lundi 22 mars 2021

Op zoek naar een icoon voor de herdenkingen ven de commune van Parijs en het oproer van 1886

Ik ben op zoek naar icoon voor de herdenkingen van de commune van Prijs en de opstand van 1886 waarvoor de herdenking van de Commune het vuur aan de lont werd. Verschillende publikaties gebruikten het iconische schilderij van Koehler.. Maar deze schilder was nooit in de Borinage en zijn kunstwerk ‘Die Streik’wordt soms in Pittsburg gesitueerd en soms in de Ruhr. Henry Luyten daarentegen was in de Borinage in 1886-87. Ik ben mee afgedaald in de mijn en heb de werkstaking heelemaal medegemaakt. Dat maakt je koud, zoo iets… Je siddert ervan en je vergeet jezelf.”

« De werkstaking » is de titel van zijn meesterwerk geworden. In 1888 begon hij eraan. Zijn drieluik was pas af eind 1893. Op het middendeel (drie op vijf meter!) schilderde hij de opgewonden sfeer tijdens een mijnwerkersvergadering. Het linker zijpaneel (‘Miserie’, 3 x 2,5 meter) stelt een bedelende mijnwerkersweduwe voor, het rechter paneel (‘Na de opstand’, 3 x 2,5 meter) is een soldaat die de wacht houdt bij de lijken van doodgeschoten stakers.

De Werkstaking: een triptiek

Hij neemt daarmee, na vele eeuwen, de kunstvorm van de retabels terug op. Bij de drieluiken in de kerken gingen de luiken maar een dag per jaar open, op de verjaardag van de heilige in kwestie. Luyten geeft het drieluik een andere invulling. Zijn drieluik is chronologisch. De armoede en honger die de stakers tot actie dwingt wordt verbeeld in Miserie, waar een weduwe met een baby in haar armen en een kind aan haar zijde met lege handen langs de verlichte etalages van de winkels slentert, bedelend voor hun avondmaal. De staking is wegens deze omstandigheden onvermijdelijk, wat nog eens extra benadrukt wordt door de leuze ‘Du pain du pain’ op een bordje dat uit de menigte steekt. Op een mijnwerkersvergadering. staat een man half op een tafel, half op een stoel. Armen gaan de lucht in, er wordt geschreeuwd, vuisten worden gebald. In het midden houdt iemand een rode vlag vast, op de voorgrond ligt een gewonde man met een verband om zijn hoofd.

De staking eindigt in een bloedbad wanneer het Belgische leger mannen en vrouwen neerschiet. De meedogenloze soldaat op het derde paneel heeft geen haast om van het bloedbad weg te komen, hij steekt eerst nog zijn pijp of sigaret aan.

Het drieluik-effect wordt ook benadrukt door het centrum van het doek veel verfijnder te schilderen dan het linker- en rechterluik. Een verwijzing naar de zijluiken die dikwijls in grisaille werden geschilderd?


Het beeldoppervlak is volledig gevuld, de handen raken de bovenkant van het beeld of overlappen het; arbeiders dringen van links en rechts het beeld binnen. Een verwijzing naar Michelangelo Merisi da Caravaggio die in 1600 zijn personages al uit het doek liet stappen? Men wordt ook bij Luyten als het ware in de ruimte opgenomen; men gaat op in de dichte menigte mensen in grijsblauwe werkkleding. Maar de vijand, de burgerij, blijft onzichtbaar.

De triptiekvorm ondersteunt grafisch deze chronologie. Deze boodschap was zo duidelijk dat men weigerachtig was om het werk op te nemen in tentoonstellingen. Luyten loste dit op door de zijluiken te verwisselen. Hij noemde zijn schilderij ‘het Grauwvuur’ (de ontploffing van steenkoolstof in een mijn) en zette het luik met de soldaat links ervan. Hierdoor krijgt de dood van de arbeiders een natuurlijke oorzaak. De ellende van het gezin wordt dan een gevolg van de staking, en niet de oorzaak.

Op een tentoonstelling in Berlijn in 1893 krijgt het werk de titel ‘Kampf ums Dasein’, in vrije vertaling ‘het overleven van de sterkste’. Survival of the fittest? Gooi gelijk welke Slimste Mens het begrip voor de voeten en veel kans dat hij repliceert met 'Darwin', 'het recht van de sterkste', 'eigenbelang',

'competitie', 'agressie' en 'egoïsme'. Dat van Darwin is natuurlijk waar. Maar die andere antwoorden berusten op een historisch misverstand. En vooral: op ideologisch misbruik. Want de succesvolste diersoorten, the fittest, waren net diegene die het best konden samenwerken. Empathie en sociaal gedrag zijn vroege verworvenheden in de evolutie: onze overleving berust meer op samenwerking dan op concurrentie. Deze alinea komt van Van Duppen en Hoebeke in een inleiding op hun boek “De supersamenwerker”. Dit explosieve boek is natuurlijk gebaseerd op vrij recent onderzoek. Luyten had andere referenties toen hij die titel Kampf ums Dasein koos. Maar het is niet uitgesloten dat hij hiermee – waarschijnlijk onbewust, als een toegeving om zijn werk in die tentoonstelling te krijgen - in sociaal darwinistisch vaarwater zat.

Om een idee te krijgen van de ideologische strijd rond het doek is het ook interessant de kritiek te bekijken van de Neue Zeit, het theoretische tijdschrift van de Duitse sociaaldemocratie, in 1893. Het doek werd afgekraakt als een "opzichtig en lelijk tafereel die zelfs de beste inhoud niet kan redden: Henry Luyten wil een arbeidersopstand illustreren door een vlag te planten met ernaast een bordje met de eis van de opstand: brood! Brood! Daarrond roept en brult een menigte wild bewogen arbeiders in donkere overalls. Iedereen roep en raast door mekaar. Op de grond liggen gewonden met vuile zwachtels. Het doek bewijst het volledige onvermogen van de schilder om individuen te karakteriseren. Alles is schematisch en karikaturaal. Men krijgt de indruk dat de schilder vooral de bourgeoisie wil aanspreken door afschuw op te wekken tegen de arbeiders, socialisten en revolutionairen. Vandaar dat de jury het werk heeft weerhouden:: het moest compromitterend en angstwekkend zijn tegenvover de arbeiders”.  

In het licht van deze polemiek begrijpt men dat men in 1916 ertoe kwam de zijluiken te demonteren, en enkel het middendeel nog tentoonstelde, in een vergeefse poging om de aanklacht die in dit drieluik aanwezig was weg te moffelen. In 1932, bij de verhuizing van de triptiek naar Roermond, zal de kunstenaar een speciale ruimte eisen waar de drie panelen opnieuw samen kunnen worden getoond.

Een biografie door Jozef de Beenhouwer

Jozef de Beenhouwer, initiatiefnemer van de Stichting Henry Luyten in Brasschaat, schreef een biografie van Luyten. Voor hem is De Werkstaking  een van zijn belangrijkste werken: “In de kunstgeschiedenis is dit de tijd van het sociaal realisme en daarin is het een topwerk.”

Deze erkenning kwam vrij snel. In Gent krijgt het in 1892 een ‘Grote Gouden Medaille’. Twee jaar later, op de Wereldtentoonstelling in Antwerpen, valt De Werkstaking eveneens in de prijzen. Het doek wordt geëxposeerd in Dresden, Londen en in Parijs. In 1897 wordt het drieluik zelfs naar de Verenigde Staten verscheept. Uiteindelijk werd het werk alleen in Saint Louis geëxposeerd. De doorbraak van zijn carrière is een grote tentoonstelling eind 1903 in Wenen, met De Werkstaking als het stralende middelpunt.

Volgens De Beenhouwer bleef het werk, ondanks die erkenning, een aanklacht tegen de burgerij, en zou het zijn carrière geschaad hebben. Dat is volgens mij wat overdreven. Die breuk komt laterNa zijn studies aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen keerde hij in 1884 terug naar zijn geboortestad Roermond. Van 1886 tot 1887 was hij in de Borinage. In 1896 verhuisde hij naar Brasschaat, naar een oude boerderij, en liet zich tot Belg naturaliseren.  Rond 1900 kon hij het zich permitteren daar een eigen school te openen: het Institut des Beaux Arts. Een van de leerlingen van zijn academie, Freifrau Margaretha von Helldorff, opende voor hem genoeg deuren in Saksen om een veelgevraagde en geliefde portretschilder bij de Saksische adel te worden. Dat verhinderde hem niet sociaal bewogen werken te blijven schilderen. Zo begon hij in 1914 een diptiek De Vlucht uit Antwerpen, dat echter nooit voltooid is. Het moet gezegd dat de afmetingen weeral niet min waren: 197 x 317 cm. Verder is hij blijven vissers, landarbeiders en dagloners schilderen; en misschien was daar ook een markt voor bij gegoede mensen. Maar materiëel ging het hem voor de wind

Het activisme van Luyten

De breuk in zijn carrière kwam door zijn activisme. Hij was trouwens niet de enige sociaal bewogen kunstenaar die daarvan beschuldigd is geweest. Mijn (Franstalige) vriend Maxime Tondeur schreef in dit verband een interessante blog over Van OstaijenLuyten had in de oorlog de vernederlandsing van de Universiteit van Gent gesteund. En de Duitsers bezorgden hem een positie aan de Antwerpse Academie. Toen hij in 1915 werd benoemd als lid van de beheerraad van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, had Luyten De Werkstaking aan het museum geschonken, als blijk van “dankbaarheid en liefde voor de Stad Antwerpen.” In 1917 was hij ook gehuwd met zijn Freifrau von Helldorff. Ook dat kwam in 1918 op tafel. Hij kreeg stank voor dank en werd getroffen door de repressie, waardoor hij enige tijd in Noord-Duitsland ging wonen, aan de Oostzee, om pas in 1923 naar Brasschaat terug te keren.

Bij een grote overzichtstentoonstelling in Antwerpen (1924) werd het drieluik neergesabeld door Jean Laenens van Le journal d’Anvers: “De sociale schilderkunst -overigens een compleet verouderd en ook nog eens onverdraaglijk genre- heeft nooit een deerniswekkender en braakverwekkender werk voortgebracht. Terwijl iedereen met moeite zijn brood kon betalen kalkte Henry Luyten vierkante meters doek vol met banale onderwerpen. Men ziet op De Werkstaking, geschilderd in modderige kleuren – modder gemengd met Reckitblauw – een hoop doodsbleke sukkels (de klasssieke bleke ploerten). »

Het Gulden Doek van Vlaanderen


Die repressie is waarschijnlijk de reden waarom hij in 1931 begon aan het Gulden Doek van Vlaanderen. Hij werkte tot 1941 aan de honderd personen die in zijn ogen een sleutelrol hebben gespeeld in de geschiedenis van Vlaanderen, in een compositie die aan de "Afdaling van het kruis" van Rubens doet denken. Het was weer een diptiek: het werk bestaat uit twee panelen die later samengevoegd zijn. De naden zijn overschilderd. Het werk is niet gesigneerd, maar Luyten heeft zijn eigen portret tussen de andere gezet. In 1944 rolde Luyten zijn meesterwerk op. Hij was bang dat het doek zou worden vernietigd. Het schilderij belandde op een zolder in Oostende. Na het overlijden van de kunstenaar werd het Gulden Doek overgeheveld naar de IJzertoren. Ook daar bleef het meer dan twintig jaar weggestopt op zolder. Pas in 1969 kreeg het schilderij een plaatsje in de toren. Dit is zowat het enige doek waar de Vlaams-nationalisten over spreken. Luytens houding tijdens de Eerste Wereldoorlog nog een dramatisch staartje na de bevrijding in 1945, toen hij vanwege dat verleden van zijn ziekbed werd gelicht en een nacht in de cel doorbracht. Hij overleed even later, op 21 januari 1945.

Schraalhans Roermond wil van het immense doek af 


oor de Werkstaking bleef het niet bij de vernietigende kritiek van Le journal d’Anvers. Het doek verdween op een zolder. Toen Luyten dit vaststelde eiste hij het terug, en bood het samen met 25 andere werken aan zijn geboortestad Roermond aan. De schenking van Luyten werd de basis van het latere gemeentelijke museum. Antwerpen weigerde de Werkstaking zelf terug te geven. Dit conflict werd  uiteindelijk ‘opgelost’ door het in bruikleen te geven aan Roermond.  In 1932 opende prinses Juliana daar het "Gemeentelijk Museum Hendrik Luyten-Dr. Cuypers". Luyten werd bevorderd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Van 1932 tot 2009 was het enorme drieluik een van de highlights van het Stedelijk Museum daar.

Toen dit in 2009 werd omgebouwd tot Cuypershuis werd het werk van Luyten afgevoerd. Toen ook nog werd ontdekt dat De Werkstaking feitelijk eigendom was van de gemeente Antwerpen, wilde men het werk snel teruggegeven aan de Belgen om zo te besparen op opslagkosten. «Waarom  zouden wij betalen voor kosten van een schilderij dat niet van ons is», heette het destijds. « Schraalhans Roermond wilde van het immense doek af », schreef Dagblad de Limburger in 2013 in een bijtend commentaar : « het paste niet in de opzet van het Cuypershuis. Elders was er blijkbaar ook geen ruimte voor het doek waarmee generaties Roermondse kinderen zijn opgegroeid ». Het geld dat de gemeente jaarlijks kwijt was aan de opslag had ze volgens de krant beter kunnen besteden aan het zoeken naar een alternatieve bestemming.

In 2010 was de triptiek voor het laatst te zien op een tentoonstelling in het Duitse Oberhausen. Roermond slaagde er daardoor in de kosten van de verhuis te verhalen op een tentoonstelling in de Ruhr. Omdat wij daar gepasseerd waren bij een fietstocht in de Ruhr zocht ik wat gegevens op over die tentoonstelling.

40 vierkante meter woede en verdriet: het monumentale drieluik van Luyten is een oproep tot verzet in olieverf.

De spindoctors slagen er tegenwoordig in iets negatiefs om te buigen in zijn tegendeel. Roermond kondigt de verhuis naar Oberhausen aan als een uitstapje van hun ‘special guest’ die in Oberhausen als politieke ster zal schitteren, in afwacting van een nieuw pand om dit driedelige monument van de schilderkunst te logeren, en publiceren zelfs fotos van het demonteren en vervoeren van dit reuzenkunstwerk. Voor Oberhausen is dit het middelpunt van huntentoonstelling met zijn hoogte van 3,55 m en een totale lengte van 11,10 m. Voor de Saarbrücker Zeitung is dit « 40 vierkante meter woede en verdriet. Het monumentale drieluik van de Belg Henry Luyten is een oproep tot verzet in olieverf. Het is de blikvanger van een ambitieuze tentoonstelling die gewijd is aan een grotendeels verwaarloosd  kunstgenre: industriële schilderkunst. Het Rijnlandse Industriemuseum (RIM) exposeert dit werk  in het kader van het programma Culturele Hoofdstad Ruhr 2010, in het voormalige "Land van 1000 Vuren". Boze arbeiders met een rode vlag; op de zijpanelen een verkleumde moeder met haar kinderen en een soldaat voor een rij doden. Het schilderij suggereert dat de opstandelingen mogelijk zijn geëxecuteerd”.

By the way, de Werkstaking hing langs het rood opvlammende "Sonnenfinsternis über Oberhausen" in 1984 geschilderd door Willi Sittes, die op dat moment een van de toonaangevende kunstenaars van de Duitse Democratische Republiek was.

De Werkstaking in het vakbondsgebouw 'Ons Huis' aan de Vrijdagmarkt in Gent?

Ik veronderstel dat het doek van Oberhausen direct in Antwerpen belandde waar het in een opslagruimte terecht kwam. In Roermond bleef de Stichting Ruimte het doek volgen. In 2018 konden zij zich verheugen bij een mooie ontwikkeling! (Ruimtelijk 2 april 2018 ). In Gent had Joost Vandommele, schrijver van een prachtig boek over het socialisme in Gent, het balletje terug aan het rollen gebracht. Hij attendeerde tijdens een boekpresentatie op het treurige lot van het ooit bejubelde werk. De socialistische vakbond ABVV kopte de voorzet keurig in en probeerde het werk weer een permanente plek te geven in het fantastische vakbondsgebouw 'Ons Huis' aan de Vrijdagmarkt in Gent. « Als het niet zou lukken on de Werkstaking onder te brengen in Ons Huis, wordt als alternatieve locatie gekeken naar het MIAT, het Gentse museum voor Industrie, Arbeid en textiel », zei ABVV-man Pauwels. « Maar voorlopig gaan we nog steeds uit van herplaatsing in Ons Huis».  Er was wel een ernstig probleem: het werk is een paar centimeter te hoog en paste niet door de deur.

Ik veronderstel dat het eigendomsrecht geen probleem moet zijn. In België mag een museum geen werken vervreemden, maar uitlenen kan wel. Dat was trouwens al het geval in 1932 met Roermond. Moest nu die deal met “Ons Huis” niet kunnen doorgaan, dan wil ik wel even uitkijken als in Luik nergens een plaats is. De Stad heeft onder andere het mooie gebouw van de BAL (Beaux Arts Liège) gedegradeerd tot pakhuis toen de vaste collectie naar het splinternieuwe gebouw van de Boverie verhuisde. Met een beetje goede wil moet het doek op het gelijkvloers van de ex-BAL kunnen geëxposeerd worden. Maar laat ons eerst afwachten hoe de situatie in Gent evolueert…

Henry Luyten in Brasschaat

Standbeeld van Henry Luyten,
bij zijn vroegere atelier.

 Antwerpen wil misschien van de Werkstaking af, maar de kunstenaar heeft er in 1997 wel een standbeeld gekregen, gebeeldhouwd door de Brasschaatse beeldhouwer Leo Nelen, op het Hendrik Luytenplein nog wel. En zijn graf is op de begraafplaats van Brasschaat - Centrum.

In 1995 werd naar aanleiding van zijn vijftig jaar overlijden door het Archief Henry Luyten vzw, in samenwerking met het Stedelijk Museum van Roermond en met het Gemeentebestuur van Braschaat, een overzichtstentoonstelling ingericht. Ter gelegenheid van deze tentoonstelling verscheen het boek Henry Luyten, van De Beenhouwer.

Bronnen


Saskia de Bodt en  Herwig Todts, Een groots gebaar naar een bescheiden man; De toepassing van het drieluik op het thema van de industriële arbeider.

Stichting Ruimte Roermond 2 april 2018  ·

https://www.facebook.com/permalink.php?story_fbid=1701177553280671&id=133304163401359&comment_id=1701178383280588&comment_tracking=%7B%22tn%22%3A%22R0%22%7D

https://nl.wikipedia.org/wiki/Henry_Luyten

Gazet van Antwerpen 17/7/1998 Dames speuren naar scheurtjes in Gulden Doek van Vlaanderen

https://www.dhm.de/archiv/ausstellungen/streik/html/kunst3.html

1 commentaire:

Marialadrimaholyclinic a dit…

Opmærksomhed
Målet er at informere den brede offentlighed, sunde mænd og kvinder. Hvem er interesseret i
Doner straks knoglemarv (nyreorganer) til nyrer, testikler og 100 % alvorlig kontakt. E-mail; Marialadrimaholyclinic@gmail.com
fordi vi er mange
Patienter, der i øjeblikket har behov for en nyretransplantation.
Leder du efter muligheden for at sælge din nyre kontant for at finansiere den
Vi køber din
Nyre til € 980.000
Lever: 700.000 €
Æggestokke: 9.000.000 €
Knoglemarv: 900.000 €
og vi har også Vib / AIDS Ultra Vibros 11 lægemidler, der vil helbrede dig eller give dig mulighed for at gå længere
send os en e-mail
EMAIL;
e-mail;. Marialadrimaholyclinic@gmail.com
WhatsApp: Spørg mig
Oprigtig