territoires de la Mémoire een interessant seminarie over het nazisme en zijn banden met Linz.

Hitler en zijn Heimatstadt Linz

Hitler woonde in Linz van zijn 10 tot 18 jaar. Hij wilde van zijn Heimatstadt Linz een pareltje maken, met een enorm gebouw voor de  nazipartij, een crypte, een Führermuseum en een monument voor Bruckner. Bruckner is door de nazi’s geinstrumentaliseerd. Ze hebben hem voorgesteld als een slachtoffer van de Weense Joodse bourgeoisie. Net als Hitler was hij een miskende artiest. En als Oostenrijker paste hij perfect in het pan-Germaanse ideologie. Daardoor is Bruckner na de oorlog een tijd niet meer opgevoerd.
Op de foto hierlangs zien wij Hitler in zijn bunker op 9 februari 1945 die naar een maquette van Linz kijkt. Ter gelegenheid van Linz, cultuurhoofdstad van 2009 is dit project Führermuseum virtueel geëvoqueerd.
Eind 1942 waren al 1200 schilderijen samengebracht en aan Hitler voorgesteld in een Fotokatalog (Gemäldegalerie Linz). Een deel kwam van de in beslag genomen kunstwerken in joodse eigendom in 1939, na de Anschluss. Hitler had in 1938 op al die kunstwerken een Führervorbehalt gemaakt. De Einsatzstab Reichsleiter Rosenberg (ERR, tegenhanger van de Monuments Man) nam vanaf 1941 kunstverzamelingen in beslag in Frankrijk.
Albert Speer maakte de plannen voor het museum, met Theater, Bibliotheek en een Führerhotel langs een grote Boulevard.
De "Monuments Men" George Stout kwam in mei 1945 in Altaussee aan en vond in een zoutmijn
6.577 schilderijen. Clooney maakte daarover zijn "Monuments Men»: 345 kunstkenners uit 13 landen kregen op 26 mei 1944, elf dagen voor D-Day, van Eisenhower bevel die cultuurschatten te recupereren. Het Duits Historisch Museum publiceerde de collectie digitaal om de herkomst van sommige stukken te helpen nagaan.
Dit Führermuzeum krijgt vandaag nog een staartje voor het Lentos-muzeum in Linz. Hildebrand Gurlitt verkocht voor de nazi’s entartete Kunst en kocht werken voor het Führermuzeum. De collectie van de erfgenaam Wolfgang Gurlitt ligt aan de basis van het museum Lentos in Linz. In 2007 kreeg Linz een proces aan zijn been van erfgenamen van schilderwerken van Klimt en Nolde. Deze kunstwerken waren door de nazi’s in beslag genomen. Linz kocht die in 1953 en 1956.
Stella Rolling, artistiek directeur van Lentos: "Wij moeten absoluut de herkomst van die collectie nagaan om te weten welke kunstwerken wij moeten terug geven aan hun eigenaars. Tien werken van onze collectie zijn geconfisqueerd geworden. Gurlit had de Joodse eigenaars zwaar onder druk gezet. Die hebben wij terug gegeven. Zes werken van Anton Romako zijn in Lentos gebleven omdat de huidige erfgename ze bij ons in depot heeft gelaten. De zoon van Hilderbrand, Cornelius Gurlitt heeft niets onwettelijks gedaan. Hij heeft de collectie geërfd en volgens de Duitse wet moet hij niets teruggeven. Cornelius Gurlitt is onterecht gediaboliseerd door de media".
Lentos in niet het enige vergiftigde Hitlergeschenk. In 2008 werd een Aphrodite uit een park verwijderd nadat bleek dat het een geschenk van Hitler was geweest aan zijn stad. Het standbeeld staat nu in de reserves van Nordico. 
Blijft nog de Nibelungenbrücke, een adolescentendroom van Hitler voor wie de vroegere Donaubrücke - "dieser hässliche Steg" – weg moest. Op de brug waren standbeelden voor zien van Krimhild en Siegfried van Bernhard Graf von Plettenberg. Die zijn nooit afgeraakt. De voorlopige plaasteren afgietsels die waren geplaatst bij een bezoek van Hitler zijn verwoest door de geallieerden. Ik zou
Kriemhild, auf eine fatale Weise erotisch?
wel nieuwsgierig zijn om die beelden in een museum terug te vinden. Maar in het kader van Linz09 heeft men het niet uitgevoerde idee gelanceerd kopieën terug op de brug te plaatsen, in plaaster of een ander vergankelijk materiaal. Albert Speer, Hitlers architect, zei over de halfnaakte Kriemhild, dat hij die "auf eine fatale Weise erotisch" vond. Die man moet ergens zwaar gefrustreerd zijn geweest om door de borst van Kriemhild opgewonden te geraken. 
Zelfs als hij wist wie voor die borst model had gestaan. Hitler zei: "Welch bildschöner Körper! Da stand sicher die verehrte Frau des Grafen Modell. Meisterhaft die Haltung!"
De brug heeft men laten staan. En ander overblijfsel van die Führerstadt is de staalfabriek van Voest en  12.000 woningen…

Hitler, Linz en Voest Alpine

Bij het buitenrijden van Linz passeert de Radweg een landschapspark, waarna Voest Alpine (VA) opdoemt. VA is niet alleen een schoolvoorbeeld van ecologisch staalmaken ( de lucht in Linz is de minst bevuilde van alle Oostenrijkse provinciehoofdsteden). Het is ook een schoolvoorbeeld van nationalisatie en privatisering. Het eerste publieke initiatief was niet zo gelukkig: het bedrijf is door Göring opgericht.
De Reichswerke Hermann Göring hadden nog voor de Anschluss van Oostenrijk aangekondigd een nieuwe warmwals te bouwen in Linz, geboortestad van Hitler. Göring kocht 13%  in het Oostenrijkse staalbedrijf Alpine, voerde zijn aandeel  in 1939 op tot 70% en herdoopte het bedrijf tot Alpine Montan AG Hermann Göring. In 1943-1944, met de bombardementen op de Ruhr, werd de productie er enorm opgevoerd, tot de geallieerde bommenwerpers ook Linz niet spaarden. In 1945 viel Linz in de Amerikaanse
bezettingszone. De Britten waren tegen de heropbouw van Linz die ze een witte olifant noemden. Ook de sovjets waren tegen de heropbouw. Het Amerikaanse Department of State was voor nationalisatie, en de U. S. Army was voor privatisering. De Oostenrijkse regering kreeg toelating tot nationalisatie in juli 1946. VÖEST werd de afkorting van Vereinigte Österreichische Eisen und Stahlwerke. VÖEST kreeg veel steun van het Marshall Plan. Het Pentagon slaagde er nog in de bouw van de warmwals te vertragen tot 1952, uit vrees dat de fabriek in Sovjethanden zou vallen. In volle heropbouw ontwikkelde Linz het revolutionaire LD procedé (Linz-Donawitz) voor staal, op basis van zuivere zuurstof, dat een paar jaar later in heel de Westerse wereld DE referentie werd.
Een klein voorbeeld hoe dat LD proces het staalmaken heeft beïnvloed. In 1959 opende Cockerill een nieuwe Thomasstaalfabriek. Vijf jaar later in 1964 besloot Cockerill die op te geven en bouwde de staalfabriek LD Seraing. Twintig jaar later werd de staalfabriek gesloten door Gandois. Ik zag ze in 1991 terug in Peking.
De privatisering van VA begon in 1995. Op de site van Voest lezen we dat de laatste publieke aandelen slechts verkocht werden in 2003, maar we vinden bij de shareholders de Oostenrijkse Staat terug met 51% van de aandelen. VA is met succes de politiek van stand alone blijven voeren, in tegenstelling tot Cockerill Sambre dat werd verpatst aan Usinor en nu aan het zieltogen is…

Onze volgende stopplaats wordt Mauthausen.  Linz „Führer-Stadt“ heeft een direct verband met dit KZ: het graniet voor de projecten zou van de steengroeven van Flossenbürg, Gusen en Mauthausen komen. Mauthausen en Gusen liggen op een tiental km van Linz.
Voor deel I zie http://huberthedebouw.blogspot.com/2014/07/van-passau-tot-melk-langs-de.html
Voor deel III http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/07/enns-bruckner-en-mauthausen-met-zijn.html

Aucun commentaire: