Het
Karl-Marx-Hof mocht niet ontbreken op onze Wenen-citytrip. Er is een permanente
tentoonstelling over Das Rote Wien, maar
ook een tijdelijke tentoonstelling over een thema dat mij erg interesseert: ‘Die Sozialdemokratie zieht in den Krieg’,
in het kleine museum in het vroegere wassalon. Wel opletten voor de heel
beperkte bezoekuren: donderdag van 13.00-18.00 uur, en zondag van
12.00-16.00!!! Wij stonden daar dus voor een gesloten deur…. In de meeste
kleine musea zijn de bezoekuren trouwens fel teruggeschroefd: is dat de tol
voor blingblingprojecten zoals het Museumviertel?
En nog eens
opgelet: aan de andere kant van het kilometerlange gebouw is nog een echt wassalon!
De bewoner
aan wie wij de weg vroegen – het gebouw is wel een kilometer lang - woonde al heel
zijn leven in het Karl Marx Hof en betreurde het gebrek aan respect voor dit
erfgoed: veel mensen weigeren een appartement in dit blok, hoewel alles gemoderniseerd
is en de bewoonbare ruimte
vergroot is. Hij toonde ons de kleine vlaggedragertjes
langs sommige vensters: daarin stak men op 1 mei rode vlagjes. Sommigen met de
drie pijlen van de sociaal- democratie, anderen de hamer en sikkel. Op 1 mei
was er ook een processie van de katholieken en beide kampen vergeleken de
lengte van de stoet. Die traditie is verloren gegaan samen met de sociaal
democratie en waar de ramen vervangen worden is er geen vlaggedragertje meer.
Naast die
wassalons was er ook een apotheek, een postkantoor, twee badruimtes, twee
kinderkribben, een jeugdlokaal, een bibliotheek, koffiehuizen en
vergaderlokalen.
Als je dan
toch in Heiligenstadt bent kun je ook doorstoten naar de Heuriger in Grunzig, via
de Beethovenwandeling. In juni 1817 komt onze componist wonen in een mooi
rococogebouw in de Kahlenbergerstraße 26 waar hij waarschijnlijk zijn negende
schreef.
Als men de
Beethovengang maar hoog genoeg opgaat, komt men in de wijngaarden. Aan de top van de Kahlenbergbahn, eindstation van het vroegere tandradspoor, gebouwd
in 1887, staat nog altijd de Stefaniewarte, een 22 meter hoge uitkijktoren,
toegankelijk op weekends. Maar dat is een stevige wandeling.
Men kan ook
vanuit Nussdorf, aan de terminus van tram D, opstijgen naar de Eichelhofweg op
de Leopoldsberg, geboorteplaats van de druivenrassen Zweigelt, Veltliner en
Blaufränkisch. Wij hebben in Wenen de Sturm meegemaakt. De Oostenrijkers hebben niet veel geduld: vanaf een graad alcohol, en dat is al
begin september, vindt men overal een nog troebel, zoet druivensap in volle
gisting. Nog veel te jong om op flessen te trekken en om te bewaren. Een voor
mij een beetje zonde van die jonge wijn…
Vlakbij
zijn ook de sluizen van het Donaukanaal de moeite, architecturaal gezien (Otto
Wagner maakte de plannen) en ook voor de waterhuishouding van het
Donaukanaal. De Nussdorfer Wehranlage werd in 1894-99 gebouwd om de watertoevoer naar het
kanaal te regelen. Opgelet: men geraakt er enkel langs de Sickenberggasse, onder de Franz-Josefs-Bahn.
Het is eigenlijk een dam,
een geen sluis. Voor de bouw van de dam lag daar een
„Sperrschiff" dat bij hoogwater in de ingang van het kanaal werd gedraaid
en tot zinken werd gebracht, een beetje zoals een onderzeeër. Dit schip werd
gemaakt bij John Cockerill in Seraing. Een nogal ingewikkeld systeem dat daarbij
helemaal niet efficiënt was: bij het hoogwater van 1897 liepen de wijken langs het Donaukanal
onder en begon men over het „Schiffico
des blamagico" te spreken. Otto Wagner bouwde er dan een systeem met
schotbalken. Die werden ondertussen
ook al vervangen en onderin heeft men een elektriciteitscentrale gebouwd. Deze installatie zit eigenlijk weg achter een snelweg
en enkel de toeristen van de cruiseschepen die verderop aanleggen zien ze nog.
Het sperschip van Cockerill |
En vlakbij
is ook een vuilverbrandingsoven ‘aangekleed’ door Hundertwasser waarover meer in mijn volgende blog.
De Bassenawohnungen
Ajouter une légende |
Dat Karl
Marxhof is eigenlijk een symbool van een ambitieus programma om de woningnood
te lenigen dat in 1922 in Wenen werd gelanceerd. Na de wapenstilstand was de
nood het hoogst: vele arbeiders hadden zelfs
geen eigen bed; 280.000 bedden werden onderverhuurd. Velen woonden in eenkamerwoningen, “Zimmer,
Küche, Kabinett“, ZKK in de aankondigingen, 44 m2.
De
Bassenawohnungen hadden een gemeenschappelijke lavabo in de
traphal.
Na de
oorlog kwam de sociaal democratie aan de macht (in Wenen, niet in het land) en
begon een indrukwekkend programma van sociale woningbouw. Een van de eerste initiatieven was het Metzleinstalerhof.
Het bestaat nog steeds, werd in 1993
gesaneerd en kreeg daarvoor in 1997 de prijs voor Stadsvernieuwing. Architecturaal is dit gebouw geen breuk met de
klassieke huurkazernes maar qua inrichting was er direct licht in alle kamers,
en een wassalon, vergaderlokalen, een kinderkribbe enz.
Het Sandleitenhof, begonnen in 1924, was en is met zijn 1531 appartementen het grootste
project in Wenen. Hier is al een stijlbreuk met de vierkante Höfe: er zijn vele
kleine driehoekige of veelhoekige plaatsjes, veel groen, arcades, erkers,
verschillende hoogtes en veel curven. En natuurlijk ook een wasserij en
bibliotheek (in de Rosa-Luxemburg-Gasse, waar dacht je) en zelfs een post: een
werkelijke stad in de stad. Er wonen nog altijd 4000 mensen maar er is een
probleem van leegstand op het gelijkvloers, een probleem dat trouwens niet
specifiek is voor Wenen.
Het Karl Marx en Goethehof
Goethehof in de nazi tijd |
Het Karl
Marxhof is gebouwd van 1926 tot 1930. Bij de opening zei de Weense burgemeester
Karl Seitz: "Als wij er niet
meer zijn zullen die stenen voor ons spreken." Vier jaar later spraken
de wapens en werd het gebouw met kanonnen beschoten.
Niet door de nazi’s maar door het Vaderlandse Front van Engelbert
Dollfuss. Die veranderden de naam van het gebouw dat tot in 1945
"Heiligenstädterhof" noemde Ook werd een koffiehuis in een rooms katholieke
kerk veranderd. Dit Front was de nieuwe naam die de Christelijke Sociale Partij
(CSP) in mei 1933 had aangenomen. Het Vaderlandse Front verbood prompt de Oostenrijkse Communistische Partij
en een weinig later, na een golf van terreur door de Oostenrijkse nazi’s ook de
Oostenrijkse Nazipartij. Toen de nazi’s in 1939 triomfeerden werd de kerk van het
Heiligenstädterhof een nazilokaal.
De architect Karl Ehn is eigenlijk een ambtenaar, die trouwens tot aan zijn
pensioen, ook onder de nazi’s, op de stadsdiensten blijven werken. Hij heeft in
totaal 2716 woningen op zijn actief. Een indrukwekkend deel van de 61.175
woningen gebouwd door Rood Wenen. Hij kwam zoals velen uit de school van
Otto Wagner. Het eerste gebouw waar hij zijn typische stijl ontwikkelde is het Bebelhof.
goethehof 1934 na de beschieting |
Al die
gebouwen zijn gerestaureerd, evenals het Goethehof in Kaisermühlen am Kaiserwasser, een zijarm van de Alten Donau,
ook een beschermd monument. Ik vermeld die hier in hun historische
context, maar ik verwittig wel dat om die te zien je heel Wenen rond zult
toeren. Een interessant overzicht vindt men op de site http://www.demokratiezentrum.org/index.php?id=453
. Een opvallend hoge concentratie is ook te vinden aan de Margaretengürtel die
daarom soms de Ringstraße des Proletariats genoemd wordt
De 727 woningen van het Goethehof, in feite drie Höfe, zijn gebouwd tussen 1923 et 1934. Ook
het Goethehof is in februari 1934 door zware artillerie beschoten. De kogelgaten waren tot in de jaren1970 nog
zichtbaar.
Let wel dat
de nazi’s die programma’s niet stopzetten. Alleen waren zij selectiever: na de
Anschluss werden veel linkse militanten uit die Höfe gezet om plaats te maken
voor aanhangers van het ‘nieuwe’ regime.
De Werkbundsiedlungen
Aan dat
bouwprogramma hebben vele architecten meegewerkt. Men verwijst meestal naar de
school van Otto Wagner. Dit is niet helemaal onjuist. Alleen kan men moeilijk
spreken van een eengemaakte stijl en zeker niet van een ideologische strekking.
In feite blijven zij in de traditionele stijl van de huurkazernes, die op hun
beurt een imitatie waren van de paleizen van de adel en de burgerij. Let wel:
de voorliefde van de mensen voor de bouwstijl rond een centrale vierkante
plaats is diepgeworteld. In de DDR bijvoorbeeld is men geprobeerd daarvan af te
stappen om meer de Bauhausrichting uit te gaan maar men is daarvan afgestapt.
Een tendens
die dat wel kritiseert is de Werkbundsiedlung. Let wel: ze zijn Modernisten
eerden dan socialisten. Ze staan voor functionalisme. Ik heb het al over Adolf Loos gehad. Loos had al het imiteren van de
burgerpaleizen voor de volkswoningen gekritiseerd.
De Werkbund
zoekt zijn inspiratie in de CIAM – Congrès Internationaux d’Architecture
moderne waar men Le Corbusier mee verbindt. De Ciam organiseerde in 1927 in
Stuttgart een tentoonstelling, de Weißenhofsiedlung. Deze werd gevolgd in 1930
door de Werkbundausstellung in Wenen. Ook
in Luik profiteerde de Belgische CIAM afdeling van de honderdste verjaardag van
het koninkrijk om een modelwijk te bouwen in de Tribouilletwijk in Luik, waar nu mijn dochter
woont.
Werkbundsiedlung- Lurçatwoningen |
De Wiener
Werkbundsiedlung bestond uit 70 huizen ontworpen door 32 architecten waaronder
naast de Wenenaars Josef Hoffmann, Margarete Schütte-Lihotzky - die hele steden
zal bouwen voor de vijfjarenplannen van de USSR – en de al genoemde Adolf Loos
ook Rietveld deelnam en de Fransman André Lurçat. Hij zal de grote architect-urbanist van de
ceinture rouge rond Parijs worden.
De drijvende kracht achter de tentoonstelling die 100.000 bezoekers trok
is Josef Frank. Hij kocht er trouwens zelf een huis.
De beweging
refereert ook naar de tuinwijken. En daarmee is ze atypisch voor de CIAM die
zoals Le Corbusier hoogbouw voorstonden. Die hoogbouw van de CIAM heeft
natuurlijk niets te maken met de Höfe die rond een per definitie donkere
binnenkoer gebouwd zijn.
De Werkbund
is ook meer voor koopwoningen in plaats
van huurwoningen en komt daarmee bij de middenklasse terecht die zich een
aankoop kan permitteren. De modelwijk wordt gebouwd in de periferie van Wenen,
op 20 minuten te voet van het openbaar vervoersnet. Het bouwterrein was
moeilijk, in driehoeksvorm, heel drassig waardoor onderkelderd moest worden. De
gemiddelde bewoonbare oppervlakte is 75 m2 wat in
weense normen veel is, zeker
voor sociale woningen. De bouwmeester, de Heimbauhilfsaktion van Wenen, had voorzien
die te verkopen, waarbij de grond eigendom bleef van de stad (zij waren
voorlopers: die formule wordt nu in 2014 als een revolutionair middel
voorgesteld om de aankoop betaalbaar te houden). De huizen kosten tussen 25 000 S en 65 000 S
(een gemiddeld maandloon was 220 S). Slechts 14 huizen vonden een koper zodat
in 1939 de stad die moest overnemen als huurhuis. De wijk is sinds 1978
Denkmalschutz. In 1982 werden alle huizen gerenoveerd. In het vroegere
Trafostation naast het huis van Josef Frank is nu een klein Museum.
Frank
vestigde zich na 1934 in Zweden waar hij nog een tweede carrière begon als
grondlegger van het Zweedse design. Hij kreeg op 15 juli 2010 postuum een Doodle logo van Google ter gelegenheid van de 125e verjaardag.
Hugo Breitner en zijn
luxetaksen
L’argent
est le nerf de la guerre. Na de architecten zou ik Hugo Breitner willen
voorstellen, die de financiële basis heeft gelegd voor die bouwprojecten door
o.a. een luxetaks. Deze vroegere bankier (voorzitter van de nationale Austrian
Länderbank) werd schepen van financiën van Wenen, van 1919 tot 1932. Zo vat hij
zijn programma samen: “Niet afgeschrikt door al het geroep van de
belastinghatende bezittende klassen nemen we het geld waar het is om de
verschillende gemeenteprojecten te financieren”.
Hugo
Breitner werd in 1918 lid van de Sociaaldemocratische Partij van de Arbeid. In
1919 schafte hij de bestaande huurtaks af die alle huren op dezelfde manier
belastte, en stelde in plaats daarvan een nieuwe huurtaks in voor de top 20.
Zijn bouwtaks van 1923 heeft de fondsen geleverd voor het programma van sociale
woningbouw: 82% van alle woningen
droegen slechts 22% bij, terwijl het percent duurste woningen 45% inbrachten.
In totaal dekte de belasting op de nieuwe woningen ongeveer een derde van de
bouwkosten, de rest kwam uit de algemene begroting.
Breitner
verving de "verbruiksbelasting"
die alle voedingsmiddelen gelijk belastte, door een belasting op de duurste
winkels en restaurants: 250 van ongeveer 22.000 kruidenierswinkels, 32 van de
1.200 koffiehuizen en 700 van 3.600 restaurants.
Breitner
zelf verklaarde zijn nieuwe belastingstelsel - iets provocerend - als volgt: “de exploitatiekosten van de tandheelkundige
klinieken voor het volk worden betaald door de vier grootste Weense
patisserieën. Het Grand Hotel, Hotel Bristol en Imperial betaalt voor
buitenzwembaden voor kinderen. De gemeentelijke kraamkliniek werd gebouwd van
de belastingen van de bordelen en de bedrijfskosten worden gedekt door de
belastingen van de paardenrennen”.
Geen andere
sociaaldemocraat werd daarom zo heftig aangevallen als Hugo Breitner. De
Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken Starhemberg zei tijdens een kiescampagne van de Christelijke Sociale
Heimwehr: “Alleen wanneer het hoofd van
deze Aziaat in het zand rolt, zal de overwinning aan ons zijn”. En die Aziaat
was een duidelijke toespeling op Breitners Joodse afkomst.
Die
persoonlijke aanvallen werden voor Hugo Breitner teveel en in november 1932
legde hij zijn ambt neer. Wat niet
verhinderde dat hij na de februarikamp van 1934 tussen de socialisten en
austrofascisten gearresteerd werd. Hij kon in 1936 emigreren naar de USA. In
1948, werd een gebouw "Hugo-Breitner-Hof" genoemd.
Vandaag leeft 60% van de Weense bevolking in een publieke woning, dank zij
mensen zoals Breitner.
Rood Wenen
werd weleens het Moskou van de Tweede internationale genoemd. Het
woningbouwprogramma van het Rode Wenen, betaald door rijkentaksen, is inderdaad
indrukwekkend en in zijn radicaliteit zelfs atypisch voor de sociaaldemocratie.
Maar als men het Rode Wenen met Moskou wil vergelijken, moet men wel de reactie
op het austro-fascisme van Dolfus en de naziemachtsgreep van 1938 in de
weegschaal werpen: door een politiek van voortdurende toegevingen en
ontmanteling van hun eigen zelfverdedigingsorganisatie stonden de Weense
arbeiders in 1934 praktisch ongewapend tegen de kanonnen van Dolfuss….
Een late uitloper
van die sociale woningen is het Hundertwasserhaus, een klein project met 52
appartementen, een kleurrijk gebouw waar men de toeristen met bussen tegelijk
afzet is gebouwd in 1983. Dit is het onderwerp voor mijn volgende blog.
Referenties
Behalve de
hyperlinks in de tekst, hierbij nog een paar interessante sites:
http://oe1.orf.at/artikel/248828
wagner en leerlingen in sociaalbouw
http://zaloamati.azc.uam.mx/bitstream/handle/11191/1045/Conjuntos_residenciales_y_espacio.pdf?sequence=1 overzicht van vroegere en huidige
projecten in Wenen
http://othes.univie.ac.at/8539/1/2009-12-16_0002375.pdf „Josef Frank (1885-1967) – Möbel und
Raumgestaltung“ 2009
http://www.buchfreund.de/Internationale-Ausstellung-Wien-1932-70-eingerichtete-Haeuser-Katalog-Ausstellungsleitung-Josef-Frank-Hermann-Neubacher-Laszlo-Gabor-Werkbundsiedlung,44364860-buch
Internationale Ausstellung Wien 1932. 70 eingerichtete Häuser. Katalog.
Ausstellungsleitung: Josef Frank, Hermann Neubacher, Laszlo Gabor.
http://www.wiener-gasometer.info/dokumente/Architektur_Wien.pdf
haas haus looshausblz 38 ortner&ortner leopold weerstand p44 kmhof p50 werkbundsiedlung
Donau wenen
Wenen october 2014- Deel
I
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/11/wenen-tervuren-en-de-secession.html
http://huberthedebouw.blogspot.be/2014/11/wenen-kokoscha-schiele-het-leopold.html
Aucun commentaire:
Enregistrer un commentaire