lundi 24 novembre 2014

Het Karl-Marx-Hof en het Rode Wenen

Het Karl-Marx-Hof mocht niet ontbreken op onze Wenen-citytrip. Er is een permanente tentoonstelling over Das Rote Wien, maar ook een tijdelijke tentoonstelling over een thema dat mij erg interesseert: ‘Die Sozialdemokratie zieht in den Krieg’, in het kleine museum in het vroegere wassalon. Wel opletten voor de heel beperkte bezoekuren: donderdag van 13.00-18.00 uur, en zondag van 12.00-16.00!!! Wij stonden daar dus voor een gesloten deur…. In de meeste kleine musea zijn de bezoekuren trouwens fel teruggeschroefd: is dat de tol voor blingblingprojecten zoals het Museumviertel?
En nog eens opgelet: aan de andere kant van het kilometerlange gebouw is nog een echt wassalon!
De bewoner aan wie wij de weg vroegen – het gebouw is wel een kilometer lang - woonde al heel zijn leven in het Karl Marx Hof en betreurde het gebrek aan respect voor dit erfgoed: veel mensen weigeren een appartement in dit blok, hoewel alles gemoderniseerd is en de bewoonbare ruimte
vergroot is. Hij toonde ons de kleine vlaggedragertjes langs sommige vensters: daarin stak men op 1 mei rode vlagjes. Sommigen met de drie pijlen van de sociaal- democratie, anderen de hamer en sikkel. Op 1 mei was er ook een processie van de katholieken en beide kampen vergeleken de lengte van de stoet. Die traditie is verloren gegaan samen met de sociaal democratie en waar de ramen vervangen worden is er geen vlaggedragertje meer.
Naast die wassalons was er ook een apotheek, een postkantoor, twee badruimtes, twee kinderkribben, een jeugdlokaal, een bibliotheek, koffiehuizen en vergaderlokalen.
Als je dan toch in Heiligenstadt bent kun je ook doorstoten naar de Heuriger in Grunzig, via de Beethovenwandeling. In juni 1817 komt onze componist wonen in een mooi rococogebouw in de Kahlenbergerstraße 26 waar hij waarschijnlijk zijn negende schreef.
Als men de Beethovengang maar hoog genoeg opgaat, komt men in de wijngaarden. Aan de top van de Kahlenbergbahn, eindstation van het vroegere tandradspoor, gebouwd in 1887, staat nog altijd de Stefaniewarte, een 22 meter hoge uitkijktoren, toegankelijk op weekends. Maar dat is een stevige wandeling.
Men kan ook vanuit Nussdorf, aan de terminus van tram D, opstijgen naar de Eichelhofweg op de Leopoldsberg, geboorteplaats van de druivenrassen Zweigelt, Veltliner en Blaufränkisch. Wij hebben in Wenen de Sturm meegemaakt. De Oostenrijkers hebben niet veel geduld: vanaf een graad alcohol, en dat is al begin september, vindt men overal een nog troebel, zoet druivensap in volle gisting. Nog veel te jong om op flessen te trekken en om te bewaren. Een voor mij een beetje zonde van die jonge wijn…
Vlakbij zijn ook de sluizen van het Donaukanaal de moeite, architecturaal gezien (Otto Wagner maakte de plannen) en ook voor de waterhuishouding van het Donaukanaal. De Nussdorfer Wehranlage werd in 1894-99 gebouwd om de watertoevoer naar het kanaal te regelen. Opgelet: men geraakt er enkel langs de  Sickenberggasse, onder de Franz-Josefs-Bahn. Het is eigenlijk een dam,
Het sperschip van Cockerill
een geen sluis. Voor de bouw van de dam lag daar een „Sperrschiff" dat bij hoogwater in de ingang van het kanaal werd gedraaid en tot zinken werd gebracht, een beetje zoals een onderzeeër. Dit schip werd gemaakt bij John Cockerill in Seraing. Een nogal ingewikkeld systeem dat daarbij helemaal niet efficiënt was: bij het hoogwater van  1897 liepen de wijken langs het Donaukanal onder en begon men over het  „Schiffico des blamagico" te spreken. Otto Wagner bouwde er dan een systeem met schotbalken. 
Die werden ondertussen ook al vervangen en onderin heeft men een elektriciteitscentrale gebouwd.  Deze installatie zit eigenlijk weg achter een snelweg en enkel de toeristen van de cruiseschepen die verderop aanleggen zien ze nog.
En vlakbij is ook een vuilverbrandingsoven ‘aangekleed’ door Hundertwasser waarover meer in mijn volgende blog.

De Bassenawohnungen

Ajouter une légende
Dat Karl Marxhof is eigenlijk een symbool van een ambitieus programma om de woningnood te lenigen dat in 1922 in Wenen werd gelanceerd. Na de wapenstilstand was de nood het hoogst: vele  arbeiders hadden zelfs geen eigen bed; 280.000 bedden werden onderverhuurd.  Velen woonden in eenkamerwoningen, “Zimmer, Küche, Kabinett“, ZKK in de aankondigingen, 44 m2.
De Bassenawohnungen  hadden een gemeenschappelijke lavabo in de traphal.
Na de oorlog kwam de sociaal democratie aan de macht (in Wenen, niet in het land) en begon een indrukwekkend programma van sociale woningbouw. Een van de eerste initiatieven was het Metzleinstalerhof. Het bestaat nog steeds, werd in  1993 gesaneerd en kreeg daarvoor in 1997 de prijs voor Stadsvernieuwing.  Architecturaal is dit gebouw geen breuk met de klassieke huurkazernes maar qua inrichting was er direct licht in alle kamers, en een wassalon, vergaderlokalen, een kinderkribbe enz.
Het Sandleitenhof, begonnen in 1924, was en is met zijn 1531 appartementen het grootste project in Wenen. Hier is al een stijlbreuk met de vierkante Höfe: er zijn vele kleine driehoekige of veelhoekige plaatsjes, veel groen, arcades, erkers, verschillende hoogtes en veel curven.   En natuurlijk ook een wasserij en bibliotheek (in de Rosa-Luxemburg-Gasse, waar dacht je) en zelfs een post: een werkelijke stad in de stad. Er wonen nog altijd 4000 mensen maar er is een probleem van leegstand op het gelijkvloers, een probleem dat trouwens niet specifiek is voor Wenen.

Het Karl Marx en Goethehof

Goethehof in de nazi tijd
Het Karl Marxhof is gebouwd van 1926 tot 1930. Bij de opening zei de Weense burgemeester Karl Seitz: "Als wij er niet meer zijn zullen die stenen voor ons spreken." Vier jaar later spraken de wapens en werd het gebouw met kanonnen beschoten. Niet door de nazi’s maar door het Vaderlandse Front van Engelbert Dollfuss. Die veranderden de naam van het gebouw dat tot in 1945 "Heiligenstädterhof" noemde Ook werd een koffiehuis in een rooms katholieke kerk veranderd. Dit Front was de nieuwe naam die de Christelijke Sociale Partij (CSP) in mei 1933 had aangenomen. Het Vaderlandse Front verbood  prompt de Oostenrijkse Communistische Partij en een weinig later, na een golf van terreur door de Oostenrijkse nazi’s ook de Oostenrijkse Nazipartij. Toen de nazi’s in 1939 triomfeerden werd de kerk van het Heiligenstädterhof een nazilokaal.
De architect Karl Ehn is eigenlijk een ambtenaar, die trouwens tot aan zijn pensioen, ook onder de nazi’s, op de stadsdiensten blijven werken. Hij heeft in totaal 2716 woningen op zijn actief. Een indrukwekkend deel van de  61.175  woningen gebouwd door Rood Wenen. Hij kwam zoals velen uit de school van Otto Wagner. Het eerste gebouw waar hij zijn typische stijl ontwikkelde is het Bebelhof.
goethehof  1934 na de beschieting
Al die gebouwen zijn gerestaureerd, evenals het Goethehof in Kaisermühlen am Kaiserwasser, een zijarm van de Alten Donau,  ook een beschermd monument. Ik vermeld die hier in hun historische context, maar ik verwittig wel dat om die te zien je heel Wenen rond zult toeren. Een interessant overzicht vindt men op de site http://www.demokratiezentrum.org/index.php?id=453 . Een opvallend hoge concentratie is ook te vinden aan de Margaretengürtel die daarom soms de Ringstraße des Proletariats genoemd wordt
De 727 woningen van het Goethehof, in feite drie  Höfe, zijn gebouwd tussen 1923 et 1934. Ook het Goethehof is in februari 1934 door zware artillerie beschoten. De  kogelgaten waren tot in de jaren1970 nog zichtbaar.
Let wel dat de nazi’s die programma’s niet stopzetten. Alleen waren zij selectiever: na de Anschluss werden veel linkse militanten uit die Höfe gezet om plaats te maken voor aanhangers van het ‘nieuwe’ regime. 

De Werkbundsiedlungen

Aan dat bouwprogramma hebben vele architecten meegewerkt. Men verwijst meestal naar de school van Otto Wagner. Dit is niet helemaal onjuist. Alleen kan men moeilijk spreken van een eengemaakte stijl en zeker niet van een ideologische strekking. In feite blijven zij in de traditionele stijl van de huurkazernes, die op hun beurt een imitatie waren van de paleizen van de adel en de burgerij. Let wel: de voorliefde van de mensen voor de bouwstijl rond een centrale vierkante plaats is diepgeworteld. In de DDR bijvoorbeeld is men geprobeerd daarvan af te stappen om meer de Bauhausrichting uit te gaan maar men is daarvan afgestapt.
Een tendens die dat wel kritiseert is de Werkbundsiedlung. Let wel: ze zijn Modernisten eerden dan socialisten. Ze staan voor functionalisme. Ik heb het al over Adolf Loos gehad. Loos had al het imiteren van de burgerpaleizen voor de volkswoningen gekritiseerd. 
De Werkbund zoekt zijn inspiratie in de CIAM – Congrès Internationaux d’Architecture moderne waar men Le Corbusier mee verbindt. De Ciam organiseerde in 1927 in Stuttgart een tentoonstelling, de Weißenhofsiedlung. Deze werd gevolgd in 1930 door de  Werkbundausstellung in Wenen. Ook in Luik profiteerde de Belgische CIAM afdeling van de honderdste verjaardag van het koninkrijk om een modelwijk te bouwen  in de Tribouilletwijk in Luik, waar nu mijn dochter woont.
Werkbundsiedlung- Lurçatwoningen
De Wiener Werkbundsiedlung bestond uit 70 huizen ontworpen door 32 architecten waaronder naast de Wenenaars Josef Hoffmann, Margarete Schütte-Lihotzky - die hele steden zal bouwen voor de vijfjarenplannen van de USSR – en de al genoemde Adolf Loos ook Rietveld deelnam en de Fransman André Lurçat. Hij zal de grote architect-urbanist van de ceinture rouge rond Parijs worden.
De drijvende kracht achter de tentoonstelling die 100.000 bezoekers trok is Josef Frank. Hij kocht er trouwens zelf een huis.
De beweging refereert ook naar de tuinwijken. En daarmee is ze atypisch voor de CIAM die zoals Le Corbusier hoogbouw voorstonden. Die hoogbouw van de CIAM heeft natuurlijk niets te maken met de Höfe die rond een per definitie donkere binnenkoer gebouwd zijn.
De Werkbund is ook meer voor  koopwoningen in plaats van huurwoningen en komt daarmee bij de middenklasse terecht die zich een aankoop kan permitteren. De modelwijk wordt gebouwd in de periferie van Wenen, op 20 minuten te voet van het openbaar vervoersnet. Het bouwterrein was moeilijk, in driehoeksvorm, heel drassig waardoor onderkelderd moest worden. De gemiddelde bewoonbare oppervlakte is 75 m2 wat in
weense normen veel is, zeker voor sociale woningen. De bouwmeester, de Heimbauhilfsaktion van Wenen, had voorzien die te verkopen, waarbij de grond eigendom bleef van de stad (zij waren voorlopers: die formule wordt nu in 2014 als een revolutionair middel voorgesteld om de aankoop betaalbaar te houden).  De huizen kosten tussen 25 000 S en 65 000 S (een gemiddeld maandloon was 220 S). Slechts 14 huizen vonden een koper zodat in 1939 de stad die moest overnemen als huurhuis. De wijk is sinds 1978 Denkmalschutz. In 1982 werden alle huizen gerenoveerd. In het vroegere Trafostation naast het huis van Josef Frank is nu een klein Museum.
Frank vestigde zich na 1934 in Zweden waar hij nog een tweede carrière begon als grondlegger van het Zweedse design. Hij kreeg op 15 juli 2010 postuum een Doodle logo van Google ter gelegenheid van de 125e verjaardag.

Hugo Breitner en zijn luxetaksen

L’argent est le nerf de la guerre. Na de architecten zou ik Hugo Breitner willen voorstellen, die de financiële basis heeft gelegd voor die bouwprojecten door o.a. een luxetaks. Deze vroegere bankier (voorzitter van de nationale Austrian Länderbank) werd schepen van financiën van Wenen, van 1919 tot 1932. Zo vat hij zijn programma samen: Niet afgeschrikt door al het geroep van de belastinghatende bezittende klassen nemen we het geld waar het is om de verschillende gemeenteprojecten te financieren”.
Hugo Breitner werd in 1918 lid van de Sociaaldemocratische Partij van de Arbeid. In 1919 schafte hij de bestaande huurtaks af die alle huren op dezelfde manier belastte, en stelde in plaats daarvan een nieuwe huurtaks in voor de top 20. Zijn bouwtaks van 1923 heeft de fondsen geleverd voor het programma van sociale woningbouw:  82% van alle woningen droegen slechts 22% bij, terwijl het percent duurste woningen 45% inbrachten. In totaal dekte de belasting op de nieuwe woningen ongeveer een derde van de bouwkosten, de rest kwam uit de algemene begroting.
Breitner verving de "verbruiksbelasting" die alle voedingsmiddelen gelijk belastte, door een belasting op de duurste winkels en restaurants: 250 van ongeveer 22.000 kruidenierswinkels, 32 van de 1.200 koffiehuizen en 700 van 3.600 restaurants.
Breitner zelf verklaarde zijn nieuwe belastingstelsel - iets provocerend - als volgt: “de exploitatiekosten van de tandheelkundige klinieken voor het volk worden betaald door de vier grootste Weense patisserieën. Het Grand Hotel, Hotel Bristol en Imperial betaalt voor buitenzwembaden voor kinderen. De gemeentelijke kraamkliniek werd gebouwd van de belastingen van de bordelen en de bedrijfskosten worden gedekt door de belastingen van de paardenrennen”.
Geen andere sociaaldemocraat werd daarom zo heftig aangevallen als Hugo Breitner. De Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken Starhemberg zei tijdens   een kiescampagne van de Christelijke Sociale Heimwehr: “Alleen wanneer het hoofd van deze Aziaat in het zand rolt, zal de overwinning aan ons zijn”. En die Aziaat was een duidelijke toespeling op Breitners Joodse afkomst.
Die persoonlijke aanvallen werden voor Hugo Breitner teveel en in november 1932 legde hij zijn ambt neer. Wat niet verhinderde dat hij na de februarikamp van 1934 tussen de socialisten en austrofascisten gearresteerd werd. Hij kon in 1936 emigreren naar de USA. In 1948, werd een gebouw "Hugo-Breitner-Hof" genoemd. 
Vandaag leeft 60% van de Weense bevolking in een publieke woning, dank zij mensen zoals Breitner.
Rood Wenen werd weleens het Moskou van de Tweede internationale genoemd. Het woningbouwprogramma van het Rode Wenen, betaald door rijkentaksen, is inderdaad indrukwekkend en in zijn radicaliteit zelfs atypisch voor de sociaaldemocratie. Maar als men het Rode Wenen met Moskou wil vergelijken, moet men wel de reactie op het austro-fascisme van Dolfus en de naziemachtsgreep van 1938 in de weegschaal werpen: door een politiek van voortdurende toegevingen en ontmanteling van hun eigen zelfverdedigingsorganisatie stonden de Weense arbeiders in 1934 praktisch ongewapend tegen de kanonnen van Dolfuss….
Een late uitloper van die sociale woningen is het Hundertwasserhaus, een klein project met 52 appartementen, een kleurrijk gebouw waar men de toeristen met bussen tegelijk afzet is gebouwd in 1983. Dit is het onderwerp voor mijn volgende blog.

Referenties

Behalve de hyperlinks in de tekst, hierbij nog een paar interessante sites:

http://oe1.orf.at/artikel/248828 wagner en leerlingen in sociaalbouw
http://othes.univie.ac.at/8539/1/2009-12-16_0002375.pdf „Josef Frank (1885-1967) – Möbel und Raumgestaltung“ 2009
http://www.buchfreund.de/Internationale-Ausstellung-Wien-1932-70-eingerichtete-Haeuser-Katalog-Ausstellungsleitung-Josef-Frank-Hermann-Neubacher-Laszlo-Gabor-Werkbundsiedlung,44364860-buch  Internationale Ausstellung Wien 1932. 70 eingerichtete Häuser. Katalog. Ausstellungsleitung: Josef Frank, Hermann Neubacher, Laszlo Gabor.
http://www.wiener-gasometer.info/dokumente/Architektur_Wien.pdf  haas haus looshausblz 38 ortner&ortner leopold weerstand  p44 kmhof p50 werkbundsiedlung

Donau wenen

Wenen october 2014- Deel I  

http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/11/wenen-tervuren-en-de-secession.html
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/11/wenen-kokoscha-schiele-het-leopold.html


Aucun commentaire: