Er is er ook een verbinding Wenen- Bratislava met een historische
draagvleugelboot Twin City Liner, maar dat is wel veel duurder…. Voor
de ostalgieken: die City Liner is in feite een Meteor Voshkod of Raketa, zoals
er een aantal gebouwd zijn in de URSS. Zie http://www.youtube.com/watch?v=6MsiOp527Gg en http://www.youtube.com/watch?v=ujp5zBGfTH0
Van Bratislava naar Wenen
met een catamaran.
Wij hebben
grenzen in onze kop. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht naar Wenen te gaan
via Slovakije. Nochtans zijn de twee hoofdsteden maar zestig kilometer van
elkaar. In 1918 beslisten de overwinnaars het Oostenrijks Keizerrijk op te
doeken. In het verdrag van
Saint-Germain-en-Laye van december 1919 werd het Habsburgs Keizerrijk ontbonden
in zes staten. De Oostenrijkse delegatie was niet uitgenodigd op de
onderhandelingen en de boze Wenenaars staken de Franse ambassade in brand. De
Tchechen en de Slovaken hadden gevraagd een land te vormen. De Sudetenduitsers
vormen een taalkundige minderheid in het nieuwe Tchecoslovakije. Bratislava
weigerde echter deel uit te maken van Tchecoslovakije en riep de vrijstaat Wilsoncity
uit. In januari 1919 moet het Tchecoslovaakse leger de stad innemen. De stad
krijgt de naam Bratislava in plaats van het slovaakse Prešporok of het duitse Pressburg.
Desondanks
–of juist daarom? - kozen de Slovaken die stad – daarbij nog helemaal aan de
buitenkant van het land gelegen - als hoofdstad wanneer ze in 1992 afscheiden
van Tchechië. Dat is dank voor stank.
Het oude
centrum van Bratislava is niet zo groot maar toch een bezoekje waard. We
bezochten er het roze paleis van de kardinaal (we komen tenslotte uit het
prinsbisdom Luik) waar de vrede getekend werd tussen Napoleon en de
Oostenrijkse keizer na de slag bij Austerlitz,
de slag van de drie keizers in 1805. Men
spreekt meestal over de vrede van Presburg zoals de stad noemde in die periode.
Deze gebeurtenis wordt weinig uitgespeeld door de toeristische dienst van
Bratislava. Ik begrijp deze discretie niet zo goed: zij hebben tenslotte niet
die slag verloren, maar de Oostenrijkers?
De St.
Martinsdom was het toneel van maar liefst 19 keizerkroningen. Daarmee
probeerden de Oostenrijkse keizers het rumoerige Hongarije te paaien: voor de
kroning zakten ze van Wenen naar Presburg af. Paris vaut bien une messe…
De
St.Elizabethskerk in opvallend licht blauw, alhoewel zij orspronkelijk in andere
pastelkleuren was. Ze is ons eerste
contact met de Secesssion. Gebouwd in 1907 en opgedragen aan Elisabeth, niet de
Sissi, maar de heilige Elisabeth van Hongarije. Ze is een ontwerp van de
Hongaarse architect Ödön Lechner. Deze kerk vertegenwoordigt Slovakije in
Mini-Europa in Brussel. Ze ligt in de periferie van de Oude Stad.
Het kasteel
ligt 85 meter boven de stad. De Hongaarse
kroonjuwelen werden er bewaard. In 1811 werd het kasteel grotendeels verwoest
door een grote brand aangestoken door soldaten die geacht werden de stad te
beschermen tegen Napoleon. De burcht bleef 150 jaar een ruïne, tot in 1953 werd
begonnen met een reconstructie (Bratislava stelt het soms voor alsof het
communisme niets gedaan heeft voor het behoud van het patrimonium, maar dat is
onjuist).
De bootreis
van Bratislava naar Wenen is de moeite waard. Op 13 kilometer van Bratislava
geven de ruïnes van het Devin kasteel hoog boven de Donau, de grens tussen
Oostenrijk en Slowakije aan. We varen door het nationale park Donau-Auen, een
beschermd natuur- en overstromingsgebiedgebied
De Donau
het Majolikahaus |
Wenen ligt
eigenlijk aan de monding van de Wien die uit het Wienerwald komt. Dat stroompje
is met de stadsuitbreiding in de 18° eeuw overwelfd. De Naschmarkt bijvoorbeeld
staat bovenop de Wien. Men heeft er de Rechte en Linke Wienzeile. De grote architect Otto Wagner heeft er een paar mooie gebouwen neergepoot.
In het stadspark heeft men de Wien onlangs terug blootgelegd.
Zoals in
Luik slingerde de Donau in de vlakte onderaan de historische stadskern. Einde
16° eeuw werd het Donaukanal gegraven. De oude stad bevond
zich op de rechteroever van dat Donaukanal, eigenlijk een zijkanaal van de
Donau. Zijkanalen waren zowat overal de eerste kanalen, om een regelmatige
scheepvaart te garanderen. Ons hotelletje lag vlak bij de Schwedenplatz, aan
dit Donaukanaal. Onze catamaran meerde aan op honderd meter van ons hotel.
De
linkeroever liep regelmatig onder water en overal waren kleine eilandjes.
Toen
Oostenrijk in 1809 de vrede van Presburg verwierp, nam Napoleon Wenen terug in.
Aartshertog Karel trok zich terug op de linkeroever na al de bruggen vernietigd
te hebben. Maarschalk Lannes verschanste zich op het Donaueiland Lobau, ondanks
het vuur van de Oostenrijkse kanonnen. Lobau werd uitgebouwd tot een
uitvalsbasis voor de Franse troepen. Op 5 juli trokken 162.000 franse grognards
de Donau over en versloegen de Kaiserlich-königliche Armee. Het kostte Napoleon
wel twee dagen, en de verliezen draaiden rond 35.000 man aan de twee kanten.
Zodat sommigen Wagram het begin van het einde noemen voor Napoleon.
Au, in het
Waals ‘awe’, is een aanduiding voor een overstroombaar gebied. Op die
linkeroever zijn een pak plaatsnamen waar Au in voorkomt zoals Lobau, de
Augarten, Freudenau, Brigittenau… In die overstroombare gebieden werd in de 19°
eeuw meer en meer gebouwd en werd de waterhuishouding een belangrijk probleem.
schwedenbrucke |
Daarom werd
in 1975 parallel aan de Donau over 21 kilometer een 210m breed afvoerkanaal - de
Neue Donau - gegraven die met sluizen met de hoofdstroom verbonden is. Deze
sluizen gaan enkel bij hoogwater open. De Nieuwe Donau kan 5.000 m³/s
verwerken. Samen met de andere Donau-armen komt men zo aan 14.000 m³/s wat
overeenkomt met de milleniumoverstroming van 1501. In 1899, 1954, 1991, 2002
heeft men 10.000 m³/s gemeten, en op 5 juni 2013 11.000 m³/s. Om Wenen van
overstromingen te vrijwaren heeft men het gebied voor Wenen overstromingsgebied
gemaakt. De Donauradweg is voor een deel aangelegd op die zomerdijken. Het
normaal debiet is 1.700 m³/s.
Tussen de
eigenlijke Donau en de nieuwe Donau zijn eilandjes gevormd met het uitgegraven
materiaal. Die zijn nu recreatiegebied dat dus overstromingsgebied is. Men heeft er
wel een aantal constructies toegelaten die overstroombaar zijn en in 2013 ook effectief
onder water stonden: de
naam liegt er niet om: "Sunken City" en Copa
Cagrana.
de Sunken City in 2013 |
Voorbij de
Neue Donau ligt nog een dode arm: de Alte Donau. Dit is recreatiegebied
geworden. De Obere Alte Donau gaat van de
Floridsdorfer Brücke tot de Kagraner Brücke; de Untere Alte Donau gaat
van de Kagraner Brücke tot de Praterbrücke.
Geresumeerd:
vanuit de binenstad heb je eerst het Donaukanaal, dan de Donau et de Neue
Donau, en verder de Alte Donau.
Tussen de
Neue en Alte Donau heeft men de Donauplatte of Donau City gebouwd.
Daar is de Donauturm – 250 meter hoog met de zendmast, met op 150
meter een platform en twee traag draaiende restaurants - vanwaar men een mooi
beeld heeft op de stad et een wijde omtrek: bij mooi weer ziet men 80km ver en
dus ook bijvoorbeeld Bratislava. Je kan er ook benjispringen en officieel in
het huwelijk treden. Deze toren ligt in een mooi landschapspark.
De
Kapuzinergruft
Paula en Sissi |
De
Kapuzinerkirche op de Neumarkt in de binnenstad zou je bijna voorbijlopen, als
je niet wist dat hier het keizerlijke mausoleum “Kapuzinergruft" was. De Habsburgse keizers en
keizerinnen werden hier begraven, met sommige van hun kinderen waarvan sommigen
zelfs nog geen naam hadden.
Het
keizerrijk is afgeschaft in 1918, maar deze macabere ceremonieën gaan nog
verder: Zita werd in 1989 bijgezet. Zij was de laatste keizerin geweest. Maar Ottovan Habsburg die er in 2011 bijkwam na een uitvaart in de Stephansdom met de
allures van een keizerlijke begrafenis is nooit keizer geweest. Hij was slechts de laatste Oostenrijkse kroonprins. Wat
hem niet belet heeft zeer actief te zijn op de uiterste rechtervleugel van
Europa. Valéry Giscard d'Estaing noemde hem ooit „Otto von Europa”.
Voor de
rest zijn die keizers ook maar simpele mensen. Zo gaat het er aan toe: de
ceremoniemeester klopt op de deur. De Kapucijn vraagt: “Wie is daar?” waarop de
ceremoniemeester antwoordt: “Zijne keizerlijke, koninklijke en apostolische
Majesteit, bij de gratie Gods Keizer van Oostenrijk, Koning van Hongarije, van
Lombardije, van Venetië, Bohemen, van Dalmatië, Kroatië, Koning van Jeruzalem,
Groothertog van Toscane en Krakau, enz., enz.” Stilte. ”Die kennen wij niet.”
Wederom werd geklopt. “Wie is daar?” “De Keizer van Oostenrijk, de Koning van
Hongarije …”. Stilte. “Die kennen wij niet.” Dan voor de derde keer geklop.
“Wie is daar?” Ditmaal luidt het antwoord: “Een zondige ziel die hoopt op het
erbarmen van de Eeuwige.” Pas dan gaan de deuren open en kan de stoet de kapel
binnengaan. Ontroerend van simpelheid…
Er is zelfs
een niet-Habsburger begraven: de gouvernante Karoline von Fuchs-Mollardt. Zo
zie je hoe correct de Habsburgers omgaan met hun personeel. Om volledig te
zijn: Karoline was wel gravin.
Keizer
Franz Jozef en zijn Sissi liggen hier ook begraven.
En Marie
Louise, dochter van de Oostenrijkse keizer, getrouwd met Napoleon. Zij volgde
haar man niet in ballingschap en kwam terug bij haar vader wonen met een
pakske, zoals wij zeggen: de zoon van keizer Napoleon en dus ook kroonprins. In
het Verdrag van Fontainebleau (1814) werd vastgelegd dat Marie Louise haar keizerlijke
titel mocht behouden, evenals die van hertogin van Parma, Piacenza en
Guastalla, met haar zoon als erfgenaam.
Zij moest
veel pluimen laten na Waterlo: het Congres van Wenen van 1815 liet haar slechts
de titel van hertogin van Parma. Een
vuile streek van de Franse onderhandelaar Charles-Maurice de
Talleyrand-Périgord, « ci-devant évêque d'Autun ». Haar regeerperiode zou eindigen wanneer zij stierf en opvolging door een
familielid werd verboden. Haar zoon Napoleon II, l’Aiglon, de enige zoon van Napoleon Bonaparte, ontving in 1818 de titel van
hertog van Reichstadt. Hij stierf jong en lag tot 1940 ook begraven in de
kapucijnercrypte, tot Adolf Hitler zijn sarcofaag in 1940 overbracht naar de
Dôme des Invalides in Parijs, langs zijn vader. Een fijngevoelig man toch, die
Adolf ….
hommage aan Jozef II |
De
sarcofagen zijn het werk van grote beeldhouwers. Balthasar Ferdinand Moll zette doodskoppen, rijkskronen en een
treurend Oostenrijk rond het graf van Karl VI en maakte een dubbelbed voor
Maria Theresia en Franz I. Lukas von Hildebrandt liet lauriergekroonde
doodskoppen het graf van Leopold I bewaken en engelen bewaken Josef I.
Je hebt
hier wel niet alles. Hart en ingewanden werden in aparte urnen gedaan. Voor de
harten moet je naar de Loreto-kapel in de Augustijnerkerk, de hofkerk van de
Habsburgers. Deze kapel is een kopie van het heilig huisje uit Nazareth. Hoe je
een kopie kunt maken van iets wat waarschijnlijk nooit bestaan heeft moet je
bij de ombudsman van de Habsburgers te rade.
Voor de
ingewanden moet je naar de hertogencrypte in de Stephansdom. In die triperie
vind je 64
koperen Intestina-urnen met ingewanden en 12 urnen met harten.
Die Kapuzinergruft is de titel van een grote roman van Joseph Roth. Hij druipt
van nostalgie voor het keizerrijk, en daarom werd het laatste hoofdstuk in 1938,
na de Anschluss, in het buitenland
uitgegeven onder de titel „Der schwarze Freitag“. Hitler kon die nostalgie niet
in zijn kader passen. Het hoofdpersonnage Franz Ferdinand Trotta vertelt de
ondergang van zijn geliefde Donaumonarchie en het einde van Oostenrijk als
zelfstandige staat na de Anschluss. De roman eindigt op 12 maart 1938: hakenkruisvlaggen
worden gehesen, de Nazis vallen binnen. De dode Kaiser ligt in de
Kapuzinergruft. Trotta wil „in die Kapuzinergruft, wo seine Kaiser liegen“, maar
de crypte is en blijft gesloten. De Roman werd onder de titel „Trotta“ verfilmd
in 1971. Hierbij enkele uittreksels http://www.youtube.com/watch?v=9PVHWbSMiMg
in het 'Herzgrüfterl |
De Keizer-koster Jozef II
Ik wilde
vooral Jozef II gaan groeten. De Brabanders hebben hem het leven moeilijk
gemaakt met hun Brabantse Omwenteling. Hij probeerde ook de Pruisische koning te motiveren op de Luikse revolutie
neer te slaan. Tevergeefs. Het is slechts na zijn dood op 20 februari 1790 dat
zijn opvolger, de tactvolle keizer Leopold II zijn gezag met zachte middelen en
lichte militaire druk kon herstellen.
Het was
niet de eerste nederlaag van Jozef II. Frederik de Grote van Pruisen had zijn
moeder Maria Theresia Silezië afgepakt. Jozef had heel lucied die nederlaag
geanalyseerd: Pruisen was als staat veel sterker georganiseerd. Vanuit dit
besef reeg hij als een gedreven man de hervormingen aan elkaar, in een hels
ritme. Maar hij pakte ze wel van de verkeerde kant aan. Hij wilde het
keizerrijk versterken door de macht (en rijkdom) van de kerk aan banden te
leggen. Frederik de Grote noemde hem daarom smalend: Jozef mijn kozijn de
sacristijn. Hij hield zich bezig met details zoals goedkope leren kazuifels,
voor een goedkope kerk. En ook het beperken van het aantal kerkelijke
feestdagen, kwestie van de jaarlijkse arbeidsduur te verlengen.
Jozef durfde
niet raken aan de belangen van de heersende klasse: adel en kerk. En hij maakte
ook wel eens een uitzondering voor zichzelf. In 1782 verbood hij het begraven
in de kerk. In 1784 volgde het verbod op het begraven binnen de bebouwde kom en
de verordening buiten de steden gemeentelijke begraafplaatsen aan te leggen, de
zogenaamde ‘communale Friedhöfe’. Maar hij maakte wel een uitzondering voor de
Kaisergruft: hij is ook in de crypte begraven. Alhoewel zijn sarcofaag heel
sober is. Hij is trouwens de uitvonder van een herbruikbare doodskist die je kan
bekijken in het begrafenismuseum (Bestattungsmuseum) waar je ook
ʹreddingsklokkenʹ kunt zien waarmee doodgewaanden luid konden aangeven dat ze
nog in leven waren.
Jozef II
wilde ook het Duits als volkstaal promoten. Mozart schreef aan zijn vader: „als
de keizer mij duizend gulden geeft schrijf ik hem een Duitse opera”. Het werd
de “Entführung”, een Duits Singspiel, anders
gezegd zijn “Türkenoper”. Een probleem met dat Duits was dat het slechts de
taal was van een kleine minderheid van zijn volk. Er werd in zijn rijk hongaars
gesproken, en Roemeens, en kroatich en noem maar op.
Prater en lederhosen |
Veel parken
in Wenen zijn te danken aan Jozef II. Het Prater was een jachtterrein van de
Habsburgers. Vroeger mocht alleen de adel er binnen, en slechts in mei, en dan
nog «zonder pistool of hond». Jozef stelde dit park open voor het volk
in 1766, maar verbood wel de toegang op zondagmorgen voor 10 u om de kerken
niet leeg te laten lopen. Een zekere Gabor Steiner bouwde er in 1897 het groot
rad. In 1938 werd Edward Steiner naar Auschwitz gevoerd waar hij stierf. In
1953 kregen zijn erfgenamen de attractie terug.
Ook de
Augarten werd in 1775 opengesteld en Jozef liet demonstratief midden in het
park een zomerhuis bouwen. In dit "Palais Augarten" zitten vandaag de Wiener Sängerknaben. Ik
hoopte een gratis concert mee te pikken van de Hofmusikkapelle met o.a. de
Wiener Sängerknaben, het mannenkoor van de Wiener Staatsoper en musici van de Wiener
Philharmoniker, het kan niet op) die elke zondag een mis verzorgen in de
Hofburgkapel. Tot ik de prijzen zag: 35€!!! Voor een mis!
Hitler
bouwde in de Augarten twee massieve Flakturm: luchtafweertorens. Die staan er
nog altijd omdat het te duur is om ze af te breken. In 1946 staken kinderen
twee wagons met munitie in brand met als enig gevolg een paar barsten in het
beton en een stuk uit de muur.
In de
Porceleinmanufactuur huisde kort het hoofdkwartier van de kommunistische
partij.
Wenen en muziek
Er zijn
verschillende manieren om de grote Weense componisten te ‘eren’. De goedkoopste
is via een wandeling in het stadspark, met beelden van Schubert, Lehar, Stolz
en Brückner, en als afsluiter een verguld Straussbeeld. Het Stadtpark in 1862
werd aangelegd in Engelse landschapstijl, aan weerzijden van de rivier de Wien.
Aangezien
de meesten componisten veel verhuisden heeft iedere wijk wel zijn Mozart of
Beethovenhuis. Op de meeste plaatsen is weinig te zien en sta je op 5 minuten
terug buiten, wel vijf euro lichter.
Je kunt ook
de ronde van de komponisten doen op de laatste verdieping van het Haus der
Musik, het enige museum dat open is tot 22 uur, en ook het enige dat van 20 tot
22 uur maar de helft aanrekent van de gewone inkom van twaalf euro. Haydn, Mozart,
Beethoven, Schubert, Strauß, Mahler, de tweede Weense School met Schönberg, Berg
en Webern – ze worden allemaal door middel van historische documenten,
modellen, kostuums, moderne installaties en persoonlijke voorwerpen
voorgesteld. Films en databanken zorgen voor verdere educatieve beleving. ‘Educatieve
beleving’: dat is tegenwoordig het modewoord, met de klemtoon op beleving. Ik
associëer dat gemakkelijk met oppervlakkigheid. Maar ik zal wel een dagje ouder
worden zeker…
In de Seilerstätte
30, waar oorspronkelijk de archieven van de Wiener Philharmoniker bewaard
werden (in de voormalige vertrekken van de stichter van de Wiener
Philharmoniker bevindt zich vandaag nog altijd het archief van dit
wereldberoemde orkest) kan men op een unieke manier muziek beleven. Het is een
modern, interactief museum dat al een paar prijzen heeft gekregen. Infotainment,
edutainment en entertainment: het Haus der Musik heeft de pretentie deze drie
principes te realizeren. Er zijn een paar spectaculaire acts, zoals de
„Virtuele Dirigent“ waar men zelf de Wiener Philharmoniker dirigeren. In de
speciaal daarvoor voorziene concertzaal kan men een stuk van het originele
nieuwjaarscondert van de Wiener Philharmoniker beleven. Sinds 1939 vormt het hoogtepunt van het
culturele leven in Oostenrijk. Jaarlijks wordt het door meer dan 1 miljard
mensen op televisie bekeken. Op het programma staat ook een weergave van het
midzomerconcert in Schönbrunn.
Men kan
zijn eigen wals componeren met een interactieve walsdobbelspel. Wolfgang
Amadeus Mozart en Joseph Haydn experimenteerden reeds met muzikale
dobbelspelen. 8 keer dobbelen en er ontstaat uit 8 toevallige melodieën een door jou
gecomponeerde Wiener wals uit de 1,6 miljoen mogelijkheden. Voor mij niet erg
overtuigend…
Ik hoopte
dat men op het eerste verdiep mij de basisbegrippen van toon en klank zou
uitleggen. Ik ben er niet wijzer door geworden: te moeilijk voor mij. In de
Sonosfeer staat de zintuiglijke waarneming centraal. Daar kan men zijn verstand
op nul zetten. Er is de „prenatale ruimte“.
Op het
tweede zijn er alledaagse geluiden, waar men zelfs iets mee kan komponeren en
op CD laten branden – interactief, nietwaar. In het „Stimmenmeer“ ontdekt men
het geluid van de vroegste muziekinstrumenten. De „Brain Opera“ toont de
nieuwste ontwikkelingen van het Massachusetts Institute of Technology. In het
"Mind- Forest" worden je bewegingen en reacties versmolten met reacties
van andere bezoekers in de "Future Music Blender": weinig overtuigend
naar mijn smaak.
Interessant
zijn de Zeitperlen, waar Johannes Deutsch muziek, zang en beelden door mekaar
werkt
Stefan Obermayer maakt uit klassieke Musik
Techno. Interessant!
Op het
verdiep van de componisten een aantal hoorschelpen waar men de toenemende
doofheid van Beethoven kann ervaren. Simpel maar spectaculair!
Je kan er
zelf een variatie op Mozart componeren, op basis van een tekst die je inbrengt,
en dat is meestal de naam. Bach begon
sommige suites met BACH = sib la do si. Mozart experimenteerde met letters en klanken.
Luister hier naar zijn alfabet.
De do ré mi fa sol la si sib is in het duits C D E F G A H B.
Ik vond dat
al die variaties op mekaar leken. Dat is natuurlijk te wijten aan het feit dat
men alleen noten ‘componeert’ maar niet het ritme.
Maar als men wat dieper erop ingaat is de transcriptie door Mozart van tekst naar muziek niet zo evident. Remi Coulon bijvoorbeeld probeert het verband tussen wiskunde en muziek te
vulgariseren.
Voor mij gaat dat mijn petje te boven. Tot hier het Huis der Muziek.
Nu ga ik even dieper in op die
Weense componisten. Ik begin logischerwijs met papa Hayden.
Hayden
en het Kaiserhymne
Oostenrijkers
hebben een Kaisernostalgie.
https://www.youtube.com/watch?v=re2HbUi9jh4 Een zekere Haschka leverde Hayden de tekst voor
wat het Oostenrijks volkslied zou worden tot 1918. Hayden componeerde zijn Kaiser
Lied “Gott erhalte Franz den Kaiser” voor Franz I van Oostenrijk. Hier in een gezongen
versie https://www.youtube.com/watch?v=fnOAq9gOtyo
Vandaag zou
hij tientallen processen voor plagiaat aan zijn been krijgen.
https://www.youtube.com/watch?v=WIu7HLTDLEI
Vanaf de 17° eeuw zong men in Engeland God Save the King, wat later het
officieus Engels volkslied werd. De tekst werd wel een beetje aangepast tot God
Save the Queen.
https://www.youtube.com/watch?v=PCsiJ_fasDk En hier Variaties op ''God save the
King'' van Niccolo Paganini. Ook Beethoven schreef Variaties in do groot op God
save the King.
De term ‘variaties’
is eerlijk. Maar Hayden plakte een andere naam op God Save the King en dit
wordt volgens mij plagiaat.
Zijn
Kaiserlied werd als het Lied der Deutschen https://www.youtube.com/watch?v=C91u-j1po9o het Nationaal hymne van de jonge
Bondsrepubliek. https://www.youtube.com/watch?v=2KxyhbgrLpA
https://www.youtube.com/watch?v=RlqU7CER18c&index=6&list=PL5BB6A08FC2B645A5 In 1947 probeerde de Oostenrijkse
Ministerraad het gebruik door Duitsland
van het Haydnmelodietje te verbieden, op basis van het feit dat het lied een
oud Oostenrijkse erfgoed is.
Hayden en het Ankeruhr:
tijd voor een goede verzekering
Het Jugendstil Ankeruhr op de Hohe
Markt is gemonteerd op de Uhrbrücke, een
gang van 10 meter tussen twee gebouwen van de Helvetia-Verzekering, opvolger
van de Anker-Verzekering, vandaar Ankeruhr. Met zijn uurwerk wilde de
verzekeringsmaatschappij op de vergankelijkheid van het leven wijzen en daarmee
de mensen aansporen een goede verzekering te nemen: productplacement avant la
lettre.
Het uurwerk
heeft een indrukwekkende diameter van vier Meter. Om 12 uur paraderen een
aantal figuren met muziek. De laatste figuur is Josef Haydn maar de melodie van
zijn Kaiserhymne werd onder de Republiek als politiek niet correct afgevoerd https://www.youtube.com/watch?v=gQzaKNxBjlk
en vervangen door een stuk uit de
schepping « die Himmel erzählen die
Ehre Gottes ».
Hierbij in
orkest- en kooruitvoering https://www.youtube.com/watch?v=9LMsYlyAvC0
Ludwig van Beethoven: Pastorale
en Eroica
Beethoven
stierf in Wenen in 1827. Nussdorf ligt twee haltes voorbij het Karl Marxhof. Hier
componeerde hij zijn pastorale. In Wenen is het groen nooit ver weg: van
daaruit vertrekt de Beethovengang langs een lieflijk beekje naar Grinzing. Nusdorf
en Grinzing zijn twee heurigerdorpjes. Het laatste is meer toeristisch. Sedert Beethoven moet men
nog een goed stuk de Kahlenberg opgaan om een terrasje te vinden langs de
wijngaarden. Wij hebben afgehaakt aan de Beethovenruhe: ook op dat vlak kan
Beethoven ons inspireren. Wij zijn tenslotte in de Ruhestand…
Ook de
Heuriger zijn te danken aan keizer Jozef II die in 1784 verordende dat men zijn
eigen wijn en producten mocht verkopen, daar waar de adel probeerde het
monopolie op te eisen van de wijnverkoop. In Grinzing ligt het historische
Passauerhof voor wie de rit Passau-Wenen in het glas wil overdoen. Dit hof
leverde de wijn voor het „St. Nikolausklooster”
van Passau en dateert van de 12.de eeuw. Maar de 12 apostelkelder op honderd meter van
de dom, in het centrum van Wenen, is ook en Heuriger, en niet duur daarbij. Een
dagschotel kost er tussen 12 en 15 uur 7 euro.
Beethoven
had een haat-liefdeverhouding met Napoleon. Zijn vijfde Piano Concerto
https://www.youtube.com/watch?v=7EcERd6E0ws
wordt het Keizersconcerto genoemd. Hoewel dat voor Beethoven de laatste
persoon was die hij wilde eren wanneer hij in 1809 zijn concerto schreef. In
mei 1809 belegerde Napoleon Wenen en het huis van de componist lag in de vuurlinie,
zodat hij bij zijn broer moest intrekken.
Toen hij in 1804 zijn 3° Symfonie, de "Eroica," begon te
schrijven was Buonaparte eerste consul en Beethoven bewonderde hem. Op ieder
titelblad van het manuscript stond bovenaan "Buonaparte" en onderaan
"Luigi van Beethoven". In het
Haus der Musik zagen wij (een copie van) een manuscript van de Sinfonia
Grande Intitulata Bonaparte. Maar toen hij vernam dat Napoleon zich Keizer had
laten kronen heeft hij de naam Bonaparte zo heftig doorstreept dat
het papier gescheurd is: "Nu wordt hij een tiran zoals al de anderen. Nu
zal hij alle mensenrechten met de voeten treden," zei hij. Wat niet slecht
gezien was. Op dat
moment werd het dus de "Sinfonia Eroica." Zijn breuk met Napoleon
werd wel wat vergemakkelijkt toen zijn mecenas Prins Joseph Frans Lobkowitz hem
400 dukaten bood om die aan hem op te dragen.
Johann
Strauss Sr., zijn stamboom en zijn Radetzky Mars
Vader Strauss
was een man van recht en orde. In het revolutiewonderjaar 1848 componeerde hij
zijn «Radetzky mars» voor de triomftocht van maarschalk van 82 jaar na
zijn overwinning op de eerste Italiaanse revolutie bij Custozza. http://www.youtube.com/watch?v=FHFf7NIwOHQ Hierbij als afsluiter van het nieuwjaarsconcert
in 1987, met Herbert Von Karajan.
De nazis zetten hem dan ook op een voetstuk. In het Anschluß -nummer van 1938van "Der Stürmer" werd Johann
Strauß gevierd: "Er is waarschijnlijk geen andere muziek die zo duits en volks
is, als die van de grote walsenkoning."
In dezelfde
periode vernam de Reichskulturkammer in
Berlin van het Wiener Gausippenamt dat de
Straußstamboom niet raszuiver was. Goebbels
verklaarde dit onderwerp tot "Geheime Reichssache". In het huwelijksregister Nr. 60 van de St. Stephanparochie
van 11 februari 1762 staat op blz. 210 op de trouwacte van de grootvader van
Johann Straus Sr ”gedoopte jood”. En op 10 Oktober 1764 melde Johann Michael
Strauß in Leopoldstad de geboorte van zijn zoon Franz die volgens de bruine rassenleer
"Halfjood" of "Mengeling 1° Graad" was. Volgens de
nationalsocialistische rassenleer was
Johann Strauß van Duitsen bloede want "Achteljuden" werden
niet geregistreerd. Maar Goebbels was er niet gerust in en liet de
oorspronkelijke parochieboeken naar Berlin halen en gaf een fotokopie terug
zonder de huwelijksakte. Een kwart eeuw later groef een stamboomdeskundige dit
dossier opnieuw op.
Johann
Strauss Junior aan wie wij de mooie blauwe Donau danken had revolutionnaire
sympathiën In het revolutiejaar 1848 had hij ernstige moeilijkheden met de
politie, omdat hij de Marseillaise deed spelen.
En daar
hield het niet mee op; hij componeerde Revolutions-Marsch, op. 54; en de Studentenmars
http://www.youtube.com/watch?v=8jQecKd42Lo
En de Barrikadenlieder
of freiheitslieder http://www.youtube.com/watch?v=IT9Y-n5Imjw
Hij schreef
ook de Flugschriftenwalsen, op. 300, te fluiten bij het bussen of tracten…
De
satirische polka Liguorianer Seufzer viseerde dan weer de Liguorianen of
Redemptoristen http://de.wikipedia.org/wiki/Redemptoristen of donderprekers
http://www.youtube.com/watch?v=zvI7U1DDsYE
Samen met
de Jezuïeten vormden zij een hoeksteen van Metternichs politiestaat. Op 6 april
1848 verdreef het volk dan ook de redemptoristen uit het klooster Maria am
Gestade en uit hun klooster am Rennweg. De Nationale Raad van Frankfurt besloot
zelfs de Jezuïeten en Redemptoristen voor eeuwig uit Duitsland te verbannen.
Eind mei 1848 werden ze ook uit Linz verdreven.
Later
probeerde Strauss jr. zich te doen vergeven met zijn "Kaiser Franz-Josef
Marsch" Op. 67 and the "Kaiser Franz Josef Rettungs
Jubel-Marsch" Op. 126,
Volkstuintjes en Revolutiejaar
1848
In het Revolutiejaar 1848 beroerden
een reeks opstanden grote delen van Europa. In Frankrijk riep de Lamartine de
Tweede Franse Republiek uit. In Oostenrijk en Hongarije brak de Maartrevolutie
uit, tegen kanselier Klemens von Metternich, die een reactionair beleid voerde
namens keizer Ferdinand I. Metternich ontvluchtte de stad en Ferdinand beloofde
een nationale vergadering bijeen te roepen.
De Weense Oktoberopstand werd
bloedig neergeslagen. Maar toch vond keizer Ferdinand het raadzaam troonsafstand te doen ten gunste van zijn 18-jarige neef Frans Jozef I, die met Russische
hulp de orde herstelde.
Het Schmelzer Friedhof is het Weense Père
Lachaise: daar zijn 35 slachtoffers van de Revolutie van 1848 begraven, nadat op het
kerkhof zelf hard gevochten was tussen revolutionairen en keizerlijke troepen. In
1888 kregen ze een eregraf op het Zentralfriedhof. Het „Märzpark“ is in 1928 aangelegd op een
deel van het Schmelzerkerkhof.
Wij zijn op
DER SCHMELZ" (15 bezirk) terechtgekomen voor de volkstuintjes. De Schmelz is met zijn 659 tuintjes een van de grootste volkstuinen van Europa. Daar
wilde ik dus naar toe. Wat een ontgoocheling! De schrebergartenbeweging of
volkstuinen is in Oostenrijk heel sterk geweest.
Maar het basisidee is fel verwaterd, met de privatisering
van de percelen. Er wordt nog weinig getuinierd en de meeste gebouwtjes zijn in
steen: eigenlijk een buitenverblijf in de stad. De paden zijn niet meer
toegankelijk voor het publiek. Er bleef ons dus niets anders over als eens (goed)
gaan eten in het Schutzhaus Zukunft Bierlokal en Gastgarten auf der Schmelz...
En hierbij
zijn wij rond met het Wenen van de muziek, van de keizers en de volkstuintjes. In
Deel II bekijken wij de architectuur en de musea.
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire