mercredi 28 décembre 2016

Wuppertal, zijn zweeftrein en zijn Friedrich-Engels-marketing



Wij reden deze zomer per fiets de Ruhr af. In Hattingen verlieten wij even de Ruhrtalweg en reden langs een vroeger koolspoor naar Wuppertal. De streek rond Sprockövel et Schee is de bakermat van de koolmijnen in de Ruhr, omdat de kolenlagen daar, zoals in het Luikse, niet diep zitten. Ik postte hierover een blog (in het Frans).
Wij passeerden er onder andere in de Scheetunnel (722 Meter). In de tunnel werden in 1944 onderdelen van de Messerschmidt gemonteerd. Het is mooi rijden, met maximum twee percent stijging, door een strek die ze hun klein Zwitserland noemen.
De meeste vroegere stations zijn er nog. Wij stopten in Wuppertal aan het Bahnhof Mirke, vandaag »Utopiastadt«. Daar zit zowat alles wat creatief is in Wuppertal samen: Urban Gardening, de Bergische Bürgerkraft Energiegenossenschaft, »Ingenieure ohne Grenzen«, recyclage-experimenten, een eetcafé »Hutmacher«  enz. Eind 2016 vierde dit initiatief zijn vijfde verjaardag. Vanuit dit station is het bergaf naar het stadscentrum.
Wuppertal is gekend door zijn "Schwebebahn",  zweeftrein of "hangende metro". Die monorail is meer dan een eeuw na zijn inhuldiging nog altijd de hoofdslagader van het openbaar vervoer. 35 minuten van eindstation tot eindstation. 20 stations zijn bewaard gebleven, van het Jugendstil-station Werther Brücke tot de hypermoderne, pas 1999 in gebruik genomen glasconstructie Kluse, over 13,3 kilometer, met een prachtig zicht op de stad in de vallei. Meer dan 1,5 miljard mensen zijn er in de 110 jaar durende geschiedenis mee over Wuppertal gezweefd. De uitvinder Eugen Langen heeft ook de Gasmotorenfabrik Deutz gesticht en wierf Gottlieb Daimler aan als productieverantwoordelijke. Die man had vele snaren op zijn viool…

Friedrich Engels en de citymarketing

Wij gingen er ook Engels groeten (voor de kenners: in de deelgemeente Barmen). Friedrich Engels was een boezemvriend van Karl Marx. Hij heeft na diens dood de uitgave van boek II en III van het Kapitaal verzorgd. Barmen is een schoolvoorbeeld van vroege industrialisering. De herenhuizen van de familie Engels lagen naast de fabrieken en de huizen van de arbeiders. In 1837 moest de jonge Friedrich van zijn vader zijn middelbare studies opgeven om een stage te doen als bediende in een grote firma in Bremen. Engels Sr. kwartierde zijn achttienjarige zoon in bij een strenge Bremense dominee. Met als gevolg dat de jonge Engels overtuigd atheïst werd. In 1842 vertrekt hij naar Manchester om in een filiale van de familie Ermen|Engels te werken.
Het geboortehuis van Friedrich Engels werd verwoest in de Tweede Wereldoorlog, in 1943. Het Engels-Museum is ondergebracht in een van de huizen van de familie. Men heeft er ook in 1983 het Museum für Frühindustrialisierung (1750- 1850) ondergebracht. Wat niet slecht gezien is. Marx refereerde bij het schrijven van zijn ‘Kapitaal’ naar de ervaringen van Engels met die vroege industrialisering. Engels stond er midden in, eerst in Barmen, en later in Manchester.
Wuppertal is het beeldmateriaal voor de Multivisionsraum „Fabrik“gaan halen bij de stoom- en textielmachines uit de Quarry Bank Mill in Manchester. Die Quarry bank is een museale wereldtop: ik bezocht die toen mijn dochter Line voor Erasmus in de streek was. En het museum van Wuppertal heeft daar goed uit zijn doppen gekeken en hebben op hun niveau iets interessants gemaakt.
Naast het Engelshaus is er ook een Engelsgarten aangelegd, met een Noorse esdoorn, drie beuken, een paardenkastanje en een hazelaar uit de voormalige tuin van de familie Engels.
De stad wilde een standbeeld van Friedrich Engels, in het kader van zijn citymarketing: zij wilden een graantje meepikken van de Chinezen die op hun Europa-tour met duizenden het Marx Haus in Trier bezochten.

Een standbeeld ‘Sterk Links’

In 1975 besloot Wuppertal een beeld te kopen in het kader van het NRW-programma "de verfraaiing van het stedelijk landschap." Een Engels-standbeeld voor de Engelsgarten. Johannes Rau, Minister-president en vroegere Burgemeester van Wuppertal, had wel de mensen wat moeten sussen die vreesden dat de stad een "Mekka der Linksradikalen" zou worden.
Het budget was 130.000 DM. Ze vroegen daarvoor de Oostenrijkse beeldhouwer van wereldniveau Alfred Hrdlicka. Zijn oeuvre draait rond de thema's fascisme, oorlog en geweld. Wij zagen een van de bekendste werken voor het Albertina Museum in Wenen https://nl.wikipedia.org/wiki/Alfred_Hrdlicka  : het "Memoriaal tegen de oorlog en het fascisme".
Ze hadden zich eigenlijk wat beter moeten informeren over Alfred Hrdlicka. Deze noemde zich de laatste Stalinist. Hij werd geboren in 1928 in een communistische familie in Wenen. Zijn vader was onder de nazi’s opgepakt en had als dwangarbeider voor de Todt-organisatie moeten werken. Onze beeldhouwer zelf dook onder om niet gemobiliseerd te worden. Na de oorlog werd hij lid van de KP. Hoewel hij zei dat hij zijn lidkaart verloren was met de Hongaarse opstand bleef hij communist tot in de kist. Hij was nog parlementskandidaat voor de communistische partij in 1999. Op zijn begrafenis noemde Oskar Lafontaine hem een groot marxist.
Het moet gezegd worden dat het eerste ontwerp van Hrdlicka tamelijk onschuldig was: een opengeslagen boek, waaruit mensen naar het licht opmarcheerden. Het beeld raakte maar niet af en men gaf er zich rekenschap van dat de kunstenaar een ander ontwerp aan het uitwerken was: "eine unheimlich starke Hand, eine unheimliche Linke" (een ongelooflijk sterke hand, een ongelooflijke linkse).
Als ze in Wuppertal het standbeeld ‘Die starke Linke’ (Sterk Links) onder ogen kregen brak de hel los. Hrdlicka had een allegorie gemaakt op het Communistisch Manifest, waar de proletariërs slechts hun ketenen te verliezen hebben. Een sterke linkerarm probeert de ketens te verbreken, een symbool voor de vrijheid van het proletariaat; de linkerarm is een symbool van de sterkte en de macht van de arbeidersbeweging. "Muckertal", zoals Engels zijn geboortestad noemde, (mucken = mokken) was geschokt: ze hadden een beeld besteld, maar geen links beeld. Ze wilden enkel een sculptuur voor het
Engels-Park. De plaatselijke CDU-vertegenwoordiger noemde Engels een soort "Vorläufer von Goebbels". Daarbovenop kwam nog een financiële kwestie. Aangezien de steengroeve in Carrara zijn blok marmer al in de ruwe vorm had laten kappen, zoals ze voor alle beelden deed, had Hrdlicka zonder iets te zeggen een nieuw blok marmer laten komen: acht ton, 3,50 meter hoog. Hij vroeg daarvoor een extra vergoeding van DM 70.000 bovenop de overeengekomen 130 000 Mark.
 Toen men hem het transport en de sokkel wilde doen betalen ging voor Hrdlicka "der Ofen aus". Hij vroeg 300 000 Mark. „Als Richard Serra een slab als kunstwerk kan doen doorgaan, dan laat ik een ruwe blok marmer naar Wuppertal komen, "als Kunstwerk". Het Engels-beeld doe ik dan cadeau aan mijzelf ". De stadsraad schold hem uit voor "communist"; zowat het ergste verwijt dat men in Duitsland naar het hoofd geslingerd kan krijgen.
Uiteindelijk heeft de kunstenaar zijn geld gezien in 1981; op 2 juli de sculptuur ingehuldigd, zonder de CDU.

De Chinese Volksrepubliek geeft aan Wuppertal een standbeeld van Engels

En blijkbaar is de stad erin geslaagd het Engelshaus op het Europees circuit vande Chinese politieke kaders te plaatsen. Ze hebben wel een speciale invalshoek: Engels leidde een fabriek, en speculeerde zelfs met succes op de katoenstocks. Engels was een groot militair denker, en volgde de Amerikaanse burgeroorlog tegen de slavenstaten, waar het katoen zat, op de voet.
Ik ben er trouwens van overtuigd dat een belegger met een grondige kennis van de marxistische economie interessante zaken kan doen. Ik voorspelde bijvoorbeeld de overwinning van Mittal op Dollé, bij zijn openbaar aanbod tot overname van Arcelor. Ik heb weliswaar geen aandelen gekocht (wat eigenlijk een beetje spijtig is). Voor mij diende het als argumentatie om de syndicalisten ervan af te houden hun toenmalige patroon Dollé niet te steunen. Het was trouwens Dollé en Arcelor die beslist hadden de continentale staalproductie te sluiten.
Dertig jaar na de vrij controversiële ervaring met Die Starke Linke, in 2010, bood de Chinese Volksrepubliek aan Wuppertal een 3,95 meter hoog standbeeld van Engels aan. Dit aanbod werd in november 2013 door de gemeenteraad aangenomen. Het beeld van de kunstenaar Zeng Chenggang was er in juni 2014: een denkerspose, stilistisch ergens tussen een Aziatische Manga en socialistisch realisme. Er is geen sokkel, waardoor het beeld bijna op het niveau van de toeschouwer staat. Bijna, want het is tenslotte 3,85 meter hoog.
Er staat een citaat van Engelsop:

“Arbeid is de bron van alle rijkdom, beweren de politieke economen. Dit voorziet het — naast de natuur — van het materiaal dat het omzet in rijkdom. Maar het is ook oneindig veel meer dan dat. Het is de voornaamste basisvoorwaarde van alle menselijk bestaan, zodat we in zekere zin kunnen zeggen: arbeid deed de mens ontstaan”.
Bij de inhuldiging zei de Burgemeester Jung: "eigenlijk mag geen enkele Chinees het land meer uit voor hij zich langs dit standbeeld heeft laten fotograferen." De Chinese ambassadeur antwoordde: „ik heb de boodschap goed ontvangen. 600.000 toeristen kommen uit China, blijven twee dagen en geven 800 Euro uit." Zelfs de betogers van de Marxistisch-leninistische Partij MLPD lachten mee, een beetje groen. Ze vonden het zelfs goed dat het standbeeld er was, maar dan niet als symbool van het kapitalisme en van de Chinezen, die toch "geen echte Communisten" meer waren. Nu, de stad had voor alle zekerheid toch 300 politieagenten opgetrommeld voor de vijf activisten van de MLPD. "Ach ja, das sind immer dieselben, man kennt sich", zei een politieman, "das sind eigentlich alles ganz nette Leute."

De weerstandsgroep “De Zwarte Hand”

En wie kwamen wij in Wuppertal nog tegen: mijn schoonbroer Jan Hertogen. Niet in vlees en bloed, maar in een brochure van de ‘Verein für Erforschung der sozialen Bewegungen in Wuppertal’. Die vereniging organiseert er o.a. wandelingen in de sporen van de nazitijd in Wuppertal. In de herfst van 1941 zijn 111 mensen van de weerstandsgroep “De Zwarte Hand” uit Antwerpen als Nacht en Nevel gevangenen naar Wuppertal gevoerd. Slechts 37 overleefden de oorlog. Jan heeft hun geschiedenis gereconstrueerd. Hij sprak er nog op 16 april 2016, als ‘Vertreter der Angehörigen u. Freundinnen der belg. Widerstandsgruppe „De Zwarte Hand“’.
Voor de weerstander Staf Vivijs is het “moeilijk te zeggen wat mij in Wuppertal het ergst heeft gekweld: de vernedering door verwaande cipiers, of het monotone geknars van die Schwebebahn of hangtram, die boven de Wupperrivier het noordelijk met het zuidelijk deel van de kilometerlange stad verbindt en mij door dat akelig geluid elke morgen vroegtijdig uit de allesvergetende slaap deed ontwaken?
Hij heeft manifest minder plezier gehad aan zijn verblijf in Wuppertal als wij…
Paula in het Mirkestation

Voor de Ruhr zie (in het Frans)
Mijn volgende blog gaat over de Ruhrtalradweg, een fietsweg van de bron tot aan de monding.


Aucun commentaire: