De "Weense
Jugendstil" of "Secessionsstijl” afgeleid van de kunstenaarsvereniging
"Wiener Secession” opgericht door o.a. Gustav Klimt, Koloman Moser, Josef
Hoffmann en Joseph Maria Olbrich wordt beschouwd als een vernieuwende
kunststroming. Dat moet toch met een korreltje zout worden genomen. De openheid
voor vernieuwing is in Wenen heel relatief. Men kan zich daar heel goed
rekenschap van geven als men de reacties ziet op het Looshaus, en dat meer dan
tien jaar na de oprichting van de Secessionsbeweging
Maar men
moet Wenen niet te vlug met de vinger wijzen. In Frankrijk begon Viollet-le-duc,
een van de Art Nouveau epigonen, met
neogotieke bouwsels vooraleer in zijn Art
nouveau k kasteel in Pierrefonds neer te
zetten. In Barcelona begon Gaudi eveneens met neogotiek http://huberthedebouw.blogspot.be/2007/12/barcelona4-gaudi-mislukte-architect.html
.
Het Looshaus, het huis
zonder wenkbrauwen
Het Looshaus |
Het Looshaus
aan de Michaelerplatz, recht tegenover de Hofburg, is met een strakke voorgevel
een vuistslag in het gezicht van alle ‘beklede’ architectuur waar Habsburgs
Wenen voor stond. Voor de Wenenaars was het een "huis zonder
wenkbrauwen", omdat de vensters geen omkadering hadden. De stad Wenen liet
de werken stilleggen. Loos argumenteerde tevergeefs dat zijn groene Cipollinomarmer
en zijn wit Carraramarmer op zichzelf decoratief waren. Hij heeft dan maar bloembakken onder de ramen
gezet, op suggestie van zijn leermeester Otto Wagner, en in mei 1912 mochten de
werken hervatten.
Adolf Loos
predikte een architectuur die van alle overbodige ornamentiek was ontdaan; Hij
wilde die terugbengen tot de naakte functionaliteit. Loos was ook functioneel
in zijn materiaalgebruik: de winkelruimten van het Looshuis waren bekleed met waardevolle
materialen zoals wortelmahonie, eiken vloeren, messing en spiegels. Voor de
werkruimten kiest hij Spartaanse materialen: wit gelakte ijzeren staven, stenen
vloeren, groen geëmailleerde lampen en wit gepleisterde wanden. On ne mélange
pas torchons et serviettes…
Loos heeft
zich tien jaar later nog eens doen opmerken als hoofd van de bouwafdeling van de stad Wenen. Hij bekleedde die functie van 1920
tot 1922. Hij bouwde in 1922 het eerste huis met plat dak in Wenen, en kreeg
iedereen op zijn kop. Men zei dat platte daken goed waren voor Algerije. Hij
week ontgoocheld in 1924 uit naar Parijs. De sociale woningbouw heeft daarmee
een groot architect verloren. Zijn ontwerp voor een "kern" woning,
een eenvoudig maar gemakkelijk te vergroten huis, lijkt mij heel interessant
als concept. Hij ging de geschiedenis in met een ontwerp voor de Chicago
Tribune, een wolkenkrabber in de vorm van een Dorische zuil. Zijn project werd
niet verkozen. Het is wel eigenaardig dat het toch de geschiedenis heeft
gehaald, als enig ontwerp uit 260 andere.
Otto Wagner heeft het
stadsbeeld van Wenen bepaald
het Majolikahaus |
Otto Wagner
is slechts een van de grondleggers van de Secession. Maar hij heeft een grote
invloed gehad, eerst en vooral vanuit zijn leerstoel aan de architectuurschool
van de Weense academie. Maar tot zijn vijftigste bouwt hij in klassiek Florentijnse renaissancestijl zoals de
Länderbank.
Een ander
interessant voorbeeld van zijn klassieke stijl is zijn eerste villa in een
historiserende stijl die hij voor zichzelf in 1886 bouwde in Hütteldorf (aan
het einde van de later door hem gebouwde tramlijn Wientallinie). Men komt
binnen langs een loggia met ionische zuilen. De verglaasde zijvleugels worden
gedragen door dorische zuilen. 25 Jaar later, in 1912, bouwt hij de Villa
Wagner II die qua constructie veel moderner is, in gewapend beton.
Maar hij heeft
het stadsbeeld van Wenen bepaald en een grote invloed uitgeoefend op de
Secession vanuit zijn leidende positie in het Generalregulierungsplan van 1892.
Dit plan kwam er na de politieke en administratieve fusie
van de stad met zijn voorsteden in 1890, en de beslissing van 1894 om de
stadswallen af te breken. Wagner bouwt een bureau uit van zeventig medewerkers. Reken daarbij de kunstenaars die
opdrachten kregen voor dat stadplan en je hebt de mannen die de Secession
gemaakt hebben.
Wagner- Linker Wienzeile Naschmarkt |
In het
kader van dit plan wordt de rivier de Wien overwelfd en het tramnet van de
Stadtbahn uitgebouwd. De oevers van het Donaukanal krijgen ook een opwaartse
dynamiek vanuit de nieuw tramlijn. Hij bouwt dertig stations, bruggen, sluizen,
viaducten enz.
Ik vrag me
zelfs af als dat niet het determinerend element is geweest in zijn verandering
van stijl: hij moest wel gewapend beton en staal gebruiken, het moest goedkoop
zijn (de tram was een privaat gefinancierd) en het moest snel gaan (in
tegenstelling met de bouwsels die door de hoge adel zijn gebouwd waar vooral
het prestige telde en waar de leveringstermijn van een gebouw niet meetelde).
Aan de Linke
Wienzeile, de linker oever van de Wien, waarvan hij de overwelving leidde, bouwde
Wagner het huis met de Medaillons en het Majolikahaus bekleed met geglazuurde
keramieken tegeltjes. Majolica verwijst naar Mallorca. De tegeltjes zijn een
ontwerp van Koloman Moser.
Station
Karlsplatz was oorspronkelijk een station van de Wiener Stadtbahn en is
ontworpen door Otto Wagner. Daaronder is nu een metrostation gebouwd in 1976.
het Hofpavilllon van Otto Wagner bij Schonbrünn |
Een
interessant ontwerp is het Hofpavillon Hietzing. In 1898 huldigde Kaiser Franz Jozef I de eerste tram
in. Wagner wilde een station alleen voor de
keizer en waar kon die anders komen als aan de zomerresidentie Schloss
Schönbrunn. Het ontwerp was funktioneel: hij had voor Hofhaltestelle een
wachtkamer voor de keizerlijke entourage en een werkkabinet voorzien voor de
keizer, bekend als een onvermoeibare werker. Op de prijs van de materialen werd
niet gekeken: matrood zijden behang, geknoopt tapijt, mahoniehouten
lambrisering, open haarden met sierlijke bars. Alleen heeft de keizer nooit
veel de tram genomen: dit station heeft maar een keer gediend, bij de
inhuldiging van de Untere Wientallinie. In die zin was het dus alles behalve
functioneel: hij had eerder een soort tent moeten bouwen die na de plechtige
inhuldiging zou gedemonteerd worden. Een kleine troost: vandaag is dat
paviljoen toegankelijk voor iedereen.
De tramlijn
van de Gürtel, de eerste ring van Wenen, loopt voor een deel op een viaduct. Wagner
voorzag stadsbogen die als winkel verhuurd werden en waarvoor hij de facade
tekende. Onlangs werden die onder het motto 'Oude Bogen - Nieuw Leven' gerestaureerd voor cafés en restaurants.
Vlak bij
ons hotel in de Postgasse bouwde hij de Postsparkasse: een ontwerp van 1904. Het
gebouw
is nog steeds als bank in gebruik en is
toegankelijk. De aluminium bouten waarmee de marmeren platen zijn vastgezet
zorgen voor een ritmische verdeling van de gevelvlakken. Twee beschermengelen bekronen de
grote hal. Wagner ontwierrp eveneens tot in de kleinste details de inrichting. Wagner tekende ook de stoelen die hij liet maken door de gebroeders Thonet. Een overzicht van zijn
werken kan bewonderd worden in een kleine permanente tentoonstelling over de
architect (wie de 5€ inkom wil uitsparen -op vijf minuten ben je er buiten –
kan het muzeum op youtube bekijken https://www.youtube.com/watch?v=DxZUmdMIpzE
Men moet
dat gebouw vergelijken met het vroegere ministerie van Oorlog er vlakover.
Scherper contrast tussen barok en Secession is moeilijk denkbaar.
Van zijn
hand is eveneens de Kirche am Steinhof. Het is kerk van een psychiatrisch
ziekenhuis. De gebrandschilderde ramen zijn van Koloman Moser. De kerk is enkel
te bezichtigen op afspraak. Dit psychiatrisch ziekenhuis was ook een doorbraak
in de behandeling van geesteszieken.
Het Secessiongebouw van Olbrich,
een van de beroemdste Jugenstilgebouwen
Het Secessionsgebouw op de 50 eurocent |
Op de
Karlsplatz, vlakbij de Wagnertramstatie, is het Secessiongebouw, een ontwerp
van 1898 van Joseph Maria Olbrich, is een van de beroemdste Jugenstilgebouwen
in de Oostenrijkse hoofdstad. Het staat op de Oostenrijkse euromunt van 50
cent. Dit gebouw is opgevat als een Gesamtkunstwerk en opgevat als
expositieruimte. Vandaag zijn er opnieuw interessante tijdelijke
tentoonstellingen.
Het Secessiongebouw
werd geopend op 12 november 1898 door keizer Franz. Boven het portaal prijkt
het motto van de Secession in gouden letters; ‘Der Zeit ihre Kunst, der Kunst
ihre Freiheit’ (de tijd haar kunst, de kunst haar vrijheid), en ‘Ver Sacrum’
(gewijde lente), een verwijzing naar de frisse wind van vernieuwing. In 1889
schreef Gorter "Een nieuwe lente en een nieuw geluid". Moet de Secession hem een copyright?
Klinger - Beethoven |
Het zou mij
verwonderen moest dit gedicht de Secession geinspireerd hebben, maar je weet
nooit…
De koepel
van vergulde smeedijzeren laurierbladen geeft een sacraal effect. De
tentoonstellingsruimte moest een kunsttempel zijn. Josef Hoffmann ontwierp de
binnenarchitectuur met flexibele ruimten die aan de exposities kunnen worden
aangepast. Het licht komt van vier dakramen en vensters in de noordelijke
zijgevel.
Het thema
van één van de eerste tentoonstellingen, in 1898, is Beethoven. Centraal staat een
Beethovenbeeld van de beeldhouwer Klinger
en een muzikale act van Mahler rond de 9de symfonie. Klimt schildert
een Beethovenfries: het kan niet op. De tentoonstelling moest een
totaalkunstwerk worden.In 1943 is
die Beethoven Fries het pronkstuk van de grootste Klimt tentoonstelling ooit,
gesponsord door Baldur von Schirach, the Nazi gouverneur van Wenen. De nazi’s
geven wel een andere titel aan het portret van de joodse Adele Bloch-Bauer, de
beroemde ‘gouden dame’.
Het gebouw
werd door de SS in brand gestoken in 1945. Het werd grondig gerestaureerd in
1964. In 1986 graaft men voor de
Beethovenfries van Klimt een kelder onder het Secessionsgebouw.
Men heeft
van die fries DE blikvanger gemaakt van dit gebouw. Onterect, vind ik
In 1898 was
die fries alleen bedoeld als omkadering van een Beethovenbeeld van Max Klinger
Klinger was
lid van de Secession, alhoewel hij in Leipzig woonde. Hij had 15 jaar aan zijn Beethoven
gewerkt, en 150.000 mark uitgegeven voor zijn materialen: 5 ton marmer, albast,
ivoor en brons. In Wenen krijgt het kritiek van alle kanten (zoals je
ondertussen begrepen hebt zijn de Wenenaars nogal konservatief). Het moet ook
gezegd dat het boordevol symboliek zit die niet altijd even duidelijk is.
De beethoven in het Secessionshaus |
Rond dat beeld
had Gustav Mahler, die een grote rol speelde in de organisatie van die
tentoonstelling , een muzikaal evenement opgebouwd op basis van de pianoversie
van de negende door Richard Wagner. Wij zijn hiermee ten volle in het kader van
een totaalkunstwerk. Mahler zelf werd in Wenen beschouwd als een
reïncarnatie van Richard Wagner.
Wagner hadBeethoven nog ontmoet in Wenen (het was voor hem zoiets als een moslim die naar
Mekka gaat). Hij had
daarvoor een week zijn intrek nemen in een hotel vlakbij de woning van
Beethoven. Hij beschrijft zijn emotie bij de confrontatie met de dove
Beethoven, die communiceerde via een schriftes die trouwens bewaard zijn. Wat
hem niet belet een ellenlange conversatie te reconstruereren. In alle geval stortte Wagner zich na die
ontmoeting als een bezetene op elke partituur die hij kon vastkrijgen. Het was
in die tijd natuurlijk niet mogelijk een plaat op te leggen en de enige
manieren waren een concert of de lezing van een partituur. Wanneer hij op de
Negende valt, wil hij die onmiddellijk kopiëren, en maakt dan maar direct een
pianoversie. Grosartig! Dit soort muziek verzoent mijn zelfs met Wagner. Wagner beschrijft hier hoe die tot stand is gekomen:
"Beethoven's Ninth Symphony
became the mystical goal of all my strange thoughts about music. At the very
first glance at the score, of which I obtained possession with such difficulty,
I felt irresistibly attracted ; the first thing to be done was to make the
score my own by a process of laborious copying. The symphony at that time had
not yet been arranged for the piano; it had found so little favour that the
publisher did not feel inclined to run the risk of producing it. I set to work
at it, and actually composed a complete piano solo, which I tried to play to
myself".
Die fries
van Klimt is dus niets meer dan een decor voor het Klingerbeeld en de muzikale act van
Mahler. De symboliek is trouwens gebaseerd op Richard Wagners interpretatie van
de 9de symfonie. Het is er trouwens aan te zien dat Klimt daar niet
veel tijd heeft in gestoken, maar dit doet niets af aan de waarde van een
kunstwerk natuurlijk. De fries was trouwens maar bedoeld voor de duur van de
tentoonstelling en was op goedkoop materiaal geschilderd, rieten platen bekleed
met klei.
In de
huidige presentatie vinden wij dus geen enkele referentie meer naar dat
totaalkunstwerk, wat ergens wel jammer is.
Roofkunst, Raubkunst, Entartete
Kunst: een delikaat verhaal
Schiele - Liegender Knabe (Erich Lederer) - wikipedia |
De fries is
zoals voorzien na de tentoonstelling weggehaald.
Klimt’s
mecenas August Lederer kocht de fries. Lederer sterft in 1936, twee jaar voor de Anschluss. De Nazis slaan in 1940
zijn schilderijen aan bij zijn weduwe Serena. Het gaat hier over roofkunst, Raubkunst,
en niet Entartete Kunst : de nazis appreciëerden Klimt. Zoon Erich Lederer overleeft WO II en heeft decennia lang geprobeerd bij de
Oostenrijkse om die fries te installeren in zijn huis in Zwitserland. Ontmoedigd
aanvaardde hij in 1973 750.000 $ voor de fries, alhoewel de waarde ervan
geschat wordt op $2 miljoen. Zijn erven proberen nu de fries terug te krijgen.
Na de Klimt
tentoonstelling in 1943 had de Gestapo de werken in veiligheid gebracht in het
kasteel van Immendorf. Op 8 mai 1945 steken SS-troepen het kasteel in brand om
die kunstwerken niet in handen te laten vallen van de Sovjettroepen. De Beethovenfries
komt in een ander klooster terecht
waar Erich Lederer die na de oorlog terugvindt.
Hij wil die in zijn huis in Zwitserland ophangen, maar Oostenrijk weigert een
uitvoertoelating, zelfs als Lederer een uitwisseling voorstelt met andere
stukken van zijn collectie. De fries komt in het Belvedere in Wenen terecht, en
men doet Lederer jaren lang stockeringskosten betalen ‘omdat die werken technisch
zijn eigendom zijn’. Lederer krijgt wel de toelating om andere stukken uit te
voeren, in ruil voor donaties van een deel van de aangeslagen kunstwerken, een
afpersingsmethode die wordt gebruikt om nazi-buit een naoorlogse juridisch
tintje te geven. Hij slaagt er nog in de Klimt portretten van zijn zuster en
moeder terug te krijgen juist voor zij openbaar geveild zouden worden. Maar uiteindelijk
staakt de oude Erich de strijd voor de
fries en verkoopt aan de staat.
Erich Lederer en vrouw - foto derstandart.at |
Vandaag
vragen zijn erven de teruggave: zij baseren zich op een aanpassing in 2009 van
de Oostenrijkse wetgeving op de teruggave van kunstwerken, in gevallen waar
betwiste kunt onder zijn waarde wordt verkocht.
Klimt: een gevierd schilder
Klimt: filosofie |
Net als Otto
Wagner was ook Klimt een gevierd schilder van de Weense society voor hij tot de
Secession toetrad. Ook bij hem kan men niet zeggen dat de breuk was met de
toen dominerende stijl in Wenen brusk was. Op veertienjarige leeftijd toonde hij tijdens
zijn studie al zoveel talent dat hij toen al van commissielonen kon leven.
Klimt krijgt ook grote opdrachten voor architectonische decoraties in musea, theaters
en kerken. Af en toe krijgt hij wel wat tegenwind (wij hebben met Loos gezien
hoe conservatief de Weense society was). Zo was hij in 1894 al beschuldigd van
pornografie (“sterk erotisch getint symbolisme”) voor een bestelling van de
Universiteit van Wenen. Hij had drie werken geschilderd voor het plafond van de
grote aula. Een ervan, ‘filosofie’, had een gouden medaille gekregen in Parijs.
Een aantal proffen waren niet akkoord en er werd erover gediscuteerd tot in het
Oostenrijks Parlement.
Zijn vriend
Koloman Moser en de mecenas August Lederer betaalden 30.000 kronen voor de drie
geweigerde schilderijen. Die panelen verdwijnen in de brand van Immendorf. De industrieel August Lederer had de grootste privéverzameling van Klimt ter
wereld. Klimt liep bij de Lederer binnen en buiten zoals bij hem thuis, en gaf
tenenles aan de dochter. Hij introduceerde bij hen ook Egon Schiele waarvan
zoon Erich later een verwoed verzamelaar zou worden. In 1939 was hun verzameling in de Bartensteingasse
onteigend. In het kader
van de teruggave na de oorlog probeerden verschillende muzea hun
Secessionscollecties te vervolledigen of uit te bouwen. Een interessant
voorbeeld is de Mauerbach collectie – genoemd naar het klooster waar de nazis
kunstwerken hadden opgeslagen.
In 1995 besliste de Oostenrijkse regering de 1.000 stukken van die collectie te
verkopen ten voordele van de slachtoffers van de Holocaust. Een openbare verkoop
bracht $10 miljoen op. De kunsthistorica Sophie Lillie moest nagaan hoe die
stukken in Mauerbach waren terechtgekomen. Zes
jaar later kwam ze af met een
dik boek "Was Einmal War" waarin
zij 150 collecties van Oostenrijkse Joden documenteerde, met een lijst van alle
werken. Een ervan was die van Jenny Steiner, die in de VS terecht kwam en een
aantal Klimts had moeten achterlaten, waaronder Wasserschlangen II. Dit werk
was afgepakt van Jenny Steiner in 1938,
en te koop gesteld in het Dorotheum verkoophuis in Wenen in 1940, maar
teruggetrokken voor de verkoop en verkocht aan Gustav Ucicky, na en tussenkomst
van Baldur von Schirach, the naziburgemeester van Wenen. Gustav Ucicky was een
Nazi film producent die Klimt verzamelde. Het werk is in of na de oorlog verloren
gegaan.
Klimt - Wasserschlangen |
Die studie
van Sophie Lillie was de aanzet van een nieuwe kijk op de teruggave van in beslag
genomen werken. De Oostenrijkse muzea hebben een dozijn Klimts moeten
teruggeven nadat de Weense ballinge Maria Altmann en de procureur van Los
Angeles Randol Schoenberg een
successvolle procedure stratten in 1998 om de Klimtcollectie
van de familie Bloch-Bauer te recupereren, waaronder ook het portret van Adele
Bloch-Bauer – de ‘gouden dame’ die juist verkocht was geweest voor $135 miljoen
in de the Neue Galerie (NY) in 2006.
Adèle Bloch-Bauer- de gulden lady |
De film van
George Clooney Monuments Men, over de roofkunst van de nazi’s, heeft het debat
natuurlijk nog aangezwengeld.
Het project Body Missing begon in Linz in 1994, rond
de gestolen werken die de Führer had samengebracht voor zijn muzeum in zijn
geboortestad. Het Oostenrijks establishment slaagde erin het project te blokkeren, tot Vera
Frenkel in het Freudmuzeum gastvrijheid kreeg in 2000.
Dit is een
van de vele voorbeelden van de hypocriete politiek van Oostenrijk, die het
stauut kreeg van slachtoffer van de nazi’s en daarmee zijn verregaande
collaboratie, ook in de kunstroof, kon wegsteken.
Klimt in Brussel
Het Stocletpaleis in Brussel |
Eind 1903
al richt een groep rond Klimt een nieuwe beweging op: Kunstschau of Wiener
Werkstätte op. De Naam Werkstätte = atelier, verwijst naar handwerk, maar dat
is het niet: hun Gesamtkunstwerk wilde
"grote" kunst mengen met "decoratieve kunst", maar ze
hebben zelden meer dan een exemplaar gemaakt van hu stukken, in tegenstelling
met Arts en Crafts of de Luikenaar Serrurier-Bovy die meubels in serie
produceerde.
Daardoor is
Werkstätte ook geen economisch succes: die mannen vonden dat het nooit mooi
genoeg kon zijn: quand on aime on ne compte pas.
Het is een
Belg die hen economisch een tijd de kop boven water houdt. De architect Josef
Hoffmann mocht in 1905 voor Adolphe Stoclet, directeur bij de Société Générale,
een totaalkunstwerk bouwen, het Stocletpaleis, nu Werelderfgoed. Het interieur is van Fernand Khnopff. Ze krijgen carte blanche, De deurknoppen,
de bloembakken, de luchters in kristal van Lobmeyr en het speelgoed voor de
kinderen komt uit de Werkstätte. Klimt mag de eetzaal versieren met mosaiek
voor 100.000 kronen. Dan doe je 1000 kilometers tot in Wenen om Klimt, Moser en Hoffmann te zien, en
dan hoor je dat de top van hun werken op
de Tervurenlaan in St Pieters Woluwe staat.
eetzaal van Stocletpaleis met Klimtfries |
Spijtig
genoeg is er niets van al die schoonheid te zien. Het Brussels Gewest heeft terechtheel de inboedel laten klasseren, in het kader van de Unesco-erkenning, maar
daar waren de erven van Stoclet niet mee akkoord. Die sloten na de dood van baronnes Anny Stoclet
het paleis af. De italiaanse fotograaf
Luciano Romano heeft er nog gedurende een week mogen foto’s nemen voor een boek
van de uitgeverij Taschen over het hele œuvre van Klimt; een boek in zeer groot
formaat (8 kg 135 euros), waarvan 90 bladzijden zijn gewijd aan de Klimtmozaiëken. Tobias
Natter die directeur is geworden van het Leopoldmuseum verzorgde de uitgave.
Het Leopold Muzeum en
Schiele
Klimt had een
grote invloed op Egon Schiele en Oskar Kokoschka. Hij is rijk genoeg om hun
werken te kopen. Ons bezoek aan Wenen en de Secession zou niet af zijn zonder
een museum te bezoeken. En daar heb je wel een probleem: zowat elk muzeum dat
zich respecteert heeft een paar Klimts of Kokoschkas hangen. Onze keuze viel op
het Leopoldmuzeum. En met Leopold vallen wij opnieuw op het hallucinerende
probleem van de roofkunst. Hoe heeft Leopold zijn collectie uitgebouwd.
Daarvoor even wachten op mijn volgende blog…
Zie ook mijn blog Citytrip Wenen october 2014- Deel I
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/10/citytrip-wenen-october-2014-deel-i.html
Mijn blogs over de Donauradweg
Interessante sites
(naast de hyperlinks in de tekst opgenomen)
http://oe1.orf.at/artikel/248828
wagner en leerlingen in sociaalbouw
Midzomerconcert van de
Wiener Philharmoniker in het park van Schönbrunn, ook te beluisteren in het
Haus der Musik https://www.youtube.com/watch?v=aesA2QpEQKE
Virtueel
bezoek aan het Wagnermuzeumpje in de Postsparkasse: https://www.youtube.com/watch?v=DxZUmdMIpzE
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire