Men zou het
Hundertwasserhaus op de kruising van de
Kegelgasse en de Löwenstrasse een late uitloper van het Weense programma
van sociale woningen kunnen noemen. Maar het is eerder een project van
city-marketing betaald op het budget van sociale woningbouw.
Eigenlijk
moet ik zeggen Friedensreich Regentag Dunkelbunt Hundertwasser. Zo liet de
artiest zich noemen. Het heeft trouwens enige tijd geduurd vooraleer Paula er
zich rekenschap van gaf dat Hundertwasser de naam was van de auteur.
Hundertwasser klinkt een beetje zoals Donnewetter.
Wij hadden Hundertwasser
al van ver gezien vanuit de metro naar Heiligenstadt, en wij zijn op onze
doortocht in Krems vlakbij de
Hafenstraße gepasseerd waar de Mierka-silo staat. In 1981 vroeg de
eigenaar aan
Hundertwasser de silo op te fleuren als een totem voor de Wachau. Eigenlijk was
het gebouw al geschilderd, in camouflagekleuren dan, in 1938, in het
vooruitzicht van de oorlog. Hundertwasser heeft een mooi (duur) project
uitgewerkt, met ceramiek, gouden en zilveren uivormige torens, en bomen op het dak.
Bref, een voorloper van wat later zijn handelsmerk zou worden. Mierka vond het waarschijnlijk
te duur en beperkte zich profijtig tot het schilderen van een paar Zungenbärten,
tongbaarden, onderaan de vensters. Het is dus bij een
virtueel project gebleven.
De Mierka silo met zijn H-tongen |
Verder hadden
wij op onze terugtocht van Berlijn voorzien om in Magdeburg af te stappen voor
zijn groene (in feite roze) citadel. Maar de regen heeft ons van dat plan
afgebracht.
Een totale
Hundertwasserbelevenis
En op onze vaart van Bratislava naar Wenen
hadden wij vanuit het Donaukanal in de Custozzagasse aan de aanlegplaats van de
Blue Danube Schiffahrt een paviljoen kunnen zien van onze artiest, die trouwens
ook de binneninrichting verzorgde van de MS Vindobona, ook het Hundertwasserschip genaamd. Het pad langs het kanaal naar het is in
2002 de "Hundertwasser Promenade" gedoopt.
Een paar
honderd meter verder is ook het Kunst Haus Wien (een privé initiatief van de
artiest) met een vaste Hundertwasser tentoonstelling. Bref, heel de wijk is
eigenlijk een toeristenval.
Vlakbij, op
een goede kilometer daar vandaan, zijn in het Arenbergpark (Neulinggasse) twee
Flaktürme te zien. Hitler wilde die indrukwekkende luchtafweertorens na de
oorlog met marmer bekleden als monument voor de gevallenen. De sovjets hebben
tevergeefs geprobeerd die zes meter dikke betonmuren op te blazen. Ik dacht dat
dat een kluifje was voor Hundertwasser om die aan te kleden. En ik was niet de enige: in 1984 heeft een bouwpromotor aan de burgemeester
voorgesteld
om Hundertwasser die torens onder handen te laten nemen en er een
anti-oorlogsgedenkteken van te maken. De promotor wilde woningen op het dak en
de kragen van de Flaktorens bouwen. De inbreng van Hundertwasser zou een oproep
zijn voor een natuurvriendelijke architectuur. Dat is dus niet dorgegaan maar die
torens zijn een ommetje van een kilometer waard.
Flaktorens arenbergpark |
Voor wie
dus in Wenen een totale Hundertwasser belevenis wil organiseren scheept dus in op
de Vindobona die met een beetje geluk voorbij de vuilverbrandingsoven van
Spittelau vaart en aanlegt een de Custozzaplaats. Vandaar wandelt ge langs de Hundertwasser Promenade naar het
Kunst Haus en vandaar naar het gelijknamig Haus en Village.
Het Hundertwasser- Krawina
haus: nuance!
Hundertwasserhaus |
Eigenlijk
moet ik het huis Hundertwasser- Krawinahaus noemen om geen proces aan mijn
rekker te krijgen.
De Weense burgemeester Leopold Gratz had de artiest in december 1977 gevraagd om
volgens zijn ideeën en wensen een gebouw te zetten met boom- en grasdak.
Hundertwasser heeft nooit ofte nimmer aan een architectuurwedstrijd
deelgenomen, waardoor hij in geval van betwisting altijd kon antwoorden dat men
hem was komen halen. De burgemeester liet hem de keuze voor een stuk grond.
Bij
dergelijk project komt wat bureaucratie aan te pas en Hundertwasser beklaagde
zich daarover in april 1979. De stad schakelde dan Krawina in, een echte
architect die met echte plannen voor de dag kwam. Die twee zijn elkaar heel
snel in de haren gevlogen.
Hun samenwerking duurde van 1980 tot 1982. Krawina was eind 1979 klaar met een
basisontwerp waarvan hij een maquette maakte in luciferdoosjes. Hundertwasser
was globaal akkoord gegaan en had in hetzelfde materiaal zijn wensen uitgewerkt.
De basisideeën zoals het gebouw er nu staat waren
al aanwezig: buitentrappen als toegang tot enkele terrassen, die later café zou worden, twee grote blokken met terrassen aan de ene kant en een toren op de andere, een stoepoverbouwing, de twee torens met hun trappen en lift en hun bekroning, uitstekende ramen, gedeeltelijk afgeschuinde daken, baywindows, een open tuin op de binnenplaats toegankelijk langs een twee verdiepingen hoge passage, een ondergrondse parkeergarage, arcades op slanke zuilen etc. In de lente 1980 had Krawina nog een model in balsa gemaakt maar uiteindelijk haakte hij af : hij kon zich niet meer terugvinden in de puur ornamentele aanpak en het te speelse gevelontwerp van de kunstenaar. Toen betaalde Wenen Krawina 1,060.620 S als vergoeding voor het gepresteerde werk.
Daarmee gaf hij echter zijn rechten als coauteur niet op. Hundertwasser heeft trouwens volgens het vonnis in eerste aanleg nooit de creatie van de artistieke en architectonische basisstructuur door Krawina betwist.
al aanwezig: buitentrappen als toegang tot enkele terrassen, die later café zou worden, twee grote blokken met terrassen aan de ene kant en een toren op de andere, een stoepoverbouwing, de twee torens met hun trappen en lift en hun bekroning, uitstekende ramen, gedeeltelijk afgeschuinde daken, baywindows, een open tuin op de binnenplaats toegankelijk langs een twee verdiepingen hoge passage, een ondergrondse parkeergarage, arcades op slanke zuilen etc. In de lente 1980 had Krawina nog een model in balsa gemaakt maar uiteindelijk haakte hij af : hij kon zich niet meer terugvinden in de puur ornamentele aanpak en het te speelse gevelontwerp van de kunstenaar. Toen betaalde Wenen Krawina 1,060.620 S als vergoeding voor het gepresteerde werk.
Daarmee gaf hij echter zijn rechten als coauteur niet op. Hundertwasser heeft trouwens volgens het vonnis in eerste aanleg nooit de creatie van de artistieke en architectonische basisstructuur door Krawina betwist.
Hij won in 2008 een proces voor de handelsrechtbank, en in mei 2010 van het opperste gerichtshof. Als
gevolg daarvan moesten alle T-shirts, boeken, sjaaltjes, posters enz. waar
alleen "Hundertwasserhaus" opstond uit de handel getrokken worden. En
Krawina– onze artiest was al dood en de architekt zelf was zelf zwaar ziek – moest
ook op alle reproducties met name vermeld worden en hij kreeg zijn deel van de
merchandising.
Hundertwasser
was een gewiekst zakenman: hij had al in 1972 de Gruener Janura AG opgericht
door (herdoopt in "Namida AG" in 2008) om zijn auteursrechten te
verdedigen.
http://wiev1.orf.at/stories/328790
Het zijn allang niet meer de auteurs zelf die het proces voeren. Na de dood van
Hundertwasser in 2000 gaf de ook al doodzieke Krawina zijn rechten over aan
Harald Böhm, de eigenaar van de Souvenirshop in het Hundertwasserhaus. Die had
al in 2001 klacht ingeleid tegen het KunstHaus Wien GmbH en Hundertwasser
Village. Deze shop rechtover het huis heeft ook al een aangebrande geschiedenis.
Men stelt het voor alsof de sociaal bewogen Hundertwasser, toen de
overbuur en bandenhandelaar Kalke dreigde over kop te gaan door de toeristenstroom, had voorgesteld een bezoekerscentrum in te richten in zijn bandencentrale. Bij de opening verklaarde hij: „in het Village heb ik een verder stuk van mijn natuur- en mensrechtvaardige architectuur gerealiseerd. Voor mijn vriend Kalke heb ik als Architektur-Doktor gewerkt: ik heb niet afgebroken maar verbouwd en zo vorm en kleur verbeterd. Op het dak groeit een echt bos en vanbinnen is het zowat een romantische, oosterse bazaar, als tegenpool van die lelijke souvenirwinkels.“
overbuur en bandenhandelaar Kalke dreigde over kop te gaan door de toeristenstroom, had voorgesteld een bezoekerscentrum in te richten in zijn bandencentrale. Bij de opening verklaarde hij: „in het Village heb ik een verder stuk van mijn natuur- en mensrechtvaardige architectuur gerealiseerd. Voor mijn vriend Kalke heb ik als Architektur-Doktor gewerkt: ik heb niet afgebroken maar verbouwd en zo vorm en kleur verbeterd. Op het dak groeit een echt bos en vanbinnen is het zowat een romantische, oosterse bazaar, als tegenpool van die lelijke souvenirwinkels.“
20 jaar
later staan er inderdaad meer dan 30 bomen tot 15 meter hoog en zijn er
jaarlijks 1,2 miljoen bezoekers. Maarin feite was Hundertwasser zelf direct geïnteresseerd
in het project. Hij beklaagde zich snel over zijn ‘vriend’ Kalke: "Hij kadert reproducties in die hij uit
tijdschriften snijdt en verkoopt die drie maal hun waarde. Dat is immoreel“.
Ik veronderstel dat hij Kalke prompt buitengewerkt heeft. Aangezien het
Hundertwasser-Krawina-huis zelf van binnen niet te bezichtigen is speelt Village
daarop in en doet gouden zaken met zijn (betalend) "Toilet of Modern
Art". Maar het toilet van het terrassencafé van het Hundertwasserhuis er
rechtover is authentiek, met een ‘tanzende’betegeling; rastervormig betegelde
muren waren voor hem een gruwel. En men kan er goedkoop een typische Weense
schotel verorberen. En hun Grauburgunder loopt zacht binnen.
Een schieve architect?
Die
perikelen met Krawina waren eigenlijk een geluk voor Hundertwasser: een andere
stadsarchitect, Peter Pelikan, werd aangeduid om onze bouwautodidact te
begeleiden, ook voor zijn latere bouwprojecten. Hij was trouwens veel minder
assertief als Krawina: enkel de fontein in de Kegelstraat wordt vandaag officieel
toegeschreven aan Peter Pelikan.
En ook
bewoners hebben geluk gehad dat een echte bouwmeester het project in handen
heeft genomen! Hundertwasser is geen architect maar een kunstenaar, hoewel hij
ook op dat vlak met woorden speelt. Hij noemt zich een architectuurdokter: hij
verbetert en geneest ongezonde woningen. Gelukkig voor hem, en vooral voor de
bewoners, heeft hij –na een eerste misgelopen ervaring - kunnen aanleunen bij (discrete) architecten
zoals Pelikan en Springmann.
Hij vertelt
in zijn ‘Verschimmelungsmanifest’ tegen
het rationalisme in de architectuur:
“Iedereen moet kunnen bouwen en zo echt
verantwoordelijkheid dragen voor de vier muren waarin hij leeft. Men moet het
risico er bij nemen dat het zou kunnen instorten en we moeten niet laten
afschrikken door menselijke slachtoffers. Wanneer een muur begint te
beschimmelen, wanneer aan een plafond mos begint te groeien en de geometrische
hoeken begint af te ronden zou men blij moeten zijn, dat met de microben en
schimmels het leven zijn intrek neemt in het huis”.
Hij is dus
gevaarlijk als bouwmeester. En over de notie ‘ongezond’ heeft hij ook speciale opvattingen. Schimmel en andere
sporen van verwering en afbrokkelend gips waren hem welkom.
Die kwamen er trouwens: de grootste bomen op het dak brengen na dertig jaar vochtproblemen mee, ondanks een fameuze meerkost bij de bouw zelf. De gekleurde noktegels zijn niet vorstvrij.
Die kwamen er trouwens: de grootste bomen op het dak brengen na dertig jaar vochtproblemen mee, ondanks een fameuze meerkost bij de bouw zelf. De gekleurde noktegels zijn niet vorstvrij.
Om de
ruiten te wassen moet de straat worden afgezet en hoogtewerkers ingezet.
Een van de
laatste bekommernissen van Hundertwasser was hoe de mensen in zijn gebouwen woonden,
maar het is onmiskenbaar dat er wachtlijsten zijn voor zijn gebouw in de
Kegelgasse. Wat men niet kan zeggen van de Cité Radieuse van Le Corbusier. Daar
kreeg de woonmaatschappij met geen stokken huurders binnen, tot in mei 68 de Mei-revolutionnairen
het gebouw inpalmden. Ieder verdiep had zijn fractie: de Mao’s op het tweede,
de Vierde Internationale op het derde enz.
De ecologische impact van Hundertwasser beperkt zich tot een bont en spectaculair
uitzicht: warmteverbruik en isolatie, sanitair, spelruimte voor kinderen
interesseerde hem niet.
De namen dievoor- en tegenstanders gaven aan het Hundertwasserhuis zijn op dat vlak
tekenend.
Ecologische voetafdruk
Zijn
ecologische voetafdruk was trouwens enorm groot. In de zeventiger jaren kocht hij in Nieuw Zeeland 372 ha, een hele vallei, en
in 1979, het palazzo „Giardino Eden"
in Venetië met een tuin van 15.000 m². Zijn dood echter was ecologisch perfect:
hij is gestorven aan een hartaanval in februari 2000 op de "Queen
Elizabeth 2" en in Nieuw Zeeland
begraven onder een tulpenboom, zonder doodskist, naakt in zijn "Koruflagge"
(de vlag die hij voor NZ had ontworpen
als alternatief voor de koloniaal geladen vlag; geen kiwi maar een gestileerde
opgerolde varen).
Volgens
zijn manager en advocaat Joram Harel, heeft hij slechts schulden nagelaten… Als
er al een ecologische voetafdruk was is die daarmee uitgewist…
Voor de
rest heeft H wel iets, als filosoof bijvoorbeeld "Hatelijkheid is het gevaarlijkste gif voor het milieu, want het
vernietigt de ziel van de mensen.» Men zou de Kegelgasse kunnen omdopen in
‘Zonder haat straat’. Hij voegde soms
het woord bij de daad en nam in 1984 actief deel aan de bezetting van het
Hainburger Au, een natuurreservaat aan de Donau, om de oprichting van een
elektriciteitscentrale te verhinderen. Hij verscheurde bij die gelegenheid voor
de camera zijn grote staatsprijs. Hij kreeg hiervoor twintig jaar later een
postzegel met het opschrift „Hainburg –
Die freie Natur ist unsere Freiheit“, naar een werk dat hij in 1984 had
opgedragen aan het in stand houden van de Au. Cuba gaf trouwens ook een
postzegel uit met een van zijn schilderwerken, maar ik denk dat zij hem
gepirateerd hebben…
Dat weerhield er hem echter niet van om na een brand in 1987 in de
vuilverbrandingsoven Spittelau, op
loopafstand van Karl Marx hof, de installatie (met zijn 250.000 ton de grootste
van Europa), ‘aan te kleden in een perfecte
symbiose van techniek, ecologie en kunst met een internationale
voorbeeldfunctie‘, op aanvraag van de vuilnisbaronnen. Hundertwasser
plantte er gouden kogels in alle maten, en ook een daktuin. De burgemeester van
Osaka was na een bezoek in 1995 zo onder de indruk dat hij ook een
tweelingzuster bestelde die in 2001 in bedrijf kwam.
Maar hij
heeft daarbuiten wil ideeën. Hij verdedigde het "Fensterrecht”: “Men moet
ophouden mensen in hokken te stoppen zoals kippen of konijnen. Iedere bewoner
heeft het recht zover als zijn armen kunnen reiken uit zijn venster te leunen
en op armlengte alles aan de gevel te veranderen wat hij wil. Zodat men van ver
op de straat kan zien: daar woont een mens." Ik geloof niet dat ook
maar een huurder dit recht heeft gebruikt en ik voorzie wel enige moeilijkheden
moest hij dit willen.
Ook de
natuur krijgt zijn rechten. Hij voorzag onder zijn vensters ruimte voor zijn
"Baummieter", boomhuurders,
"een geschenk van het huis aan de
buitenwereld. De mens geeft vrijwillig een territorium van zijn woonruimte aan
de natuur terug, als compensatie voor de grote ruimten die aan de natuur
onttrokken zijn", zei hij in 1985.
Een proces in naam van een boomhuurder of het
vensterrecht zou zoveel interessanter kunnen zijn als die processen rond copyrighttoestanden
met Krawina…
Looshaus Wenen |
Die grote
Secessionsarchitect van het Looshuis was misschien niet de ideale kop van Jut: Loos
had bijvoorbeeld voorgesteld alleen de dragende structuren te bouwen en de
inrichting over te laten aan de bewoners: dat klinkt toch een beetje
Hundertwasser?
In zijn
schimmelmanifest trok hij van leer tegen de rechte lijn in de architectuur: “zij is crimineel; zij is het symbool van het
nieuwe analfabetisme De rechte lijn is goddeloos en immoreel”.
Hundertwasser heeft
duidelijk zijn inspiratie gehaald in het Guelpark van Gaudi.
Hoewel die
vergelijking oppervlakkig is en vooral gebaseerd is op het kleurgebruik, vooral
dan in zijn ceramiek, waar hij ook wel de trencaditechniek van Gaudi durft
overnemen. Hij heeft zo een hele
theorie uitgebouwd rond de zuil. Hierover een
citaat uit 1985: "tegen de ziekte
van de grote uitstekende loggia’s en balkons is er maar één remedie: zuilen. De
zuil is een essentieel element van de westerse architectuur. Onder een zuil
voelt men zich goed, net als onder een boom. Een zuil moet mooi en veelkleurig
zijn en zelfs in de regen en het maanlicht vanzelf licht afgeven“.
Spittelau |
Hij had een
aantal trukken, zoals zijn bonte gevels met veel hoeken en bogen, pilaren,
ajuintorentjes en terrassen. Hij maakte zijn vensters kleiner naarmate ze hoger
stonden om een perspectief te scheppen.
Hij erkende
zonder schroom dat hij een "verkleedarchitectuur"toepaste.
Dat hij
gebouwen enkel aankleedt is duidelijk in Spittelau en het project voor de
graansilo in Krems.
En nog een
laatste woordje over Krawina. Ik trek zijn inbreng in het huis in de Kegelgasse
niet in twijfel. Maar daar hield het wel mee op. In sommige publicaties wordt
hij voorgesteld als een voorloper van de vertikale tuinen. Wij krijgen er
binnenkort zo een op het dak van ons nieuw stadhuis in Herstal. Hij zou heel vroeg ecologisch zijn beginnen bouwen, met groene daken en het
gebruik van hout in het interieur. Maar het enige wat ik over zijn verdere
activiteiten heb teruggevonden is een boek van 1983 over vertikale tuinen. Zijn
enige en grote verdienste is voor wat mij betreft dat hij het twee jaar heeft
uitgehouden in tandem met Hundertwasser.
De groene citadel van Magdeburg
Magdeburg groene citadel |
Hij wordt
daar voorgesteld als architect, wat volgens mij strafbaar is (is de orde van
architecten geen nazi-idee?). Ook daar is een daktuin hoewel ik op basis van de
foto’s vind dat er veel gras op het dak staat maar weinig bomen. Alle
‘vondsten’ van het gebouw in Wenen vinden wij daar terug. Zijn trappen zijn
kunstmatig verouderd: het middelste van een trede is lager, en geeft daardoor
een uitgesleten indruk.
Wij waren van plan dit gebouw te gaan bekijken op de terugweg van Berlijn, maar
omdat het pijpestelen regende zijn wij maar doorgereden. Maar uitstel is geen
afstel: wij zullen er nog wel eens geraken. Dit gebouw was oorspronkelijk opgevat
als een verbouwing van een DDR-Plattenbau, op aanvraag van de bouwcoöperatief
« Stad Magdeburg 1954”. Onze artiest was het idee wel genegen maar later
werd besloten de bestaande Plattenbau helemaal af te breken. Ik zal nog eens
uitvissen hoe dat allemaal gegaan is. In alle geval, Hundertwasser heeft zijn
reputatie als onmogelijke
bouwmeester ook in Magdeburg eer aan gedaan. En dat is zo verder gegaan na zijn dood: zijn erfenisadvocaat – of moet men zeggen behoeder van de Graal – Joram Harel wilde in september 2005, een week voor de opening, de muren in de openbare toiletten van de groene citadel laten wegslaan en vroeg ook om 9214 struiken op het dak, die te tuinbouwachtig leken, te vervangen door een bloemenweide.
bouwmeester ook in Magdeburg eer aan gedaan. En dat is zo verder gegaan na zijn dood: zijn erfenisadvocaat – of moet men zeggen behoeder van de Graal – Joram Harel wilde in september 2005, een week voor de opening, de muren in de openbare toiletten van de groene citadel laten wegslaan en vroeg ook om 9214 struiken op het dak, die te tuinbouwachtig leken, te vervangen door een bloemenweide.
Wat mij ook
intrigeert is dat ik bij een recente verkoop aan een Zwitsers immobilienfirma het
bisdom als verkoper terugvind. Die DDR hoogbouw stond op het terrein van de vroegere
Nikolaikerk. Zou het bisdom dat terrein terug hebben gekregen na de val van de
Muur?
In
Magdeburg is verder nog een Waalse kerk die ik even wil bezoeken. De Luikse protestanten die onder de prinsbisschoppen geen adem kregen weken
massaal uit naar het protestantse Noorden en lagen in Duitsland en Zweden aan
de basis van de metaalindustrie. Zij hielpen mee met de wederopbouw van
Magdeburg dat in 1631 door de Waalse troepen van Tilly was platgebrand. De stad was het Hiroshima van de dertigjarige
godsdienstoorlog. Churchill deed dat in 1945 nog eens over: na Dresden en Keulen was het de hardst getroffen stad met 20m3 ruines perinwoner.
Hundertwasser en de volkstuincultuur
In 1981
verheerlijkte Hundertwasser de Schrebergarten-Kultur (volkstuinen), waarin
dezelfde persoon bouwheer, bouwmeester, metser, tuinman en bewoner is. Schreber
ijverde in de 19de eeuw om in elke school een tuintje te hebden. De
volkstuinbeweging heeft zijn naam overgenomen. Wij zijn een van die of
Schrebergarten gaan bezoeken in Die Schmelz. Ontgoochelend, al was het maar
omdat de toegang gereserveerd is voor de tuinierders. Veel wordt er trouwens niet
meer getuind: het zijn meer buitenverblijven in de stad. De meeste percelen
zijn privé eigendom geworden en er staan paviljoentjes in baksteen op. Wij zijn
er binnengeraakt omdat een aannemer er bezig was met een bulldozer een kelder
uit te graven : dit zijn al lang geen tuinpaviljoenen meer !
Een kleine
balsem op de wonde was ons bezoek aan het ‘Schutzhaus
Zukunft auf der Schmelz’ waar men goedkoop en goed eet. ‘Toekomst op de Schmelz‘ verwijst
naar de dreiging om die volkstuintjes in
te palmen voor stadsuitbreiding. Maar als ze de volkstuinders willen
mobiliseren voor het behoud zullen ze zich wel wat meer opener moeten opstellen
voor wandelaars…
Vroeger was
op de Schmelz een kerkhof dat te vergelijken is met de mur des fédérés op Père
Lachaise in Parijs. Daar vielen bij de Marsrevolutie van 148 tientallen doden
en kregen er een ereperk. Bij de opdoekinen van het kerkhof werden zij bijgezet
op de centraal kerkhof. In het „Märzpark“ op de Schmelz herinnert een
monumentje aan hun offer.
In 1995
waren in Wenen nog 13 miljoen m2 tuintjes. Van de 33.667 waren
19.417 eigendom van de stad en 9.455 privé.
Een derde ervan ligt in het 22 ste en 21ste district. Wie een
interessante volkstuin zou tegenkomen mag mij altijd verwittigen…
Wenen october 2014
Mijn blogs over Donauradweg
Wenen october 2014
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/11/wenen-tervuren-en-de-secession.html
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/12/het-hundertwasser-krawinahaus-wenenblog.html
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire