mercredi 9 septembre 2015

Terminus van onze Elbefietstocht: Dresden



Op onze Elbefietstocht spoorden wij terug van Maagdenburg naar Dresden. Eigenlijk gaat deze blog maar over één monument: de Frauenkirche. Op het einde vertel ik nog iets over een uniek natuurlandschap in de omgeving van Dresden: de Bastei.
Dresden is op het einde van de oorlog het slachtoffer geweest van een vreselijk bombardement. Als men al vragen kan stellen over de Brits- Amerikaanse strategische bombardementen, dan zeker over dat van Dresden. Het boek Der Brandt van Georg Friedrich gaat daarover. Men is het trouwens nog altijd niet eens over het aantal doden: de nazipropaganda sprak van 200.000 doden. Een onderzoekscommissie van de DDR kwam uit op 35000. Een nieuwe commissie klopte af op 27.000 in 2010.
Na de oorlog is er heel wat debat geweest over wat men met de historische binnenstad zou doen: heropbouwen of afbreken. Maar in 1966 werd besloten de ruines van de Frauenkirche te behouden als een monument.Daar werd ieder jaar op de verjaardag van het grootste bombardement op Dresden een stille wake gehouden waar duizenden mensen aan deelnamen. Deze wake groeit uit tot een protestmanifestatie voor de hereniging.
Na de Wende werd besloten die kerk terug op te bouwen. En sindsdien is deze kerk een splijtzwam. De stille vredeswake is vervangen door een confrontatie tussen 200 rechtsen en 2000 antifa. Hierbij de geschiedenis van deze unieke kerk.

De Frauenkirche : protestants?

De Frauenkirche werd gebouwd door de lutherse gemeenschap, ofschoon de keurvorst van Saksen, August der Starke, katholiek was. Op zichzelf dus een symbool van religieuze verdraagzaamheid. De Lutheranen hebben alles zelf gefinancierd. De bijdrage van de keurvorst beperkte zich tot een gift van 28.000 Talers, geld dat eigenlijk was ingezameld voor de huisvesting van de Salzburgse Protestantse vluchtelingen. Zo ziet men dat de vluchtelingencrisissen van alle tijden zijn. En Pruisen is onder andere daardoor groot geworden. De koning van Pruisen had zich vrijgeviger getoond tegenover die vluchtelingen en zij waren verder naar Pruisen getrokken.
De Frauenkirche refereert naar Onze Lieve Vrouw. Ja maar, de protestanten vereren toch OLV niet? Inderdaad, maar de kerk die vroeger op die plaats stond heette zo en de naam is overgegaan op de nieuwe kerk.

Een architectuur voor de protestantse liturgie

Rond 1700 gaf Leonhard Christoph Sturm de protestantse kerkenbouw een nieuwe richting. Hij ontwierp de eerste kerken met balkons in een halfrond. Voor hem moest men «in een gegeven ruimte het maximum aan toehoorders kunnen plaatsen die het recht hebben alles goed te zien en te horen, en tezelfdertijd de klasse- en fortuinverschillen te respecteren ». Deze principes zijn magistraal toegepast in Dresden.
De centrale structuur past natuurlijk wonderwel in het protestantse geloofsprincipe dat God onder de mensen is. De protestantse eredienst met prediking en samenzang vraagt het samenkomen van de gemeenschap in een centrale ruimte en het samenbrengen van preekstoel, de doopvont en orgel rond een altaar dat eigenlijk een toneeldecor is. In die periode was het koor en altaar van de katholieke kerken afgesloten van de ruimte voor de gelovigen door een koorgestoelte, zoals trouwens bij de orthodoxen nog altijd de regel is. De Jezuïeten zijn bepaalde aspecten van de protestantse kerkarchitectuur gaan kopiëren in hun barokkerken. Een halve eeuw later is zelfs de liturgie veranderd in heel de katholieke kerk: de meeste koorgestoelten zijn afgebroken en bevinden zich nu achteraan in de kerk, als ze al niet op het stort zijn beland.
Voor de Frauenkirche is de architectuur ook bepaald door het feit dat men die kerk moest bouwen op de relatief kleine oppervlakte van de oorspronkelijke kerk. De kerk is het werk van de stadsbouwmeester George Bähr.
De eerste steen is gelegd in 1726. Bähr paste meesterlijk de principes van Sturm toe. Zijn kerk is een schoolvoorbeeld van Lutherse kerkenbouw. De eerste indruk als men de kerk binnenstapt is: ik ben in een operagebouw. En dan zijn nog bepaalde aspecten van het oorspronkelijk project van Bähr
afgezwakt: hij plaatste de spreekstoel centraal, maar om akoestische redenen werd een tweede preekstoel opgericht tegen een pijler. De banken van het parterre zijn concentrisch naar het altaar gericht. Aan drie zijden van het gebouw zijn er vijf verdiepingen loges, goed voor twee derde van de plaatsen. De kerk heeft zeven deuren waarvan drie direct naar de balkons leiden. Geen enkele van die deuren is groter dan de andere: iedere gelovige gelijk voor God? Of toch bijna: de eerste galerij was verdeeld in individuele gebedskamers met een venster naar de kerk toe. Bij de wederopbouw heeft men dit detail laten vallen. Die VIP loges waren integraal deel van het businessmodel: de verkoop van de loges moest het gebouw helpen betalen evenals de verkoop van graven in de crypte. De zijtorens zijn eigenlijk de toegangstrappen naar de balkons. De kerk werd ingewijd met een concert door Bach in 1736 . Hij componeerde voor die gelegenheid ‘zur Einweihung der Orgel’.
En hierbij een youtubeopname van een vreselijke klank- en beeldkwaliteit maar die een heel goed zicht geeft op de ruimte van de kerk https://www.youtube.com/watch?v=lpmPrG1Ce2k

De Frauenkirche, een technisch meesterwerk.

De 100 meter hoge koepel, die Steinerne Glocke of de "Stenen Klok", is niet alleen mooi. De koepel is ook een technisch hoogstandje. Bähr had de buitenkoepel oorspronkelijk in hout voorzien, naar het model van Santa Maria della Salute in Venetië. Hij stelde later een goedkopere stenen koepel voor, hoewel velen twijfelden aan de haalbaarheid daarvan. In 1733 begon men met de koepel maar heel snel traden barsten op in de pijlers doordat die het gewicht van die stenen koepel niet konden dragen. Men moest daardoor het plaatsen van de lantaarn bovenaan uitstellen. In feite rust de koepel op de binnenste rij pilaren. Doordat die peilers uit zandsteen niet homogeen waren traden heel snel in de zwakke stukken barsten op. In 1735 al, een jaar na de inhuldiging, moest men al hier en daar de peilers versterken met ijzeren banden, en ringankers inwerken. In 1930 werden opnieuw stalen banden en muurankers ingemetst. In 1938 moest men de peilerfundamenten et de basis van de koepel versterken met een ring in gewapend beton.
Maar het basisontwerp was gezond. Zo gezond dat de kerk bleef staan tijdens het bombardement van 1945. Ze vloog wel in brand door de vonken van de vuurstorm die de stad in de as legde. Toen de zon opkwam en het vuur minderde stond de koepel nog recht. Het is slechts op 15 februari om 10 uur s‘morgens dat de koepel instortte, waarschijnlijk doordat de staalelementen die de zwakke peilers ondersteunden door de hitte hun draagkracht verloren waren. Daardoor is de symboolwaarde van de Frauenkirche zo hoog: ze is ingestort nadat de vuurzee was gaan liggen en de mensen dachten dat ze de orkaan doorstaan hadden.
de zwartgeblakerde stenen zijn oorspronkelijk
De kracht van het ontwerp van Bähr bleek in de heropbouw. Men heeft de stenen uit dezelfde steengroeve gehaald maar iedere steen eerst getest op zijn weerstand. Vervolgens heeft met de stenen op computergestuurde machines in de juiste vorm gekapt. En men heeft de ringvormige stalen versterkingen die in de dertiger jaren waren aangebracht terug aangebracht.
De zwarte stenen die men ziet zijn zwartgeblakerd: Een eerste 600 m³ zijn gerecupereerd in 1948/49 en verder werden bij de wederopbouw uit de ruines zoveel mogelijk stenen gered.

Wederopbouw of niet?

Net zoals overal in de DDR stond bij de wederopbouw van de stad de huisvesting van de mensen centraal. En die uitdaging is gelukt: de laatste oost-duitsers die op de wachtlijst stonden hebben eind 1989 hun appartement gekregen, maar de DDR bestond al niet meer.
Het grote Dresdner Aufbauplan van 1946 voorzag de wederopbouw van de Frauenkirche. De tentoonstelling van 1946 «Das neue Dresden » maakte een onderscheid tussen heropbouw en nieuwbouw. Het nieuwe Dresden moest gebouwd worden volgens het model van een grote socialistische stad (« sozialistische Großstadt ») met een functionele structuur en brede lanen. Dit is het landschap dat men ziet bij het buitenkomen van het hoofdstation, met de Postplatz en de Pirnaischer Platz. De principes van Auflösung der Großstadt werden ontwikkeld in de 16 principes van het urbanisme van de DDR die door de ministerraad werd goedgekeurd in juli 1950
Maar dat wil niet zeggen dat de uiterst-linkse standpunten niet bestonden. In 1958 wilde men de ruïne van de kerk opruimen om er een park te maken. Maar gelukkig vond de stad daar niet het geld voor en in 1963 plaatste men een rozenhaag errond, ook om diefstal te vermijden. In 1966 besloot de stad de ruïne als monument te erkennen, zoals men in Berlijn gedaan had met de Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche.
het project van Hänsch van 1956 voor zijn Haus der Kultur
op de achtergrond de wederopgebouwde Frauenkirche

Achter dat rozenpark – een manier om geen onomkeerbare beslissingen te nemen - zat de architect Hänsch. Deze metser uit een technische school kon in 1948–51 een ingenieursopleiding volgen in Dresden. Hij was van 1951 tot ‘73 architect in het planbureau van de stad. In 1974 wordt hij chef-architect voor de heropbouw van de Semperoper, een werk dat tien jaar zal duren. De Semperoper wordt de modernste opera van Europa. In 1979 komt daar het Residenzschloss bij, ter gelegenheid van de dertigste verjaardag van de DDR. Deze twee werven zijn de grootste restauraties geweest van de DDR. Hij richtte een school op voor de restauratie van het patrimonium, en vormde er steenkappers en beeldhouwers.
Vanaf 1982 werd de Frauenkirche het symbool van de vredesbeweging in de DDR.
Later kwamen daar vreedzame demonstraties tegen het regime van de DDR bij. In 1989, kort voor de Wende groeide het aantal deelnemers tot in de tienduizenden.
Ter gelegenheid van een architectuurwedstrijd stelden Bulgaarse urbanisten in 1987 nog de heropbouw van de Frauenkirche voor en ze wonnen daarmee de eerste prijs in 1989. Maar de DDR valt in elkaar en de Bondsrepubliek herneemt het project, in het kader van de hereniging.
De reconstructie zit eigenlijk op de limiet van het Handvest van Venetië van 1965 en van de Europese conventie van Granada van 1985. Deze maken het onderscheid tussen anastylose, de heropbouw van een monument op basis van oorspronkelijk materiaal en een heropbouw op basis van nieuwe elementen. Artikel 15 sluit a priori «iedere heropbouw uit met uitzondering van een anastylose ». De paar gerecupereerde zwartgeblakerde stenen van de kerk kunnen moeilijk wegsteken dat het gros van de gebruikte elementen nieuw is. Maar net als bij een veldslag waar aan de overwinnaar veel vergeven wordt gaat men ook bij de Frauenkirche het overtreden van een Handvest vergeven, in het licht van zo’n verbluffend en mooi resultaat. En het moet gezegd dat – waarschijnlijk omdat de behoeders van het Handvest van Venetië hen op de vingers keken – alles gedaan is om terug op te bouwen op basis van zo oorspronkelijk mogelijke tekeningen. In de tijd van Bähr werkte men nog niet met gedetailleerde plannen, maar die heeft men wel teruggevonden bij een van de eerste restauratiewerken.
Wanneer je dus in Dresden rondwandelt, denk dan eens aan de grote debatten over de plaats van die oude stenen in een moderne mensvriendelijke stad. De DDR was een dictatuur voor alles wat met de socialistische staatsstructuur te maken had. Maar dat heeft niet verhinderd dat buiten dit heikel onderwerp over onderwerpen zoals urbanisme (of onderwijs) veel en heftig is gediscuteerd, en het is niet noodzakelijk de partijleiding die aan het langste eind trok…

De Bastei

Wie in Dresden is moet de Bastei in de Sachsische Schweiz gaan bekijken. Het Elbsandsteingebirge biedt fantastische panorama’s. De Bastei is met zijn driehonderd meter hoge pilaren van versteend zand de parel van een nationaal park. Voor wie er vanuit de Elbevallei naar toe wil kan dit doen  vanuit Wehlen, een goed uur klimmen – te voet. Een andere mogelijkheid is 45 minuten wandelen vanuit Rathen. En met de wagen kan men best in de P&R vanuit Lohmen een pendelbus nemen 

Van daaruit vertrokken wij met de wagen naar Praag. De stad stond in onze bikeline Radtourenbuch "Elbe-Radweg"  als beginpunt van de Elberadweg; onterecht, want Praag ligt aan een zijrivier: de Moldau. De fietsweg in Tsjechië biedt een totaal ander landschap al was het maar omdat de Elbe op verschilldende plaatsen door een vrij smalle vallei passeert waar de fietsweg pal langs de spoorweg en/of de grote weg ligt. Vergeet niet dat euro’s moeten omgewisseld worden in kronen; een operatie die wij al bijna vergeten waren maar die niet het minste probleem stelt. En Tsjechië werd ook niet gedekt door ons GPS contract. En voor de wagen is er een autostradevignet. 

Aucun commentaire: