Sankt Florian aan een molensteen in de Enns
geworpen
De Romeinse
officier Florian is een martelaar van keizer Diocletianus Hij was eerst tot de
vuurdood veroordeeld maar de vlammen deerden hem niet. Daarop werd een
molensteen aan zijn hals gebonden en werd hij in de Enns gesmeten. In de crypte
van de
kloosterkerk ligt nu nog altijd de molensteen waarmee Florian stierf.
Vandaar is hij de patroon van iedereen die met water en vuur te maken heeft:
brandweerlieden, schoorsteenvegers en bierbrouwers. Die kerel zou ook de
patroon kunnen worden van de losers: eerst de brandstapel missen en dan met een
molensteen in het water terecht te komen. Hij zou vandaag Justin of Kevin heten
(in een enquête onder 2.000 leerkrachten werden kinderen met namen als Justin
of Kevin opvallend vaak in verband gebracht met leer- en gedragsproblemen).
Zowat
iedere barokkerk van Passau tot Wenen beweert iets te maken hebben met de
romantische componist Bruckner. Sankt
Florian heeft misschien de meeste troeven. Bruckner begon in 1837 in de Sankt
Florianer Sängerknaben, werd er in 1851 koster-organist en is er begraven onder
‘zijn’ orgel. Wie er in augustus langs komt kan profiteren van een concert
tijdens de Brucknertage.
Hier een
korte voorstelling van het orgel.
Voor de
rest was Bruckner een nerd. Een mooi voorbeeld hoe sommige autisten perfect
kunnen functioneren in een aangepaste omgeving. Hij had de manie van alles te
willen tellen: de bomen, de ramen in de gebouwen, de knopen aan de kleren.
Levenslang hield hij ook een aantekenboekje bij en duidde met streepjes aan
hoeveel keer per dag hij bepaalde gebeden had uitgesproken. Dit beïnvloedde
zijn muziek: hij had de manie om de maten van zijn composities in hun geheel en
per onderdeel te tellen en had dwangmatig de neiging voordurend zijn partituren
te wijzigen.
Hij schreef
ook een nulde symfonie of symfonie 00 – de top voor iemand die alles wilde
tellen - die hij niet goed genoeg vond om uit te voeren. In zijn
laatste levensdagen werkte hij nog aan zijn negende symfonie. Hij had al
vroeger gezegd dat wanneer ze niet klaar was, men maar als finale zijn 'Te
Deum' moest uitvoeren. Eigenaardig
genoeg – of juist daarom – heeft Bruckner deze finale nooit voltooid. Maar
niemand gebruikt zijn Te Deum. Minstens acht componisten schreven de orkestpartituurvoor de onvoltooide finale. Waarvan de meest gedurfde wel die is van een Belg Sébastien Letocart van 2008
waarin hij thema’s uit de vijfde, zevende, en de achtste Symfonie, evenals de
vier hoofdthema’s uit de 9° verwerkte. Zelfs Bruckner zou er de tel bij kwijt
geraken. Als ik op youtube mag voortgaan is juist die finale van zijn 9°
symfonie het meest bekend.
Het adagio uit de zevende symfonie, sehr feierlich und sehr langsam,
dat hij componeerde na het overlijden van Wagner, is gespeeld op zijn
eigen begrafenis maar ook op de Duitse radio na de dood van Adolf Hitler.
De
romantiek van Bruckner is nu niet direct my cup of tea. Wat mij interesseert
zijn de orgelwerken. Waarvan hier een fuga gespeeld op de night of the proms.
Sankt
Florian heeft ook een klokkenspel.
Het Mostviertel
De
Donauradweg verlaat hier eventjes de Donau en rijdt door het Mostviertel, met
zijn Most-tavernes en boerderijtjes. Wij waanden ons bijna in Aubel. De heuriger zijn het equivalent van de Strauswirtschaften in de Moezel: de boer
mag er een paar maanden per jaar zijn wijn en most serveren en koude
maaltijden.
Most is
gegist peren- of appelsap, zonder bubbels. De handgeplukte peren worden door
veel producenten nog met de “perenrasper” geplet en met de hand geperst voordat
ze 6 tot 8 weken in kelders opgeslagen worden om te gisten. Opgelet: het
alcoholgehalte van de Most ligt tussen 4 en 8%. Dit drankje is terug van weg
geweest: in 1991 bleven nog 5 producenten over van wat een armemensendrank werd
beschouwd. Vandaag zijn er 60. Tussen 1950 en 1990 zijn tal van honderdjarige
peren- en appelbomen gekapt en vele rassen verdwenen. Maar ze zijn nog in het
landschap aanwezig, net zoals in het land van Herve. Vandaag vind je nog de
speckpeer, pichlpeer, forschpeer, stieglpeer, knollpeer, rosenhofpeer enz.
de markt van Enns |
Mij heeft
de Most niet gepassioneerd. Geef mij maar een wijntje zoals de Grüner veltliner,
de trendsetter van Oostenrijk: 36.4% is van dat ras. DNA onderzoek heeft
uitgewezen dat GV aan ‘moeders zijde’ afstamt van de Traminer. De ‘vader’ is
onbekend. Een bastaard dus, maar interessant.
Enns is de
omweg meer dan waard: een prachtige markt, en een mooie wandeling op de
vroegere stadswallen. Iets minder geslaagd is de omgeving van de
St.-Laurenz-Basilika in de voorstad Lorch, weggestoken achter een Aldi en
andere zoningtoestanden. Deze Basilica minor kreeg het bezoek van Johannes
Paul II. De huidige pastoor is de gehuwde theoloog, Harald
Prinz die zich uitsprak tegen het celibaat en voor vrouwen in het priesterambt.
Maar daarvoor rijdt men geen twee kilometer om….
Vanuit Enns
dan naar een veertje dans ons overzet naar Mauthausen vanwaar wij ons vat
vervoegen in een camping in Au.
De volgende
dag rijden wij dan terug naar Mauthausen waar wij via een niet al te steile voetweg
het Memoriaal bereiken.
Mauthausen: Rückkehr
unerwünscht
Het kamp
werd op 5 mei 1945 door de Amerikanen bevrijd maar later door de Sovjettroepen
als verblijf voor hun soldaten gebruikt. In 1947 droeg de sovjetbezettingsmacht
het kamp over aan de Oostenrijkse regering, met de verplichting er een
gedenkplaats op te richten.
Een van de
gedenkplaten betreft een groep van Ougrée- Sclessin. Een van die mannen, Paul Brusson, is levend teruggekomen en heeft een boek geschreven (Paul Brusson, De mémoire vive,
Liège, Éditions du Céfal, 2003, 202 p. (ISBN 2-87130117-4). Hij wordt aangehouden op 8 mei 1942
en met 120 andere weerstanders gedeporteerd naar Mauthausen. Iedereen is
geklasseerd in Nacht und Nebel. Op 16 mei wordt hij overgeplaatst naar Gusen. Op
31 mei is hij terug in Sclessin. Van de 120 gedeporteerden van het konvooi van
1942 zijn er slechts 15 overlevenden.
Zie ook het interview met Jean Dubois en auteur Roger Rutten in het kader van
het boek: "Van Genk Tot Mauthausen".
In 2003
werd in Mauthausen een bezoekerscentrum opgericht. De tentoonstelling verbaasde
mij door zijn historische objectiviteit.
De steengroeve „Wiener Graben“ werd vanaf 1938 uitgebaat door een SS- Firma
„Deutsche Erde- und Steinwerke GmbH“ (DEST).
Op 1 januari 1941 definieerde de Chef der Sicherheitspolizei Reinhard Heydrich
vier categorieën voor de kampen: I was voor verbeterbare gevangenen en prominenten.
Denk nu niet direct aan een club Med: in die categorie vielen Dachau,
Sachsenhausen en Auschwitz. Mauthausen was het enige kamp in Stufe III, voor
onverbeterlijke gevallen en als strafverscherping voor andere gevangenen. Op
hun fiche stond RU (=Rückkehr unerwünscht).
Het
Memoriaal gaat ook uitgebreid in op de band tussen concentratiekampen en de grootindustrie.
In de lente 1943 werden talrijke secundaire kampen opgericht voor de
wapenindustrie. De grootste ervan waren Gusen, Ebensee, Melk, Linz enz. Vandaag
heeft men er 49 op kaart gezet. Mauthausen werd
een Stammlager: een soort verdelingscentrum voor dwangarbeiders. In Mauthausen
werden ook alle zieken geconcentreerd (en omgebracht). Maar Gusen en Melk bijvoorbeeld
hadden ook hun crematorium.
Deze chique
villa in Gusen was in 1945 de ingang van het KZ Gusen. In Oostenrijk kan dit:
dit land heeft in sommige opzichten een probleem met zijn verleden. Hoewel -
dit moet gezegd - Gusen ook een mooi memoriaal heeft.
In Steyr heeft het Mauthausenkomitee Steyr een galerij die vroeger door
Steyr-Daimler-Puch werd gebruikt een documentatiecentrum ingericht. De helft
waren er vrije arbeiders, de andere helft dwangarbeiders. Men kan in OberOostenrijk dus moeilijk zeggen dat men van niets wist. Overal op het wezrk kruiste men dwangarbeiders. Een actievoerder
klaagt aan dat tot nu toe verdrongen is dat acht concentratiekampen voor de Steyr-Werke gewerkt hebben.
Door al die
nevenkampen groeide het effectief van 25.000 in 1943 tot 74.000 eind 1944 met
een top in maart 1945 van 84.000. In de Wiener Graben en in Gusen werden
stukken voor de Messerschmitt Bf 109gemaakt. De eerste straaljager ter wereld,
de Me 262, werd gemonteerd in St. Georgen an der Gusen
In mei 45 kwam
35% van de productie van Messerschmitt Regensburg van daar. Ook Heinkel produceerde
in Melk. Daarom bombardeerden op 8 juli 1944 de Amerikanen het KZ, met 400 slachtoffers
onder de gevangenen.
Is er gerechtigheid geschied? Ik zou zeggen van wel, alhoewel een aantal nieuwe rechtsprincipes zijn ontwikkeld daarvoor. De Dachauerprocessen hebben misdaden bestraft op
basis van het Vier Mogendheden akkoord van Londen van augustus 1945. Een van
die processen was het “Concentration Camp Case“ of „Parent-Mauthausen-Case“. De
US Army opende vervolging tegen 3.887 Personen, waarvan 1.672 zich hebben
moeten verantwoorden in 489 Processen. Van de 400 terdoodveroordelingen zijn
300 uitgevoerd. Naast het hoofdproces „USA vs. Altfuldisch et al.“ werden nog 61
Processen met 238 aangeklaagden gevoerd tegen misdaden in Mauthausen en
nevenkampen. Daarbij werden 58 aangeklaagden ter dood veroordeeld en 44 tot levenslang,
21 vrijspraken, en een aantal gevangenisstraffen tussen 31 maand en 30 jaar. Op
27 en 28 mei 1947 werden 48 ter dood veroordeelden in het „War Criminal Prison
No 1“ opgehangen.
Wiener Graben
Maar voor
Paula en mij is Mauthausen de trap naar de steengroeve, bezongen in O Andonis,
een van de Mauthausen liederen van Theodorakis
Er voert
een stenen trap omlaag,
omlaag tussen stenen en doden.
De Wiener Graben wordt het graf
van partizanen en joden.
Ze dragen de stenen op hun rug,
de stenen waaraan ze bezwijken.
Uit deze hel keert niemand terug,
de levenden zijn hier al lijken.
omlaag tussen stenen en doden.
De Wiener Graben wordt het graf
van partizanen en joden.
Ze dragen de stenen op hun rug,
de stenen waaraan ze bezwijken.
Uit deze hel keert niemand terug,
de levenden zijn hier al lijken.
De schitterende vertaling is Lennart Nijgh. De oorspronkelijke Griekse tekst is van de dichter Kambanellis die in Mauthausen werd gevangen gezet.
Dit lied
grijpt terug op een historische gebeurtenis: een Griek, Andonis,had in de Wiener Graben een blok steen overgenomen van een Jood die op bezwijken stond. De SS-er die erbij stond, had
de Jood dood geschoten en had op het punt gestaan dat ook te doen met de Griek,
maar deze liep met de twee blokken weg alsof er niets was gebeurd en de SS-er
bleef verbluft achter. Theodorakis zette de
muziek op de Mauthausenliederen. Een van zijn eerste vertolksters was
Farantouri waarvan hierbij de volledige ballade.
Hierbij nog
eens dezelfde Farantouri met O Antonis op het eerste concert na de val van de kolonels in 1974.
Theodorakis
verbleef ook in concentratiekampen, eerst tijdens de Tweede Wereldoorlog en
vervolgens in 1967 na de staatsgreep van de Griekse kolonels in een concentratiekamp
te Oropos. Hij weet dus van meespreken. Hierbij zijn lied over Oropos. In 1985 gaf hij een concert in A’pen. Daaruit AsmaAsmaton gezongen door Maria Farantouri.
De liederen
werden in het Nederlands gezongen door Liesbeth List. Deze twee
versies zijn door bonpa Hertogen grijsgedraaid…
Zie ook (in
het Frans) http://www.seraing.be/IMG/pdf/mauthausen_1_.pdf
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire